1 / 87

Over moderne kunst gesproken…………….

Over moderne kunst gesproken……………. je kan er alles over zeggen……. moderne kunst ….. - is niet te begrijpen - is gemaakt voor een kleine groep ingewijden is grappig is broos is politiek is a-politiek is aangenaam om naar te kijken maakt rijk is zwaar op de hand is lelijk

Download Presentation

Over moderne kunst gesproken…………….

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Over moderne kunst gesproken……………. je kan er alles over zeggen……

  2. moderne kunst ….. • - is niet te begrijpen • - is gemaakt voor een kleine groep ingewijden • is grappig • is broos • is politiek • is a-politiek • is aangenaam om naar te kijken • maakt rijk • is zwaar op de hand • is lelijk • leeft van subsidies • is een zaak voor kunsthandelaars en museumconservators • is fundamenteel voor de ontwikkeling van een cultuur • is de spiegel van de toestand in onze wereld • heeft alle contact verloren met de werkeliojkheid en met het publiek • of nog • moderne kunst bestaat niet!

  3. … en het is allemaal nog waar ook !!!

  4. Eerste deur : de kleur Kleuren spreken een eigen taal met zeven basistonen rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo en violet. Kleurlijn Kleuren bedekken en nemen de oppervlakte in; Lijn en tekening scheiden, snijden, construeren

  5. Het fauvisme : kleuren leven een eigen « wild » leven Henri Matisse : Intérieur; le bocal de poissons rouges (1914) De kleur kan alles op het schilderij. Het atelier van Matisse is gebouwd door de kleur, het diepe blauw dat alles inneemt. De kleur is de architect.

  6. Het poëtisch abstracte : Elk schilderij is de weergave van een innerlijke ervaring waarvan de kracht van de kleur het echte onderwerp is. Op de grijze nevel die het bijna vierkante vlak vult, komen drie kleuren massa’s naar voor. De eerste drijft bovenaan : een zware donkerrode kubus. Daaronder een blauw vormeloos vlak, gesloten en schijnbaar doorzichtig op sommige plaatsen. Een rode driehoek rechts die het kader uitloopt. Daarrond : een rode vlek , een zwart teken en een klein oker vlak. Eén vorm verbindt al deze elementen : de zwarte boog die een broos evenwicht maakt in een wereld waar niets schijnt vast te staan. Kandinsky : Avec l’arc noir (1912)

  7. Yves Klein Monochrome IKB 3 1960 De ervaring van de pure kleur doorgedreven tot het uiterste. Je kijkt, je zoekt naar een herkenningspunt, een verborgen betekenis. Niets! Het schilderij is slechts dit : een blauwe rechthoek. Je gaat vlug weg, je hebt schrik dat de kunstenaar met je spot. Of je blijft staan … dit ultramarijn blauw is zo intens dat je ogen vermoeid raken. Er gaat een sterke kleurentrilling uit van dit blauw. En dan begint deze ééntonigheid te leven : je ziet de sporen van de verfrol die de kunstenaar gebruikte en het doek krijgt de allure van een ruwe katoenen stof. Het oog duikt de diepte in, veel verder dan het driedimensionale alledaagse : de diepte van de kleur.

  8. CLAUDE VIALLAT Kaki bache (1981)K Viallat leeft zich uit in kleur op dit oude militaire tentzeil. Het zeil is opgehangen aan ringen en haken hetgeen zijn gewicht suggereert. De ingenaaide plooi in het midden geeft zin om dit doek op te lichten om te zien of er niets in verborgen zit. De schilder heeft met één onbestemd patroon (eenboon, een aardappel, een bikkel ?) het hele zeil ingenomen. Een patroon dat hij vijftien jaar onvermoeibaar overal op schildert. Geen symboliek, geen betekenis, hoogstens het plezier van het schilderen altijd maar weer opnieuw.

  9. ELLSWORTH KELLY Donker blauw paneel (1985) Een blauw donker dan de nacht. Wat wil de schilder? Hij wil de drie dimensies vullen met een tweedimensionaal doek. De kleur is vlak, zonder nuances behalve op de randen. Het doek is opgespannen op een kader. Van op een afstand zie je dat de randen niet recht zijn maar gebogen door de spanning. Als je aandachtig kijkt begint de kleur te trillen op de ophangpunten van het doek. Opdat het doek echt tot zijn recht komt moet je het zien samen met de ruimte waar het is opgehangen : dan wordt het een volume van kleur dat de omgevende ruimte doet trillen dankzij de blik van de toeschouwer.

  10. Tweede deur : de vorm Elk ding heeft een vorm die maakt dat dingen herkenbaar zijn. In de plastische kunsten geeft de kunstenaar vorm aan de materie. In de moderne kunst is de weergave van de zichtbare werkelijkheid niet meer de eerste zorg van de kunstenaar. Dat doet de fotograaf. De plastische kunstenaar kan voortaan schilderen wat het oog of de camera niet zien, hij kan vormen bedenken zonder tegenhanger in de natuur. 1.KUBISME: de dingen worden uiteengehaald naargelang het standpunt van de schilder verandert 2. FUTURISME : de dingen worden voorgesteld in hun beweging 3. GEOMETRICSCH ABSTACTE : de vorm wordt herleid tot zijn geometrische essentie

  11. Pablo Picasso Vrouw in een zetel (1910) Op de achtergrond enkele simpele vormen die een landschap suggereren. In het centrum : een grote figuur die in een zetel zit. Schouders en hoofd komen uit tegen de rugleuning. Alleen de omtrek van het lichaam laten toe te zeggen dat het over een mens gaat. Het gezicht is beperkt tot een ovalen masker gevormd door grijze en okeren vlakken. Een ingewikkeld kapsel waarvan een lange lok neervalt tot op de borst. Het lichaam is opgebouwd uit een opeenstapeling van geometrische figuurtjes die in een schijnbare chaos in elkaar haken tot onderaan de kader. Het licht lijkt van binnen uit te komen en doet sommige facetten oplichten, anderen blijven duister. Dit lichaam is stevig als een beeldhouwwerk dat wentelt ter hoogte van de buste : de rechterarm (lichtoker) komt naar voren terwijl de linkerarm in het grijs verdwijnt. De kleuren delven het onderspit ten voordele van de lijnen die het beeld construeren.

  12. De vorm van de wagen verdwijnt bijna in de uitdrukking van zijn eigen beweging. Zijn blauw silhouet is uiteengehaald in een reeks momenten, een aantal ineengeplooide driehoeken waarvan de hoek verder en verder openstaat : een effect van versnelling. De weg en de gebouwen in blauw en geel worden naar links weggeduwd. Het schilderij beweegt…. Luigi Russolo Dynamiek van een auto (1912-1913)

  13. Piet Mondriaan Compositie II (1937) Zwarte en strenge lijnen; het onpersoonlijke penseel heeft witte recht-hoekige oppervlakken geschilderd met telkens een ander formaat. Bovenaan links : een blauwe rechthoek aan twee van zijn zijden begrensd door het schilderij zelf. Aan de andere kant van het raster het antwoord : een rode rechthoek aan de rand van het schilderij. De vertikale lijnen lijken door te lopen buiten het schilderij; sommige horizontale lijnen blijven binnen het kader. Op elk snijpunt aarzelt het oog en gaat op zoek naar een steunpunt. De blik gaat rond op de maat van de zwarte struktuur te vertrekken bij de gesloten vlakken in het midden naar de open vakjes op de rand. Het oog wordt aangetrokken door het blauw en het rood, primaire kleuren.

  14. Derde deur : het ding De dingenvloed van de twintigste eeuw : eeuw van industriële productie en consumptie. Alles is maakbaar, je hoeft er geen kunstenaar voor te zijn. De kunstenaar verzet zich tegen de maakbaarheid en het consumentisme… door het ding te tonen, te ontdoen van zijn bruikbaarheid, of door ze te herbruiken nadat ze gedumpt werden door de consumptiemaatschappij. Gevolg : confrontatie met zichzelf, zelfspot, anti-kunst, schilderijen die nog nauwelijks lijken op schilderijen. De taak van de kunstenaar ligt niet in het technisch uitvoeren, wel in de vondst, de keuze en het verplaatsen van het ding dat zo een evocatieve kracht krijgt. Alles is mogelijk en toegelaten om het publiek te verrassen, te amuseren, kwaad te maken, te ontroeren, te frustreren, met onbegrip op te zadelen…

  15. FRANCIS PICABIA Tabac-Rat ou Danse de Saint-Guy (1919) Van een schiderij heeft dit kunstwerk alleen maar het kader. Vier touwtjes doorkruisen het lege omkaderde vlak. Drie stukjes karton met de naam van de kunstenaar en twee raadselachtige inscripties. Is dit een kunstwerk of een knutselwerk? Geen verf, geen doek, geen vorm, geen kleur : de afwezigheid van het schilderij een anti-schilderij.

  16. MARCEL DUCHAMP) Fietswiel (1913) Dit bewegend beeld – het wiel draait!- is één van de eerste ready-mades van Duchamp. Tussen het uitstalraam van het grootwarenhuis en het museum: alleen de keuze van de kunstenaar en de blik van de toeschouwer. De kunstenaar maakt niets meer, maar kiest, verplaatst, manipuleert de dingen. Zo dreigen alle kunstwerken hun heilig karakter te verliezen en (terug) dingen te midden van dingen te worden.

  17. MARCEL DUCHAMP) Fontein (1917)

  18. JOHN CHAMBERLAIN De Bruid (1988) Wat is ze mooi in haar plaatijzeren gewaad haar verchroomd kapsel en haar berustende blik. Een gerecycleerde wagen wordt zorgvuldig terug samengevoegd tot een ritmische compositie. Objecten blijken poëtische kracht te hebben en er onstaat een « vruchtbare » samenwerking tussen industrie en kunst.

  19. PANAMARENKO Maganeudon I (1971-1972) Een ‘vliegtuig’ tuig dat vliegt…

  20. RICHARD BAQUIÉ Autrefois il prenait souvent le train pour travestir son inquiétude en lassitude. (1984) Een eindeloze titel, een bizarre constructie een initiatie in het plezier van het reizen met de trein Rechts: wielen van een winkelwagentje, daarboven : een kooi met een ronkende ventilator links : een grote blaasbalg die naar een stuk treinwagon leidt dat op broze pootjes staat. buiten : het landschap gaat voorbij : een reeks rode letters leggen het oog een leesritme op. Hoe concreet dit ding ook is, door de windtocht en de voorbijglijdende woorden worden we meegenomen in een imaginaire trein

  21. JEAN TANGUELY De hel, althans een klein begin (1984) Chaos lawaai beweging een hamer klopt een hobbelpaard hobbelt Mickey springt tevoorschijn een machine slaat aan een groene plant draait rond een handtas zwaait aan een katrol een pinguin in plastic spuwt water in een wasmachine de kunstenaar plaatste een zetel voor de toeschouwer maar eens je erin zit word je eruit weg geworpen…. niets is confortabel, het is immers de hel!

  22. Vierde deur : het beeld Vroeger waren de schilders de uitvinders van beelden. In de 20ste eeuw : de beeldcultuur…overal affiches, foto’s, filmbeelden, televisie, pc-scherm De overspoelde kijker vergeet dat beelden illusies zijn en dat je zoiets als verbeelding nodig hebt om ze te zien. Beelden lees je met je ogen en hebben allemaal iets gemeenschappelijks : ze verwijzen naar de spiegelervaring, de ervaring van Narcissus die gefascineerd werd door het beeld van zijn andere zelf. Elk beeld, schilderij is een verre echo van deze betovering omdat het onze aandacht opvraagt, zich vastzet in het geheugen en de verbeelding prikkelt Vroeger was het de schilderkunst die de brug sloeg tussen het beeld en de zichtbare realiteit Nu neemt de fotografie deze taak op zich. Het geschilderde beeld beeldt niet meer de zichtbare verifieerbare werkelijkheid uit maar gaat zich toeleggen op andere beelden : droombeelden, denkbeelden, symbolen…. • Twee grotre wendingen in de geschiedenis van het geschilderde beeld : • vanaf 1920 : het surrealisme gaat op zoek naar de diepten en de kronkels van het onbewuste • vanaf 1960 : de pop art die uit de dagdagelijkse werkelijkheid de meest banale beelden gaat ontlenen en …ze schilderen. • Het geschilderde beeld blijft fascinerend

  23. René Magritte Le Modèle rouge (1935) Een houten wand op de achergrond Keien op de grond : vast niet prettig onder de voeten. Op de grond uitgestald als bij de schoenmaker : twee visuele raadsels een onwaarschijnlijke verbinding tussen schoen en voet Doffe kleuren, neutraal licht. Het is niet de techniek die ons raakt dan wel het beeld dat ons iets toont dat niet bestaat. Natuurlijk is er een innig verbond tussen de schoen en de voet maar daarom gaan ze nog niet in elkaar op. Door de magie van het beeld wordt de schoen hier voet en de voet een schoen. Magritte verduidelijkt : « Het probleem van de schoenen toont hoe de meest barbaarse dingen heel normaal worden door de macht van de gewoonte. In het schilderij ‘Le Modèle rouge’ voel je dat het verbond tussen schoen en voet het resultaat is van een afschuwelijke gewoonte. »

  24. René Magritte : Le double secret (1927) Het beeld dat verschijnt is een masker dat de innerlijke leegte verbergt

  25. RENE MAGRITTE : La condition humaineII( 1935) Het schilderij zoekt naar de grenzen tussen de werkelijkheid en de afbeelding Magritte : De waarde van de kunst is haar bevrijdende openbaringskracht

  26. ANDY WARHOL : Dix Liz (1963) Tien keer Liz Taylor , zwart op grijze achtergrond. De actrice lacht onbeweeglijk, vastgeplakt op haar portret. Het schilderij heeft de afmetingen van een affiche. Naar welke Liz moet je eerst kijken? Ook al is het portret identiek elke afbeelding is verschillend. Een schaduw, een vlek, een drukfout of een streep : de inkt van de reproductie doet n haar wenen, aceentueert haar glimlach, geeft haar een snor of snijdt haar gelaat in twee. De filmster wordt herleid tot haar beeld , reproduceerbaar tot in het oneindige. De toeschouwer huivert : dit portret lijkt de tijd te doen stilstaan zoals alleen de dood dat doet. Dat is de prijs van de roem en de schoonheid. Liz Taylor is de Mona Lisa van het krantenpapier. Tien Liz vormen een reeks filmbeeldjes, een stoet van lege maskers, beelden zonder inhoud. Hier is het de herhaling die de broze oppervlakkigheid van het beeld aanklaagt.

  27. ANDY WARHOL Marilyn turquoise (1964) Warhol herschminkt Marilyn Monroe de tragische filmster, met de techniek van offset. Is hij nog een schilder??? Hijzelf zegt van niet… hij vindt zichzelf iemand die zowel zaken wil doen als kunst maken…. tot zaken doen een kunst wordt….

  28. BILL VIOLA Passage (1987) Een doorkijk ter grootte van een deuropening met in de verte een bewegend beeld zonder klank. Moet ik binnengaan??? Je komt in een ruimte waar licht en kleur voortdurend wisselen. Je ziet maar een deel van het beeld. Het scherm is 5 meter op 3,5 : zoals in een filmzaal maar dan zonder de afstand. Het beeld is te groot, je staat te dicht bij. Het videobeeld is korrelig. Alles lijkt te bewegen. Een kinderverjaardagsfeestje … maar dan vertraagd, ook de klank op 1/16de van de normale snelheid. Een frustrerende gewaarwording bij dit beeld dat ofwel te dicht ofwel te ver staat.

  29. PIOTR KOWALSKI : Identiteit 2 (1973) Je loopt voorbij de drie speiegels en ontdekt drie identieke neonkubussen . En toch verschillen ze naargelang jij beweegt. JIJ , de toeschouwer heeft het eerste en het laatste woord.

  30. BOYD WEBB Zonder titel (Olifantenpoten) De fotografie en het manipuleren van foto’s geven mogelijkheden aan de kunstenaar om grappige scènes in beeld te brengen. Een ondertussen gekend en geliefd procédé bij 100-dagen collages.

  31. NAM JUNE PAIK Boog met dubbele wand (1985) 100 schermen en 5 videobanden Videokunstenaars houden zich bezig met de inhoud van het beeld maar ook met de zichtbaarheid van dat beeld en met de ruimte waarin de toeschouwer dit beeld zal tegenkomen.

  32. Vijfde deur : het materiaal  »La peinture » betekent tegelijk : verf als materiaal en al wat je met verf kunt maken, bv een schilderij.  Zoals alle materie (de wolken, een vlek op een muur…) kan verf ook een toevallige vorm krijgen waarin de toeschouwer dan iets kan zien. Zo wordt de verf een zichtbare materie waarvan je kan zien hoe ze aangebracht is. De moderne kunstenaars gaan spontaan te werk en brengen de verf aan dik of lopend, licht of zwaar. Alle handschriften zijn mogelijk. De inhoud van het schilderij is wat je erin ziet zoals je naar de wolken kunt kijken en er een beer in ontdekt. En voor de rest kan je de schilder aan het werk zien of voelen want zo een schilderij zegt veel over diegene die schildert. Zeer vlug ontdekken moderne kunstenaars andere materialen dan de verf : alles kan op een kunstwerk terecht komen : papier, hout, acrylverf, … tot de vuile luiers van de dochter.

  33. JACKSON POLLOCK Number 26 A Zwart en wit (1948) Op het beige doek dat je nog even ziet soms : arabesken, druppels, vlekken, plassen, spatten,… ze vullen het hele doek Drie netwerken van verf boven elkaar : wit, grijs en zwart Is er een begin, een einde? Het oog vindt geen uitweg uit dit labyrinth. Als er ooit een tekening is geweest is ze weggezonken in de chaos. Hier is geen penseel aan het werk geweest, de verf werd direct over heel het doek gespoten en schijnt zelfs daarbuiten nog voort te lopen, alsof het schilderij slechts een stukje is van een veel groter geheel. Eens de schilder de verf bevrijd heeft of liever laten vallen heeft , schildert de verf zelf.

  34. JEAN DUBUFFET De reiziger zonder kompas 8 juli (1952) Het schilderij staat vol met zware vormen waarover fijne zwarte lijnen lopen. Je kijkt beter en ziet overal rare vormen verschijnen, kleine denkbeeldige monstertjes, rottende boomblaadjes… is dit een landkaart met een kustlijn bovenaan? En dan zie een ventje met een hond in het midden. Dunne beentjes, een rond buikje, een onhandig getekend hoofd. De reiziger zonder kompas ben jij, toeschouwer, die zijn weg zoekt in deze chaos zonder herkenningspunten.

  35. Zesde deur : de natuur « DE MENS, MEESTER VAN DE SCHEPPING, HEEFT HET AANSCHIJN VAN DE AARDE VERANDERD EN ZAL TEN ALLEN TIJDE DE HEERSCHAPPIJ OVER DE AARDE DELEN MET DE NATUUR. » (Buffon) De kunstenaar vindt in de natuur een rijkdom aan vormgevingen die het resultaat zijn van menselijke tussenkomst maar ook van krachten als erosie, plantengroei, branding, verrotting,….. Hij kijkt toe maar zal ook tussenkomen. Hij zal het landschap beleven om er een nieuw beeld van te geven zoals de natuur trouwens zelf doet : doorheen de tijd komen allerlei vormen tevoorschijn. Het materiaal is natuur-lijk : hout, steen, aarde. Het atelier is natuur-lijk : een boom, een berg, een landschap… « Earth-art » de planeet aarde wordt een materiaal om mee te werken.

  36. GIOVANNI ANSELMO Zonder titel of Beeld dat eet (1968) Organische en minerale stoffen houden elkaar in evenwicht… als de salade verrot valt de kleine opgehangen steen! Dit gebeurt in een tijd die ontsnapt aan de tijd van de toeschouwer , namelijk de tijd van de natuurlijke omvormingsprocessen in de natuur.

  37. GIUSEPPE PENONE Zucht 6 (1978) (158x75x79 cm) Een rechtopstaande amfoor in aardewerk op mensenmaat. Aan de ene kant glad als een vaas of een opgespannen buik. Aan de andere kant een holte vol met wervelende knoppen. Deze open wonde deelt zich onderaan in twee. Dit is een lichaam uit de aarde geboren dat zich nog de geboorte of de scheiding herinnert. De vaas is een moederbuik met de contouren van een vrouwelijk geslachtsdeel. Hier wordt een mens geboren, benen, een buste zonder armen, het onderste van het gezicht en helemaal boven de binnenkant van de mond. De beeldhouwer deelt met de goden de macht om de materie levend te maken. Penone herinnert zich in zijn eigen lichaam de oude mythe van de moederaardegodin.

More Related