1 / 96

LES 1

LES 1. Algemene aspecten. Belastingen. functies: budgettaire functie instrumentele functie draagkrachtbeginsel: heffingskorting persoonsgebonden aftrek. Dubbele belasting salaris?. loon valt zowel onder Wet IB 2001, als Wet LB 1964 toch geen dubbele belasting

tocho
Download Presentation

LES 1

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. LES 1 Algemene aspecten

  2. Belastingen functies: • budgettaire functie • instrumentele functie draagkrachtbeginsel: • heffingskorting • persoonsgebonden aftrek

  3. Dubbele belasting salaris? • loon valt zowel onder Wet IB 2001, als Wet LB 1964 • toch geen dubbele belasting • ingehouden loonbelasting is voorheffing op inkomstenbelasting ander voorbeeld voorheffing: dividendbelasting

  4. Berekeningen • op examen vaak rekensommetje over berekening van winst, belastingbedrag et cetera • op examen krijgt men appendix met tarieven (zie syllabus) • ga dus geen tarieven uit het hoofd leren!

  5. Wet IB 2001 box I: • winst uit onderneming • loon • resultaat uit overige werkzaamheden • periodieke uitkeringen en verstrekkingen • inkomsten uit eigen woning • negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen • negatieve persoonsgebonden aftrekposten • verminderd met: aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld, uitgaven voor inkomens-voorzieningen, persoonsgebonden aftrek en verliezen van voorgaande jaren

  6. Box I belastbaar voordeel: reëel inkomen, verliezen aftrekbaar tarief: progressief, maximaal 52% moment belastbaarheid: moment van ontvangst

  7. Box II belast: voordelen uit aanmerkelijk belang belastbaar voordeel: reëel inkomen, verliezen aftrekbaar vast tarief: 25% moment belastbaarheid: moment van ontvangst of vervreemding

  8. Box III belast: inkomen uit sparen en beleggen belastbaar voordeel: fictief inkomen voor de rendementsgrondslag, geen verlies mogelijk vast tarief: 30% moment belastbaarheid: einde van het jaar van de peildata

  9. Eigen woning • niet in box III, maar in box I • inkomsten worden forfaitair berekend • eigenwoningforfait • renten ter verwerving van eigen woning aftrekbaar • aftrekbaar gedurende dertig jaar

  10. Partnerschap partner: 1 niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot 2 de geregistreerde partner (bijv. homoparen) 3 ongehuwd meerderjarige met wie men gedurende meer dan zes maanden onafgebroken een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd (bij ouder en kind alleen als kind 27 jaar of ouder is) gehuwden = partners ongehuwden: kunnen opteren voor partnerschap

  11. Inkomenstoerekening uitgangspunt: inkomensbestanddelen van een belastingplichtige en zijn partner worden in aanmerking genomen bij degene door wie inkomensbestanddelen zijn genoten of op wie zij drukken

  12. Inkomenstoerekening bij gemeenschappelijke inkomensbestanddelen en bestanddelen van rendementsgrondslag kan men kiezen voor onderlinge verhouding toerekening gemeenschappelijke inkomensbestanddelen: • belastbaar inkomen eigen woning • inkomen aanmerkelijk belang • een aantal aftrekposten

  13. LES 2 Arbeid

  14. Arbeid twee voorwaarden bron van inkomen: • voordeel behaald door deelname aan het economische verkeer • voordeel is redelijkerwijze te verwachten onbelast bronvoordeel: buitenbronnelijk inkomen voorbeelden: • speculatieve transacties van particulier • gewonnen prijzen in Lotto etc.

  15. Dienstbetrekking echte dienstbetrekking: • werknemer verplicht zich gedurende enige tijd persoonlijk arbeid te verrichten • werkgever is verplicht loon te betalen • gezagsverhouding fictieve dienstbetrekking: niet voldaan aan alle voorwaarden echte dienst- betrekking en bij wetsfictie als dienstbetrekking aangemerkt

  16. Inhoudingsplichtige • inhoudingsplichtige houdt loonbelasting in • inhoudingsplichtige omvat meer dan de werkgever alleen (ook bijv. verzekeringsmaatschappij bij pensioen) • inhoudingsplichtige meldt zich bij Belastingdienst aan • hij moet administratie aanhouden • loonbelastingverklaring

  17. Wat is loon? loon is elk voordeel uit dienstbetrekking: • in geld (euro’s) • niet in geld Niet in geld genoten loon: • aanspraken (bijv. pensioen) • rechten (bijv. optierecht) • natura (bijv. auto van de zaak)

  18. Vergoeding/verstrekking vergoeding = compensatie van uitgaven voor arbeidsgerelateerde activiteiten of zaken verstrekking = voorkomen van die uitgaven • aantal vergoedingen zijn vrijgesteld • wat onbelast kan worden vergoed, kan onbelast worden verstrekt (en omgekeerd)

  19. Loon aanspraken hoofdregel: aanspraak vrij, uitkering belast (bijv. pensioen) omkeerregel: aanspraak belast, uitkering vrij (bijv. aanspraak Zorgverzekeringswet)

  20. Loon in natura loon in de hoedanigheid van rechten of goederen: bijv. kerstpakket, privé-gebruik bedrijfswagen waardering loon in natura: hoofdregel: waardering tegen w.e.v. uitzondering: voorzover loon in natura wordt ge- of verbruikt voor de verwerving van het loon, bedraagt de waarde maximaal de waarde van de besparing voor een aantal beloningen in natura bestaan bijzondere waarderingsvoorschriften of normbedragen

  21. Salarisstrook nadere beschouwing van: • pensioenpremie • premies werknemersverzekeringen • loonheffing (= loonbelasting + premies volksverzekeringen) • reiskostenvergoeding

  22. Jaaropgave nadere beschouwing van: • loon • ingehouden loonheffing • bijdrage Zorgverzekeringswet • arbeidskorting

  23. Beroepskosten sinds 2001 geen aftrek meer van werkelijke kosten alleen nog werknemersaftrek: reisaftrek en zeedagenaftrek

  24. Resultaat overige werkzaamheden • restcategorie • zit eigenlijk tussen loon en winst in, voorbeeld avondboekhouder • verklaring arbeidsrelatie • resultaatbepaling • opting-in

  25. LES 3 De startende ondernemer

  26. Ondernemer twee vereisten: 1 onderneming moet voor rekening van de ondernemer worden gedreven (met name recht op stille reserves/goodwill bij einde onderneming) 2 ondernemer zal rechtstreeks verbonden moeten worden voor de zaakscrediteuren

  27. Ondernemer voorbeeld: • oom van een ondernemer verstrekt lening aan de ondernemer • tien jaarlijkse aflossingstermijnen • winstafhankelijke rente (6-10%) conclusie: de oom is geen ondernemer, want deelt niet naar evenredigheid in voor- en nadelen van de onderneming (eerste vereiste) en geen rechtstreekse verbondenheid (tweede vereiste)

  28. Ondernemer voorbeeld: • oom van een ondernemer verstrekt winstafhankelijke lening aan de ondernemer • slechts terugbetaling bij ontbinding onderneming, mits vermogen toereikend conclusie: de oom is geen ondernemer, want deelt weliswaar naar evenredigheid in voor- en nadelen van de onderneming (eerste vereiste), maar is niet rechtstreeks verbonden (tweede vereiste)

  29. Inkomstenbelasting fiscale winst niet gelijk aan commerciële winst • kleinschaligheidsinvesteringsaftrek • willekeurige afschrijvingen • ondernemersaftrek • fiscale oudedagsreserve • MKB-winstvrijstelling

  30. Kleinschaligheids-investeringsaftrek • fiscale aftrekpost (geen invloed op commerciële winst) • geen gevolg voor afschrijvingsbasis • instrumentele maatregel (bevordering investeringen en dus meer werkgelegenheid) • investeringsbedrag groter, premiepercentage lager • geen investeringsaftrek over goodwill

  31. Willekeurige afschrijving • afwijking van normaal afschrijvingsregime • willekeurige afschrijving voor startende ondernemers • op goodwill kan worden afgeschreven, maar niet willekeurig (tevens geen aanspraak op kleinschaligheids-investeringsaftrek)

  32. Ondernemersaftrek • is ondernemersaftrek, geen ondernemingsaftrek • bestaat uit vijf posten: 1 zelfstandigenaftrek 2 aftrek speur- en ontwikkelingswerk 3 meewerkaftrek 4 startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid 5 stakingsaftrek

  33. Zelfstandigenaftrek en meewerkaftrek zelfstandigenaftrek • fiscale aftrek • startende ondernemers: extra aftrek • wel voldoen aan urencriterium: 1225 uur per jaar besteden aan onderneming (indien andere werkzaamheden: > 50% tijd aan onderneming besteden; geldt niet voor starters) meewerkaftrek: aftrekpost voor ondernemer, indien partner meewerkt in onderneming (zonder daarvoor een vergoeding te ontvangen)

  34. Fiscale oudedagsreserve • reservering van gedeelte winst voor oudedagsvoorziening • 12% van winst met maximum € 11.590 • FOR staat op balans • wel voldoen aan urencriterium

  35. Vragen bij starten onderneming • aanvangsinvestering • levensvatbaarheid • financiering (over goodwill geen investeringsaftrek) • ondernemerschap en dienstbetrekking • verlies in aanloopfase

  36. Omzetbelasting • voldoeningsbelasting te betalen door ondernemer • in wezen betaalt consument omzetbelasting • twee tarieven: 6% en 19% • ondernemer mag aan hem in rekening gebrachte omzetbelasting aftrekken • ondernemer moet omzetbelasting over zijn omzet betalen • saldo wordt aan fiscus voldaan • startende ondernemer kan liquiditeitsvoordeel behalen door teruggave vanwege investeringen

  37. LES 4 Winstberekening

  38. Huwelijksgoederenregime keuze huwelijksgoederenregime (gemeenschap van goederen of huwelijkse voorwaarden) heeft geen gevolgen voor inkomstenbelasting

  39. Producten uit eigen onderneming • het “pakken van spullen” uit de eigen onderneming is een onttrekking • correctieboeking • voor goederen die te vervangen zijn en lage waarde hebben: correctie tegen kostprijs • voor luxegoederen: correctie tegen verkoopprijs

  40. Onderscheidprivé en zakelijk in 1998 twee belangrijke arresten ter afbakening: 1 sekspsychiater 2 scheepspyromaan

  41. Onderscheidprivé en zakelijk toetsingsverbod inspecteur: • geen toetsing van ondernemersbeleid (uitzondering Cessna-arrest) • wel toetsing motief van bepaalde uitgave

  42. Gemengde kosten • grensvlak privé en zakelijk • wetgever somt aantal kostenposten op die geheel of gedeeltelijk uitgesloten zijn voorbeelden: geldboeten, bepaalde agressieve dieren, voedsel, drank en genotmiddelen uitzondering: als kosten onderdeel uitmaken van omzet (voorbeeld: horeca-onderneming mag drankinkoop aftrekken)

  43. Goed koopmansgebruik Hoge Raad in 1957: bedrijfseconomische winstbepaling is in beginsel in overeenstemming met g.k.g. uitzonderingen: 1 strijd met enig voorschrift van belastingwet 2 strijd met algemene opzet belastingwet 3 strijd met beginsel van belastingwet

  44. Goed koopmansgebruik drie beginselen: 1 realiteitszin 2 voorzichtigheid 3 eenvoud

  45. Hoofdregels winst- en verliesneming winstneming: • bij goederen op leveringsmoment • bij diensten uiterlijk op moment dat prestatie is verricht verliesneming: kan worden genomen in jaar van verlies

  46. Goed koopmansgebruik dynamisch begrip, waardoor zaken niet voor altijd vastliggen voorbeeld: baksteenarrest van 1998 de leer: alleen voorziening als op balans- datum juridische verhouding bestaat Hoge Raad: verlaat deze enge leer

  47. Reserves bepaalde reserves (zijn in wezen voor- zieningen) door Wet IB 2001 toegestaan: 1 kostenegalisatiereserve 2 herinvesteringsreserve (FOR en terugkeerreserve zijn ook reserves)

  48. Herinvesteringsreserve • ruimer dan vroegere vervangingsreserve • verlaging fiscale kostprijs • geringere afschrijvingsbasis • lagere afschrijving dus hogere winst

  49. LES 5 van VOF naar BV

  50. Afweging wel of geen BV belangrijkste motief was belastingbesparing daarom bij hoge winsten snel omzetting van eenmanszaak in een BV per 2001: maximumtarief 52% (box I) per 2007: MKB-winstvrijstelling niet snel meer fiscaal voordeel

More Related