1 / 52

Numismatiek van de Oudheid II

Numismatiek van de Oudheid II. Dr. Liesbeth Claes. Overzicht vorig college. 1. Geld <-> Munt 2. De productie van munten 3. Muntpublicaties en -databanken 4. Verspreiding muntgebruik in M.Zeegebied 1: Lydische rijk 2: Perzen

mason
Download Presentation

Numismatiek van de Oudheid II

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Numismatiek van de Oudheid II Dr. Liesbeth Claes

  2. Overzicht vorig college • 1. Geld <-> Munt • 2. De productie van munten • 3. Muntpublicaties en -databanken • 4. Verspreiding muntgebruik in M.Zeegebied • 1: Lydische rijk • 2: Perzen • 3: Griekse Archaïsche tijd: Athena, Aegina, Korinthe; Z-Italië, Sicilië • 4: Carthago • 5: Etrurië • 6: Griekse bonden (3de-2de eeuw vChr.)

  3. De “Griekse” bondmunten • Elke bond ‘koinon’ = muntslag • De amphiktyoneia van Delphi • De Achaeïsche bond  standaard van Aegina • De Chalkidische bond • De Aitolische bond  standaard van Euboia & Attica

  4. Hellenistische vorsten • Macedonia ‘staatsmunten’ • 5de-4de eeuw: zilveren munten volgens verschillende standaarden • Philippos II -> ThrakischePangaion gebergte 1) Philippeioistateres : goud 2) Zilver (12 = 1 goud) 3) Alexander de Grote 1) goud 2) tetradrachmen (10 = 1 goud) 3) Ook postuum verder uitgegeven Stadsmunten blijven !

  5. Hellenistische vorsten • Makedonische diadochoi

  6. Hellenistische vorsten 1. Lysimachos (305-281)

  7. Hellenistische vorsten 2. Demetrios Poliorketes (306-283)

  8. Hellenistische vorsten 3. Seleucus I Nicator (358 – 281)

  9. Hellenistische vorsten • Staatsmunten & stadsmunten & postume Alexandermunten door elkaar in deze rijken = economisch liberalisme -> geen winst voor centraal bestuur Extra voorbeeld: iemand te Seleucia moet voor een koe 4 tetradrachmes betalen, dan mag hij dit te Seleucia doen met de som van 1 tetradrachme van Seleukos, 2 tetradrachmes van de stad Seleucia, en 1 postume Alexandertetradrachme uit Athene, want alle hebben dezelfde waarde (~ want zelfde Attische muntstandaard, dus elke tetradrachme is 19,42g zilver).

  10. Hellenistische vorsten 4. Ptolemaios I Soter (305-283)  standaard van Fenicië en Cyrene

  11. Hellenistische vorsten 4. Ptolemaios I Soter (305-283) Goud: trichryson en mnaieion • Gesloten economisch systeem Extra voorbeeld: Een Atheense toerist te Alexandria die een koe van 4 tetradrachmes wil kopen, zal eerst zijn 4 Atheensetetradrachmes van elk 19,42g zilver moeten omwisselen tegen 4 tetradrachmes van de Ptolemaische voet van 14g, en kan dan hij de koe betalen met deze 4 Ptolemaischetetradrachmes. Hierbij leidt de Atheense toerist een verlies van 4x4,58g zilver, wat naar de Ptolemaischestaatskas vloeit. Later ook bronzen munten, en inflatie van zilvergeld

  12. Hellenistische vorsten

  13. 5.Romeinse munten • Traditie NumaPompilius • Ramo Secco • Aes Rude • Griekse en Etruskische munten

  14.  320 vC: Italiaanse traditieAes Signatum & Aes Grave

  15.  Aes Signatum

  16.  Aes Grave = “As” = 324 gram = 1 libra = 1 Romeinse pond = I

  17.  Aes Grave: waardetekens • III Tressis • II Dupondius • I As = 1 Rom. pond (324g) • S Semis • °°°° Triens • °°° Quadrans • °° Sextans • ° Uncia • ς Simuncia

  18.  Aes Grave: van as tot simuncia

  19.  Aes Grave: goden • I As -> Janus • S Semis -> Saturnus • °°°° Triens -> Minerva • °°° Quadrans -> Hercules • °° Sextans -> Mercurius • ° Uncia -> Roma

  20.  320 vC: Griekse traditie • Brons • ‘Litra’ • Napels -> Rome • ROOMAIOON (Gr) of ROMANO(RVM) (lat)

  21.  300 vC: Griekse traditie • Zilver • Napels • ROOMAIOON (Gr) of ROMANO(RVM) (lat) • ~ didrachme

  22.  300 vC: Griekse traditie • Zilver • Napels -> Rome door Pyrrusoorlog (280-276 vC) en ook Apulië en Sicilië • ROMA • didrachmes en quadrigati = basismunt 2de PunischeOorlog -> devalueertsnel

  23.  225 vC: Griekse traditie • Goudstater

  24. Introductie DENARIUS (211 vC) • Crisis! • As en quadrigatus devalueren • 2de Punische oorlog => geldtekort • Opgravingen te Morgatina (Sicilië) : 211 vC • <-> Plinius, Naturalis historia, 33, 13, 42-47 • Denarius geïntroduceerd na Pyrrusoorlog: 269 vC

  25. Denarius = 10 assen = I x10 = X = 92% zilver • Geslagen • Vast type

  26. Denarius onderverdelingen • Quinarius = ½ denarius = / of V • Sestertius = ¼ denarius = IIS

  27. Victoriati & Goudmunten • 211-170 BC - speciaal • 72% zilver - LX, XXXX, XX • Jupiter – Victoria

  28. Muntslagers: tresviri monetales • IIIviri AAAFF • = vigintisexviri (Cursus honorum) • Tempel Juno Moneta • Uitz. Aediles curules of EX SC

  29. Muntmetalencrisis • Denarius • 157 BC: massale aanmunting van brons • 141 BC: ontwaarding denarius • Denarius = 16 asses (ipv 10 asses) = 4 sestertii • Brons inflatie -> sestertius standaard • “Serrati”

  30. Introductie Aureus Sulla (dictator in 82 vC): 1 aureus = 25 denarii

  31. Typologische evolutie denarius • 211 vC: • 179 vC:

  32. Typologische evolutie denarius Na 120 vC: • MetulliusScipio • CassiusLonginus - Lentulus • Florus • TituriusSabinus

  33. Typologische evolutie denarius • Meer en meer door generaals ‘imperatores’ -> Vooral buiten Rome bij slagveld • Bv: Sulla • Caesar

  34. Typologische evolutie denarius • Late-Republiek • Caesar’s portret -> Imperatores en generaals * Brutus * SextusPompeius

  35. Typologische evolutie denarius Imperatores en generaals • Legermunt M.Antonius • Triumviri

  36. Romeinse keizertijd • Keizer als autoriteit van de munt -> in zijn naam en titels = muntlegende -> voorzijde: zijn portret (of van familieleden) -> achterzijde: de keizers zijn deugden, daden, ect

  37. Romeinse keizertijd: Aureus & Denarius • Lyon = hoofdmuntplaats tot Claudius/Nero • Rome = hoofdmuntplaatsvanaf Claudius/Nero tot 4de eeuw • In Rome: muntverantwoordelijke -> A rationibus, -> vanaf Trajanus: Procurator Monetae

  38. Romeinse keizertijd: brons Sesterius, dupondius, as, en quandrans • In autoriteit van keizer, in Rome geslagen • Maar op achterzijde SC (of EX SC) => senaatalsautoriteit? • SC = eerderloyaliteitstekenbijinvoering van nieuwebronslegeringen * Sestertius & Dupondius(en semis) = messing (geel) * As & Quadrans = koper (rood)

  39. Keizerlijke munten (1ste-2de eeuw) Denominaties: - Aureus = 25 denarii = 100 sestertii - Denarius = 4 sestertii = 8 dupondii -Sestertius = 2 dupondii = 4 asses = 8 semisses

  40. Romeinse keizertijd • Constante devaluatie van de zilvermunt • Augustus: 99,5-97% • Nero: daalt ferm (90,3%), ook goudgehalte aureus daalt -> Intrekking ‘oude’ munten’: Bv: Pompeii (79 na Chr) • Domitianus: even terug omhoog • Trajanus: constante verlaging -> Intrekking van ‘oude’ munten (Dio 68,15,3)

  41. RomeinsekeizertijdIntroductieAntoninianus Caracalla (AD 215): zilverpercentage: 60 % ° Antoninianus = 2 denariiofficielewaarde = 1,5 denariiintristiekewaarde (kenmerkstralenkroon of maansikkel)

  42. Romeinse keizertijdMuntateliers buiten Rome • Wellicht om soldij voor limessoldaten • procurator provinciae

  43. Romeinse keizertijd:Inflatie van de derde eeuw • Denarius verdwijnt (wet van Gresham) • Verdere devaluatie van Antoninianus -> 3de eeuwse keizers: 40% -> <5% -> Gouden munten verdwijnen -> Bronzen munten zeldzaam, klein, licht gewicht, meestal koper

  44. Romeinse keizertijd • ° Follis (nummus) = nieuwe bronsmunt • Vanaf 295 • Groter dan vorige bronzen munten én qua stijl anders • Verdere devaluatie van zilvermunt -> Prijzenedict Diocletianus (301)

  45. Romeinse keizertijd -> Constantijn: New! Solidus & Argenteus • Solidus = 60 aurei = 1000 denarii • Solidus = ? nummi • Follis (330-335) - zonder portret keizer - Personificaties van Roma en Constaninopolis

  46. Romeinse munten opzoeken Standaardcatalogus Republikeinse munten (aes grave, signatum, asses) = Roman Republicancoinage van Crawford [RRC] University Library Study Area : CJ909 .C7 1975 Online book via Leidse catalogus

  47. Romeinse munten opzoeken Standaardcatalogi keizerrijk a) Roman Imperial Coinage[RIC] • University Library Study Area : CJ969 .R6 1923 b) Coinsof the Roman Empire in the British Museum [BMCRE] • University Library Study Area: CJ969 .A4 1923

  48. Munten beschrijven & determineren • Autoriteit (authority) • Atelierplaats (Mint) • Datum van de emissie (Issue date) • Denominatie (denominationor metal) • Massa (gram) – Grootte (size in mm) • Stempelstand (dies axis in hours) • Voorzijde (Obverse): legend and image • Keerzijde (Reverse): legend and image • Catalogus (catalogue)

  49. Muntpublicaties zoeken Leidsebibliotheekcatalogus - Gespecialiseerdeboeken en artikelen - Boeken over keizers, steden, ect Library ‘donum’ American Numismatic Society, NY • http://donum.numismatics.org/

  50. Numismatische tijdschriften • American journal of numismatics (AJN) • Bollettinodi numismatica (BNum) • Jahrbuch für Numismatik und Geldgeschichte (JNG) • Numismatica e antichità classiche (NAC) • Numismaticchronicle (NC) • Numismaticcircular (NCirc) • Numismatische Zeitschrift (NZ) • Revue belge de numismatique et de sigillographie (RBN) • Rivista italiana di numismatica e scienze affini (RIN) • Revue numismatique (RN) http://www.persee.fr/web/revues/home/prescript/revue/numi • Schweizerische numismatische Rundschau = Revue suisse de numismatique (SNR) http://www.numisuisse.ch/1597/77812.html •  www.academia.edu

More Related