1 / 21

Anesthesie bij zwangeren

Anesthesie bij zwangeren. Aandachtspunten. Ademhaling 1. FRC tot 500 ml afname AMV tot 50% toename VT neemt toe Zuurstofconsumptie neemt toe (20%) Ademfrequentie neemt toe Alveolaire ventilatie groter en daardoor een lager PaCO2 Bij pijn nog groter AMV

kosey
Download Presentation

Anesthesie bij zwangeren

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Anesthesie bij zwangeren Aandachtspunten

  2. Ademhaling 1 • FRC tot 500 ml afname • AMV tot 50% toename • VT neemt toe • Zuurstofconsumptie neemt toe (20%) • Ademfrequentie neemt toe • Alveolaire ventilatie groter en daardoor een lager PaCO2 • Bij pijn nog groter AMV • Hyperventilatie leidt tot verminderde uteriene en umbilicale doorbloeding

  3. Ademhaling 2 • Bohr effect, moederlijk Hb grotere affiniteit voor O2 • Gevolg mindere placentaire O2 overdracht • 15-20% toename O2 consumptie • Progesteronspiegel stijgt met als gevolg dilatatie, oedeem • Door anesthesie kan snel atelectase en hypoxie optreden

  4. Cardiovasculaire veranderingen • Bloed volume >35% • Plasma volume >45% • RBC Volume >20 % (later dan plasmavolume) • Zwangerschaps anemie • CO > 40 % & SV > 30 % • HR > 15 % • Totale perifere weerstand < 15 % • MAP <15 % • Autotransfusie bij iedere uteruscontractie (+- 500ml) • BV tijdens vaginale bevalling ong. 500ml • BV tijdens SC ong. 1000ml

  5. Hepatische veranderingen • Hypercoagulatie door toegenomen hoeveelheid stollingsfactoren en afname fibrinolyse. • [Albumine] neemt af • denk aan vrije fractie medicatie en COP • [Plasmacholinesterase] neemt af • Klinisch geen verlengde werkingsduur esterachtige LA en depolariserende relaxantia.

  6. Renale veranderingen • Toename renale bloedflow, GFR en aldosteron (meer natrium en water intravasculair). • Ureum en creatinine zijn verlaagd • Glucosurie en proteïnurie is normaal gezien veranderde fysiologisch omstandigheden

  7. Veranderingen zenuwstelsel • Verkleining epidurale ruimte (toename volume venen) • Gevoeligheid voor lokaal anesth. neemt toe door hormonale veranderingen (progesteron, wat ook zorgt voor een verminderde motiliteit van GI en een afname van de oesophagale sfincterspanning) • MAC-waarde daalt

  8. Uteriene bloedflow • UBF = Maternale MAP – Uteriene vasculaire weerstand • Dus uteriene bloedflow beïnvloed door • Daling Maternale MAP of Hypovolemie! • Aorta en vena cava compressie • Maternale hypoxie • Toename uteriene vasculaire weerstand • Preeclampsie • Sympaticomimetica. Efedrine indirect en minder dan andere (directe) sympaticomimetica.

  9. Medicatie • Maternale factoren • Toedieningsvorm • Dosering • Vrije fractie (proteïnebinding) • Vetoplosbaar • Klaring en metabolisme • pH • Passage placenta • Diffusie • Actief transport • Metabolisme • Meeste anesthesiemedicatie zijn vetoplosbaar dus passeren snel placenta

  10. Medicatie • Foetale factoren • Circulatie • pH • Proteïnebinding • Metabolisme • Ongebonden fractie bij moeder!! • Dus toedieningsvorm, dosering, proteïnebinding • Algemeen nog ionisatiegraad (weinig ionisatie, hoge transfer), vetoplosbaarheid en resorptieoppervlak en afstand • Let op foetale intoxicatie (bradycardie, apneu, convulsie)

  11. Neonatale effecten specifieke medicatie • Anticholinerge medicatie • Atropine passeert wel placenta (foetale nood niet opmerken) • Glycopyrrolate passeert placenta niet • Inductiemiddelen • Vetoplosbare middelen passeren placenta snel • Barbituraten • Spierrelaxantia zijn wateroplosbaar dus… (sux wel, maar snel afgebroken) • Opiaten

  12. Zwangerschap geïndiceerde hypertensie • Pre-eclampsie • Hoofdpijn, visusstoornissen, oligurie en proteïnurie • Afhankelijk van de ernst, oedeem • Verminderde orgaanperfusie • verhoogde symphaticotonie • Verkleind vaatbed met afgenomen intravasculair volume • Perifere weerstand hoog • Meestal na 20-24 weken symptoom ontwikkeling • Etiologie onbekend • Mortaliteit maternaal veroorzaakt door cerebrale bloedingen, leverruptuur, myocardiale infarct, longoedeem.

  13. Zwangerschap geïndiceerde hypertensie • Pre-eclampsie • Mild • Heftig • HELLP met leverfunctiestoornissen en trombocytopenie. • Hemolytic anemia, elevated liver enzymes and low platelets • Wordt gezien als ernstige vorm van preeclampsie • Epigastrische pijn, misselijkheid en braken • Hoge maternale en foetale mortaliteit • Direct ingrijpen noodzakelijk

  14. Zwangerschap geïndiceerde hypertensie • Eclampsie: uitbreiding naar cerebraal • Convulsies en maligne hypertensie • Cerebraal oedeem, bloedingen kunnen optreden • Behandeling bestaat uit • Luchtwegmanagement • Snel werkend anticonvulsief middel (thiopental, midazolam) • Overweging bevalling

  15. Zwangerschap geïndiceerde hypertensie • Complicaties • Moeder • Stollingsstoornis, waarbij wel een intravasale stolling op kan treden. • Hartfalen links met longoedeem • Renaal falen • Leverruptuur • Intracerebrale bloedingen en hersenoedeem

  16. Zwangerschap geïndiceerde hypertensie • Kind • Prematuur met oa respiratoire problemen • Meconium aspiratie

  17. Anesthesie bij SC • Hb, Ht, stolling en T&S • Indicatie van SC • Spinale techniek • Voordelen eenvoudig, snelwerkend, betrouwbaar, minimale foetale belasting, vermijden aspiratie. • Contra-indicaties • Indicaties

  18. Anesthesie bij SC (locoreg.) • Epiduraal • Voordelen • Continuïteit • Minder uitgesproken hypotensie • Nadelen • Veel locaal anestheticum nodig (passage) • Let op toxiciteit (verwardheid, gestoorde spraak, visie en gehoor, convulsies, apneu, arrest) • Onset duurt langer (verkleinen met toegevoegde morfine!)

  19. Anesthesie bij SC (locoreg.) • Goed infuus • LLT • Toegenomen toxiciteit (vooral cardiaal) l.a. • Uitgesproken hypotensie • Meer gevoeligheid l.a. • Progesteron

  20. Anesthesie bij SC (algheel) • Algeheel • Indicaties • Moeilijke luchtwegmanagement • Aspiratiekans • Awareness • Dus meer kans op complicaties • Technieken goed uitgevoerd dan minimaal verschil tussen beide indien inductie tot geboorte binnen 15 minuten blijft.

  21. Anesthesie bij CS • Preoxygenatie • Preload? • Left lateral tilt • Inductie na afdekken en gereed voor incisie • Medicatiemogelijkheden • Voorkomen van hyperventilatie

More Related