1 / 11

Hoogbegaafde kinderen vereisen eigen aanpak!

Hoogbegaafde kinderen vereisen eigen aanpak!. Eleonoor van Gerven In de Klas. 1. Inleiding. 2,5 % van de bevolking is hoogbegaafd Hoe signaleren? Hoe begleiden? Fig. 1. 2. Wat is hoogbegaafdheid?. 2.1. Definitie Gemiddeld IQ = 130

evelia
Download Presentation

Hoogbegaafde kinderen vereisen eigen aanpak!

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoogbegaafde kinderen vereisen eigen aanpak! Eleonoor van Gerven In de Klas

  2. 1. Inleiding 2,5 % van de bevolking is hoogbegaafd Hoe signaleren? Hoe begleiden? Fig. 1

  3. 2. Wat is hoogbegaafdheid? 2.1. Definitie • Gemiddeld IQ = 130 • groot intellectueel potentieel, creërend vermogen en taakgerichtheid • Invloed van omgeving (gezin, school, peers) 2.2. Heldere Kenmerken • Groot algemene ontwikkeling • Goed leggen van verbanden • Groot woordenschat • Groot analytisch vermogen • groot probleemoplossend vermogen • Nieuwe kennis efficiënt incorporeren in bestaande kennis • Perfectionistisch (dwangmatig)

  4. 2. Wat is hoogbegaafdheid? (vervolg) 2.3. Uitzonderingen Hoogbegaafde leerlingen = 2 Uitzonderingen Hoge leerprestaties - Hoogbegaafde onderpresteerders - Hoogbegaafde leerlingen met leerstoornis Bv. Dyslexie, ADHD

  5. 3. Eerst signaleren, dan diagnosticeren Protocolvorming: signalering • Fase 1 - Gegevens verzamelen: Ouders, leerkracht, leerlingvolgsysteem, overige bronnen - Checklist met aanwezige kenmerken • Fase 2 - Vermoedens versterken door info te hergroeperen • Fase 3 - Plan opzetten voor diagnostiek Protocolvorming: diagnostiek • Fase 1 - Informatie verzamelen: Ouders, leerkracht, leerlingvolgsysteem, overige bronnen • Fase 2 - Veronderstelling bevestigen door hername van info • Fase 3 - Beslissen over eventueel psycho-diagnostisch onderzoek

  6. 4. Ruis op de lijn 4.1. Onderpresteren • Relatieve onderpresteerders: onder eigen niveau (vallen niet op) • Absolute onderpresteerders: onder groepsniveau (vallen wel op) Resultaat van een sluipend interactief proces 4.2. Dyslexie Problemen beginnen in eerste leerjaar  trage leesonywikkeling + spellingsproblemen  frustatie bij leerling  geen automatisering van leerstof  frustatie groeit 4.3. ADHD Wordt gezien o.g.v. leerstoornis - begaafdheid niet als zodanig herkend Gecombineerde problematiek  signalen versterken elkaar

  7. 5. Aanpak in de klas en in de school 5.1. Versnellen • slim begeleiden: leerstofaanbod aanpassen • leerstof overslaan: vervroegde doorstroming • Vuistregels: tips voor een vangnet, nauw contact met thuisfront, betreft het duidelijk een hoogbegaafde lln? 5.2. Indikken • Indikken op de instructie • Weglaten van oefen- en herhalingsstof: de 3/5 methode • Vergroten van de leerstappen

  8. 5. Aanpak in de klas en in de school(vervolg) • 5.3. Een leerlijnpiramide • Aanbod afstemmen op lln - differentiëren boven de gemiddelde • Leerstofaanbod in leerlijnen: • Eerste leerlijn: de beste 20-25 % van de groep • - Moeilijkheidsgraad hoger dan reguliere methoden • - Materiaal sluit inhoudelijk aan op reguliere aanbod • - Qua vormgeving en werkvorm extra interessant • Tweede leerlijn: de beste 10 % van de groep • - Materiaal speciaal ontwikkeld voor begaafde leerlingen • - Materiaal valt buiten reguliere curriculum • Plusgroep: de beste 5 % van de groep (kangeroeklas, zie 5.4.)

  9. 5. Aanpak in de klas en in de school(vervolg) Fig.2: Leerlijnpyramide Piramide is Cumulatief: maximaal deelname op 3 niveaus

  10. 5. Aanpak in de klas en in de school (vervolg) 5.4. Verrijkingsmateriaal kiezen • Specifieke projecten • Vertaalslag naar een lessenprogramma: ‘De lessentabel’ + eenvoudig variëeren + verrijkingstof zit vast bij eventueel uitval leerkracht + duidelijke eisen kunnen worden gesteld aan lln + leerlijn gaat mee voor duur van periode die school afschrijft + eigen inbreng van lln 5.5. Wel of niet verrijken bij leerstoornissen? Leerstoornissen ‘compenseren’ door taken - waarin ze heel goed zijn - Waarin een extra uitdaging zit Bv. ruimtelijk inzicht (K’nexx)

  11. 6. Ten Slotte Nog 2 belangrijke punten: 1) Vast programma maken voor hoogbegaafde leerling waaraan deze zich niet kan onttrekken. 2)Aangeboden verrijkingsmateriaal beoordelen en op rapport vermelden (Illustraties uit het internet)

More Related