1 / 39

Welkom in deze dienst! Voorganger : Ds. Van Olst Ouderling: Wilhelm van Eeken

Welkom in deze dienst! Voorganger : Ds. Van Olst Ouderling: Wilhelm van Eeken. Orde van de dienst - 1. Welkom en mededelingen Voorzang gezang 429: 1, 2 Stil gebed Votum en groet Psalm 36: 2, 3 Gebed Jeremia 39 Psalm 68: 1, 7 Preek. Orde van de dienst - 2. Psalm 73: 11 Gebed

abba
Download Presentation

Welkom in deze dienst! Voorganger : Ds. Van Olst Ouderling: Wilhelm van Eeken

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Welkom in deze dienst! • Voorganger: Ds. Van Olst • Ouderling: Wilhelm van Eeken

  2. Orde van de dienst - 1 • Welkom en mededelingen • Voorzang gezang 429: 1, 2 • Stil gebed • Votum en groet • Psalm 36: 2, 3 • Gebed • Jeremia 39 • Psalm 68: 1, 7 • Preek

  3. Orde van de dienst - 2 • Psalm 73: 11 • Gebed • Collecte en zingen gezang 291: 1, 2 • Geloofsbelijdenis • Gezang 429: 3 • Zegen

  4. Welkom en mededelingen

  5. Liedboek 429: 1, 2 • 1 Wie maar de goede God laat zorgen • en op Hem hoopt in 't bangst gevaar, • is bij Hem veilig en geborgen, • die redt Hij godlijk, wonderbaar: • wie op de hoge God vertrouwt, • heeft zeker op geen zand gebouwd.

  6. Liedboek 429: 1, 2 • 2 Blijf dan eerbiedig God verbeiden • en zwijg de Heer ootmoedig stil; • Hij zal ons naar zijn raad geleiden, • 't is goed en heilig wat Hij wil. • God die ons uitverkoren heeft, • kent alle zorg die in ons leeft.

  7. Stil gebedVotum en groet

  8. Psalm 36: 2, 3 • 2 Uw heil is als de hemel hoog, • uw trouw verheft zich voor ons oog • tot in de hoogste wolken. • Uw recht is als de bergen vast, • uw oordeel als de vloed die wast, • tot schrik voor alle volken. • ….

  9. Psalm 36: 2, 3 • Uw gunst alleen maakt waarlijk vrij, • ja, over mens en dier wilt Gij • alom uw vleuglen spreiden. • Bij U te wonen, Heer, is goed, • met spijs en drank in overvloed • wilt Gij ons hart verblijden.

  10. Psalm 36: 2, 3 • 3 Bij U, Heer, is de levensbron, • Gij doet ons klaarder dan de zon • het licht der wereld schouwen. • Schenk toch uw heil dat leven doet • en wees voor wie U kennen goed, • bevestig ons vertrouwen. • …

  11. Psalm 36: 2, 3 • Geef dat ik niet door 't ruw geweld • der goddelozen word geveld, • beschaam hun trotse zielen. • Maar zie, daar storten zij al neer, • men stoot ze om, zij zijn niet meer: • zij liggen, waar zij vielen.

  12. Gebed

  13. Schriftlezing Jeremia 39 uit de HSV

  14. Jeremia 39 • 1 In het negende jaar van Zedekia, de koning van Juda, in de tiende maand, kwam Nebukadrezar, de koning van Babel, met heel zijn leger naar Jeruzalem en zij belegerden het. • 2 In het elfde jaar van Zedekia, in de vierde maand, op de negende van die maand, werd de stad opengebroken.

  15. Jeremia 39 • 3 Toen kwamen alle vorsten van de koning van Babel naarbinnen en zij vatten post bij de Middenpoort, namelijk Nergal-Sarezer, Samgar-Nebu, Sarsechim, de bevelhebber van de hofhouding, Nergal-Sarezer, de rab-mag, en al de overige vorsten van de koning van Babel.

  16. Jeremia 39 • 4 En het gebeurde zodra Zedekia, de koning van Juda, en al de strijdbare mannen hen zagen, dat zij op de vlucht sloegen en 's nachts uit de stad vertrokken, in de richting van de tuin van de koning, door de poort tussen de twee muren. Zelf vertrok hij in de richting van de Vlakte.

  17. Jeremia 39 • 5 Maar het leger van de Chaldeeën achtervolgde hen en zij haalden Zedekia in op de vlakten van Jericho. Zij namen hem gevangen en brachten hem naar Nebukadrezar, de koning van Babel, naar Ribla, in het land van Hamath. En die sprak het vonnis over hem uit.

  18. Jeremia 39 • 6 De koning van Babel liet de zonen van Zedekia in Ribla voor diens ogen afslachten. Ook liet de koning van Babel alle edelen van Juda afslachten. • 7 Verder liet hij de ogen van Zedekia blind maken en hem met twee bronzen ketenen binden om hem naar Babel te brengen.

  19. Jeremia 39 • 8 Het huis van de koning en de huizen van het volk verbrandden de Chaldeeën met vuur, en de muren van Jeruzalem braken zij af. • 9 De rest van het volk dat in de stad was overgebleven, de overlopers die naar hem waren overgelopen, en de rest van het volk dat was overgebleven, voerde Nebuzaradan, de bevelhebber van de lijfwacht, in ballingschap naar Babel.

  20. Jeremia 39 • 10 Maar enigen van de armsten van het volk, die helemaal niets bezaten, liet Nebuzaradan, de bevelhebber van de lijfwacht, in het land Juda achter. Hij gaf hun op die dag wijngaarden en akkers. • 11 Maar wat Jeremia betrof, had Nebukadrezar, de koning van Babel, bevel gegeven door de hand van Nebuzaradan, de bevelhebber van de lijfwacht:

  21. Jeremia 39 • 12 Neem hem mee, houd uw ogen op hem gericht en doe hem geen enkel kwaad. Voorzeker, zoals hij tot u spreken zal, zo moet u met hem doen. • 13 Toen stuurden Nebuzaradan, de bevelhebber van de lijfwacht, Nebuschasban, de bevelhebber van de hofhouding, Nergal-Sarezer, de rab-mag, en al de bevelhebbers van de koning van Babel boden.

  22. Jeremia 39 • 14 Zij stuurden boden, haalden Jeremia uit het binnenplein van de wacht en gaven hem over aan Gedalia, de zoon van Ahikam, de zoon van Safan, om hem naar huis te brengen. Zo verbleef hij te midden van het volk.

  23. Jeremia 39 • De belofte voor Ebed-Melech • 15 Het woord van de HEERE was tot Jeremia gekomen, toen hij nog opgesloten zat op het binnenplein van de wacht: • 16 Ga tegen Ebed-Melech, de Cusjiet, zeggen: Zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Zie, Ik ga Mijn woorden over deze stad brengen, ten kwade en niet ten goede; op die dag zullen ze voor uw ogen geschieden.

  24. Jeremia 39 • 17 Op die dag zal Ik u echter redden, spreekt de HEERE, en u zult niet in de hand van de mannen gegeven worden voor wie u met schrik bevangen bent. • 18 Voorzeker, Ik zal u beslist bevrijden. U zult niet vallen door het zwaard en u zult uw leven tot buit hebben, omdat u op Mij hebt vertrouwd, spreekt de HEERE.

  25. Psalm 68: 1, 7 • 1 God richt zich op, de vijand vlucht; • zijn haters voor zijn aangezicht, • als rook zijn zij verdreven. • Zij zijn als was in deze vlam, • zijn woede heeft hen, waar Hij kwam, • ten dode opgeschreven. • …

  26. Psalm 68: 1, 7 • Maar de getrouwen zijn verblijd, • zij staan voor Hem in vrolijkheid, • zij zijn verrukt van vreugde. • Zingt God en speelt zijn naam ten prijs, • zingt Hem op een verhoogde wijs • om wat uw hart verheugde.

  27. Psalm 68: 1, 7 • 7 God zij geprezen met ontzag. • Hij draagt ons leven dag aan dag, • zijn naam is onze vrede. • Hij is het die ons heeft gered, • die ons in ruimte heeft gezet • en leidt met vaste schreden. • …

  28. Psalm 68: 1, 7 • Hij die het licht roept in de nacht, • Hij heeft ons heil teweeggebracht, • dat wordt ons niet ontnomen. • Hij droeg ons door de diepte heen, • deHereHeredoet alleen • ons aan de dood ontkomen.

  29. Preek Thema: Gods Woord is waar!

  30. Psalm 73: 11 • 11 Want allen die U verre staan, • zij zullen eens te gronde gaan. • Gij stort hen neer in de ellende, • die zich in ontrouw van U wenden. • Maar 't is mijn ziel en zaligheid • te zijn bij God, die zelf mij leidt. • 'k Vertrouw op Hem geheel en al, • den Heer, wiens werk ik roemen zal.

  31. Gebeden

  32. Collecte (en zingen) • Collecte voor • Diaconie • Kerk

  33. Liedboek 291 • 1 Nooit kan 't geloof te veel verwachten, • des Heilands woorden zijn gewis. • 't Faalt aardse vrienden vaak aan krachten, • maar nooit een vriend als Jezus is. • Wat zou ooit zijne macht beperken? • 't Heelal staat onder zijn gebied! • En wat zijn liefde wil bewerken, • ontzegt Hem zijn vermogen niet.

  34. Liedboek 291 • 2 Die hoop moet al ons leed verzachten. • Komt, reisgenoten, 't hoofd omhoog! • Voor hen wie het heil des Heren wachten, • zijn bergen vlak en zeeën droog. • O zaligheid niet af te meten, • o vreugd, die alle smart verbant! • Daar is de vreemd'lingschap vergeten • en wij, wij zijn in 't vaderland!

  35. Geloofsbelijdenis • Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde. En in Jezus Christus, zijn eniggeboren Zoon, onze Here;die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel;

  36. Geloofsbelijdenis • op de derde dag opgestaan uit de doden; opgevaren naar de hemel, en zit aan de rechterhand van God, de almachtige Vader; vandaar zal Hij komen om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest.

  37. Geloofsbelijdenis • Ik geloof een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving van de zonden; opstanding van het vlees; en een eeuwig leven.

  38. Liedboek 429: 3 • 3 Treed vrolijk voort op 's Heren wegen, • neemt zijn gebod getrouw in acht. • 't Wordt eind'lijk alles u ten zegen, • wanneer gij daarop biddend wacht. • En wie gelovig op Hem ziet, • weet zeker, Hij verlaat ons niet.

  39. Zegen te beantwoorden met

More Related