1 / 149

Communicatie-invloed kan je bevorderen door :

Communicatie-invloed kan je bevorderen door :. Meedelen wat van het gesprek te verhopen en te verwachten. Ik kan de manier waarop ik de dingen zie, klasseer en orden op de andere overbrengen. Ik breng anderen in een gesprek op door hen gewaardeerde ideeën.

lynch
Download Presentation

Communicatie-invloed kan je bevorderen door :

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Communicatie-invloed kan je bevorderen door :

  2. Meedelen wat van het gesprek te verhopen en te verwachten.

  3. Ik kan de manier waarop ik de dingen zie, klasseer en orden op de andere overbrengen.

  4. Ik breng anderen in een gesprek op door hen gewaardeerde ideeën.

  5. Ik zeg iets op zo een wijze dat ik mag verwachten dat de andere niet juist andersom gaat reageren.

  6. Er rekening mee houden dat wat je laat zien vaak meer overtuigend werkt dan wat je laat horen of laat voelen, waartegenover staat dat de ander gemakkelijker zijn ogen voor iets kan sluiten dan zijn oren of zijn aanvoelen.

  7. In gesprek onderkennen steeds drie kansen te hebben om je invloed te laten gelden : door wat je laat horen, door wat je laat zien, door wat je laat voelen.

  8. Er attent op zijn door wat je gebruikt en wat niet, door wat je opeenvolgend gebruikt en tot waar, door wat je eerst gebruikt en wat later je mogelijk bepaalt met wat je zult moeten uitpakken om invloed te hebben en wat de ander overneemt in zijn expressierepertorium naar je toe.

  9. Weten ervaren impact te hebben op de andere.

  10. Ik let er op of ik gemakkelijker invloed heb op de gevoelens, de gedachten, de behoeften of het gedrag van de andere.

  11. Weten hoe invloed op de andere te kunnen uitoefenen.

  12. Er attent op zijn zo in gesprek het minst invloed te willen hebben mogelijk het meest invloed te hebben.

  13. Er attent op zijn zo in gesprek te veel op te voorgrond te komen de voorkeur te geven aan meer op de achtergrond te komen.

  14. Er attent op zijn zo de ander tot verandering te willen stimuleren er behoefte is aan ruimte om tot verandering te kunnen komen.

  15. In gesprek eerst je relatie klaar en duidelijk krijgen en garanties geven of laten ervaren vooraleer invloed te kunnen uitoefenen.

  16. In gesprek eerst je doel aangeven en garanderen vooraleer invloed te kunnen hebben.

  17. Er attent op zijn dat in de wijze waarop je iets uitdrukt je de mate aangeeft waarin je invloed wil hebben (bepalend, voorstellend, informerend, ...).

  18. Naast inzicht, in gesprek ook aandacht weten besteden aan gevoelens, motivaties en ervaringen om tot verandering te komen.

  19. In gesprek nagaan of je eerder een reactie bij de ander teweegbrengt via aangesproken gevoelens, inzicht, begrip, voorstelling, herinnering, motivatie, feitelijke waarneming, eigen ervaring.

  20. Emotioneel gekleurde persoonsbetrokken ervaringen aanbieden met betrekking tot wat en hoe de ander iets zegt of doet en zijn effecten.

  21. Beschrijven hoe en wat de ander zegt en doet bij je overkomen en wat het bij je oproepen.

  22. Al wat ik vraag wordt met me overlegd.

  23. In gesprek op een expressieve wijze laten merken de ander te accepteren zoals die is.

  24. Eerst luisteren en kijken naar de uitdrukking van de ander en vanuit het geven van feedback hierover en weerspiegeling hiervan je eigen inbreng hierop laten aansluiten.

  25. Ik breng respect op voor de andere en de tot expressie gebrachte visie en ingenomen positie en wijs ze niet op een of andere manier af.

  26. De ander het gevoel geven voldoende beluisterd en begrepen te worden.

  27. Je in gesprek minder wetend opstellen maar eerder als te willen weten.

  28. In gesprek aandacht opbrengen voor wat de ander reeds gezegd of gedaan heeft en voor wat nog niet en mogelijk een zinvol of bruikbaar alternatief kan vormen.

  29. Ik praat zo dat er naar mij geluisterd wordt.

  30. Weten zich op een door de ander gewaardeerde wijze uit te drukken.

  31. Ik ervaar het de moeite met de andere te praten.

  32. In gesprek de ander laten ervaren te overtuigen te zijn.

  33. Ik kan de andere in een gesprek overtuigen.

  34. In gesprek nagaan of je invloed uitoefent op elkaar door wat je elkaar zegt, of elkaar laat zien of elkaar laat voelen.

  35. In gesprek nagaan of het volstaat heel open te zijn en elkaar zowat alles te zeggen om op dit niveau invloed te hebben ofwel je pas rekening houdt met of reageert op elkaar zo iets wordt getoond of je elkaar iets laat aanvoelen.

  36. In gesprek nagaan of je elkaar geleerd hebt pas te moeten rekening houden met of te moeten reageren op wat je zegt, of op wat je toont of op wat je doet.

  37. Je dilemma aangeven je ongemakkelijk voelen door iets op zijn beloop te laten en je ongemakkelijk voelen door iets aan te kaarten.

  38. De keerzijde van je niet reageren voor de ander verwoorden als iets op zijn beloop laten, afstand houden, zich niet betrokken voelen, aan zijn lot overlaten en weerloos toezien.

  39. Er attent op zijn dat de ander wellicht zal reageren op de treffendste of de krachtigste boodschap die deze opvangt.

  40. Er rekening mee houden dat hoe meer iets aangrijpt hoe meer invloed er van uit gaat.

  41. In gesprek twee activatieplateaus onderscheiden : een met betrekking tot luisteren en meningsvorming en een met betrekking tot motivatie en handelingswijze.

  42. Zo ik de ander wil meekrijgen, moet ik het deze wel eerst vragen, zoniet gaat deze gemakkelijk op zijn rechten staan en dwarsliggen.

  43. Van de ander niet verwachten in zijn (re)ageren ontrouw te zijn aan de eigen gedachten, gevoelens en verlangens,

  44. maar de ander ertoe brengen zijn gedachten, gevoelens en verlangens bij te stellen en overeenkomstig deze te reageren of te vragen anders te (re)ageren met behoud van en respect voor zijn eigen gedachten, gevoelens en verlangens met de kans ze zo bij te stellen.

  45. Ik breng op het meest gunstige ogenblik informatie, argumentatie en houdingen naar voor.

  46. In gesprek een bewering ondersteunen met feiten samen met de wijze waarop de bewering en de feiten met elkaar verbonden zijn (logisch, toepassing, afspraak, ...).

  47. Wat je zegt zo verkieslijk illustreren met feiten-, cijfer-, voorbeeld-, soortgelijk-, analoog-materiaal.

  48. Vooraf in gesprek het kader afgrenzen waarbinnen je invloed wil hebben (of niet).

  49. In gesprek nagaan of iets al of (nog) niet tot je invloedssfeer behoort : zo ja, dit opnemen en je hier op richten, en zo neen, eerst uitzoeken en opnemen op welke wijze de invloedssfeer kan uitgebreid worden.

  50. Wat anderen doen is meebepaald door wat ik hen voorstel.

More Related