1 / 22

Routine Outcome Monitoring: Achtergrond , ervaringen en nieuwe ontwikkelingen

Routine Outcome Monitoring: Achtergrond , ervaringen en nieuwe ontwikkelingen. NOSMO Studiemiddag - Utrecht, 1 maart 2013 Dr. Marc J. Noom Hoofdonderzoeker Viersprong Institute for Studies on Personality Disorders (VISPD). Meten is weten?. Wie ben ik ?. Ontwikkelingspsycholoog

viveca
Download Presentation

Routine Outcome Monitoring: Achtergrond , ervaringen en nieuwe ontwikkelingen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Routine Outcome Monitoring: Achtergrond, ervaringen en nieuweontwikkelingen NOSMO Studiemiddag - Utrecht, 1 maart 2013 Dr. Marc J. Noom Hoofdonderzoeker Viersprong Institute for Studies on Personality Disorders (VISPD)

  2. Meten is weten? NOSMO 2013

  3. Wiebenik? • Ontwikkelingspsycholoog • Viersprong Institute for Studies on Personality Disorders • Efficacy en effectiveness studies • Universiteit van Amsterdam, afdelingklinischepsychologie • Veranderingsprocessen in eenbehandelcontext • Relatie met ROM: • Hoofdonderzoekergeweest van het Leiden Institute for the Advancement and Integration of Routine Outcome Monitoring (LIAIROM) • Lid van de werkgroep ROM van GGZ NL NOSMO 2013

  4. Overzicht van de presentatie • Achtergrond ROM • Ervaringen met ROM • Nieuwe ontwikkelingen in ROM NOSMO 2013

  5. Achtergrond van ROM NOSMO 2013

  6. Wat is ROM? • Routine outcomemonitoring heeft de volgende kenmerken: • Er worden structureel en regelmatig gegevens verzameld: aan het begin, tijdens en aan het einde van de behandeling, en soms follow-up metingen na afloop (routine) • De gegevens hebben betrekking op: de stoornis, de cliënt en de behandeling (outcome) • Op basis van deze gegevens krijgt men een beeld van de resultaten van een behandeling (monitoring) NOSMO 2013

  7. Welke doelen dient ROM? • Ondersteunen van praktijk • (microniveau: behandelaar-patiënt) • Inzicht in individuele problematiek, risico- en beschermingsfactoren • Inzicht in de voortgang van een individuele behandeling • Ondersteunen van beleid/management • (mesoniveau: afdeling) • Inzicht in kenmerken van de eigen cliëntenpopulatie • Inzicht in behandelresultaten van de groep • Ondersteunen van onderzoek • (macroniveau: instelling, regio/(inter)nationaal) • Inzicht in oorzaken en achtergronden van stoornissen • Inzicht in effectiviteit van behandelingen NOSMO 2013

  8. ROM als bindmiddel tussen praktijk, management en onderzoek? • Als de drie partijen zich baseren op dezelfde gegevens (zij het op verschillende niveaus van aggregatie), dan biedt ROM een platform om met elkaar in gesprek te gaan • Gezamenlijk doel: • Inzicht krijgen in de effecten van een behandeling NOSMO 2013

  9. Wat zijn de voorwaarden voor een zorgvuldige toepassing van ROM? • Het is belangrijk om te realiseren dat een zorgvuldige toepassing van ROM (in praktijk, management en onderzoek) afhankelijk is van de kwaliteit van de ROM-gegevens: • Groot aantal cases • (veel gegevens, weinig nonrespons) • Zoveel mogelijk complete cases • (weinig missings) • Zo representatief mogelijk • (geen selectieve uitval) • Hoge interne validiteit • (betrouwbare instrumenten) • Hoge externe validiteit • (instrumenten meten wat ze moeten meten) NOSMO 2013

  10. Wat zijn de voorwaarden voor een zorgvuldige toepassing van ROM? • DO: • Als de ROM goed geborgd wordt in het primaire proces van de behandeling, dan profiteren alle partijen: • Patiënt en behandelaar zijn gemotiveerd • Daarmee een grotere kans op respons en betrouwbare data • Daarvan profiteren ook het management en de onderzoeker • DON’T: • Het is niet verstandig de ROM te presenteren als vooral nodig voor benchmarking en onderzoek: • Patiënt en behandelaar zijn niet gemotiveerd • Daarmee een grotere kans op nonrespons en slechte data • Daar heeft iedereen last van, ook de patiënt en de behandelaar NOSMO 2013

  11. Ervaringen met ROM NOSMO 2013

  12. Hoe ziet de ROM er uit binnen de Viersprong? • Binnen de Viersprong loopt bij alle programma’s een ROM • Afname: • Regelmatige afname (elke 2-6 maanden) • Instrumenten: • Betrouwbare en gevalideerde instrumenten • Zoveel mogelijk toe te passen zowel in de praktijk als voor onderzoek • Keuze van instrumenten toegespitst op doelgroep en interventie NOSMO 2013

  13. Hoe ziet de ROM er uit binnen de Viersprong? • Inzet van de gegevens: • Terugkoppeling naar de individuele patiënt / behandelaar voor een beoordeling van de voortgang • Overzicht naar de teamleider / unitmanager van de behandelresultaten van een team / afdeling • Aggregatie van alle gegevens ten behoeve van onderzoek naar effect van behandelingen en moderatoren van behandeleffecten NOSMO 2013

  14. Hoe ziet de ROM er uit binnen de Viersprong? • Aandachtspunten: • Cliënten en clinici moeten goed getraind / voorbereid worden voor het “lezen” van de gegevens • Respons bij aanvang is goed (ongeveer 80%), respons bij vervolg- en eindmetingen is zwak (40-60%) • Probleem: hoe en wanneer wordt een behandeling afgesloten? • Veel van de instrumenten zijn generieke instrumenten, terwijl voor het zorgvuldig in kaart brengen van behandelresultaten vooral specifieke instrumenten nodig zijn • De metingen zijn vooral gericht op probleemkenmerken, en te weinig gericht op het in kaart brengen van wat er precies in de behandeling gebeurt (“black box”) NOSMO 2013

  15. Nieuwe ontwikkelingen in ROM NOSMO 2013

  16. Clinical Support Tools • Systematisch verzamelde gegevens kunnen de clinicus informatie verschaffen en daarmee het beslissingsproces ondersteunen • In een clinical support tool (CST) kunnen suggesties/voorspellingen gedaan worden op basis van kenmerken van de problematiek, de cliënt en de behandeling NOSMO 2013

  17. DevelopmentalTrajectories • Door de beschikbaarheid van meerdere metingen is het mogelijk om veranderingsprocessen in kaart te brengen • Zowel vanuit klinisch perspectief, als vanuit wetenschappelijk perspectief is het interessant om te kijken naar veranderingsprocessen in een klinische setting • Daarbij is het vooral interessant om te kijken naar verschillende patronen, die cliënten kunnen laten zien NOSMO 2013

  18. Developmental Trajectories NOSMO 2013

  19. Stellingen NOSMO 2013

  20. Stellingen • Er zijn veel uitdagingen op het gebied van de kwaliteit van ROM-data, om een zorgvuldige toepassing van ROM-data mogelijk te maken. De prioriteit moet liggen bij het waarborgen van valide metingen in het primaire proces. Dan hebben vervolgens ook de manager en de onderzoeker daar profijt van. • ROM moet in de komende jaren organisch groeien. Er zijn heel veel ROM-data nodig om op empirische basis antwoorden te kunnen geven op bovengenoemde uitdagingen. • Benchmarking is pas zinvol, als clinici, management en onderzoekers voldoende vertrouwen hebben in de validiteit van ROM-metingen en in de wijze waarop verandering is gemeten. NOSMO 2013

  21. De toekomst? NOSMO 2013

  22. Bedanktvooruwaandacht! Vragen of opmerkingen: marc.noom@deviersprong.nl NOSMO 2013

More Related