1 / 34

Veilig werken; beroepsrisico’s.

Veilig werken; beroepsrisico’s. Geert Peuskens Hoofdverpleegkundige B2 Tropische geneeskunde – Pneumologie Universitair Ziekenhuis Antwerpen. HIV. Humaan Immuundeficiëntie Virus. Evolutie van acute naar chronische aandoening (door medicatie) > meer ‘gezonde’ mensen met HIV. Veiligheid?!.

lidia
Download Presentation

Veilig werken; beroepsrisico’s.

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Veilig werken; beroepsrisico’s. Geert Peuskens Hoofdverpleegkundige B2 Tropische geneeskunde – Pneumologie Universitair Ziekenhuis Antwerpen.

  2. HIV. • Humaan Immuundeficiëntie Virus. • Evolutie van acute naar chronische aandoening (door medicatie) > meer ‘gezonde’ mensen met HIV.

  3. Veiligheid?! • Veiligheidsgevoel. • Angst vs. Zekerheid. • Veiligheidsgedrag vs. risicogedrag

  4. Men kent niet steeds HIV-status van iemand anders.

  5. Niet iedereen weet HIV-status van zichzelf.

  6. Werkomgeving? • Collega – medewerker. • Werkomstandigheden. • Patiënt – cliënt. • Aard van interventie. • Risicobepaling. • Geen risico. • Gecontroleerd risico. • Ongecontroleerd risico.

  7. Gewone sociale contacten geeftgeen risico op overdracht!

  8. Geen verspreiding HIV door : • De lucht • Een handdruk • Een knuffel • Uit hetzelfde glas drinken • Zelfde toilet gebruiken • Een tongzoen • Masturbatie • Urine, stoelgang, braaksel (tenzij met bloed) • Zweet, tranen, speeksel • Muggen

  9. HIV-overdracht. • Bloed-bloedcontact. • Onbeschermde sexuele contacten. • Borstvoeding. CAVE! Lichaamsvochten als overdracht van andere micro-organismen.

  10. Iedereen testen? • Kostprijs. • Patient op de hoogte? • Patient verplichten? • Meer veiligheid?

  11. Bloed-bloedcontact. • Bloed van persoon besmet met HIV komt in contact met bloedbaan van persoon zonder HIV. • Open wonden. • Prik- en snijaccident : • HIV 0,3%. • Hepatitis B 6-40% - Hepatitis C 3-10% • Afhankelijk van : • Hoeveelheid bloed – visuele bevuiling. • Materiaal (bvb. Holle naald). • Contactduur. • Hoeveelheid virus. • Ouderdom van bloedresten.

  12. Infectiepreventie. • Vaccinatie (Toekomst?) • Universele voorzorgsmaatregelen. • Barrier nursing. • Handhygiene : wassen - ontsmetten. • Niets anders doen dan dat men normaal zou moeten doen.

  13. Prikongevallen vermijden. • Is de interventie nodig? • Scherpe voorwerpen nodig - andere systemen beschikbaar? • FONA-registratie en evaluatie! • Procedures. • Inscholing/bijscholing. • Ervaring + werkdruk. • Bewustwording rond veiligheid. • Materiaal.

  14. Veilig werken. • Denk na! • Materiaal en werkveld voorbereiden. • Handhygiene. • Handschoenen aan. • Techniek uitvoeren. • Vuil materiaal onmiddellijk verwijderen. • Stalen verpakken. • Handschoenen uit. • Handhygiene.

  15. Veilig werken : materiaal. • Handschoenen! • Beschermbril. • Masker. • Overshort. • Gesloten bloednamesysteem. • Naalden en infuuscatheters. • Naaldcontainer!

  16. Veilig werken : materiaal. • Voordelen: • Veiligheid! • Minder prikaccidenten + gevolgen (?) • Nadelen/problemen. • Veiligheid? • Kennis van materiaal. • Standaardisatie in ziekenhuizen. • Kostprijs.

  17. Gevolgen van prikaccident. • Voor slachtoffer. • Somatisch. • Psychologisch/professioneel. • Sociaal. • Spiritueel/levensbeschouwelijk. • Voor afdeling/ziekenhuis.

  18. Postexposure protocol. • Neergeschreven en duidelijk protocol voor alle bloedoverdraagbare infecties. • Aandacht voor: rapportage, evaluatie, counselling, behandeling en follow-up. • Naleven protocol en procedures. • Beschikbaarheid van artsen. • Beschikbaarheid van HAART. • Kennis en kunde (www.cdc.gov)

  19. Postexposure management. • Verzorging van plaats van blootstelling. • Wonde laten bloeden. • Wassen met water en zeep. • Ontsmetten. • Risicobepaling. • HIV - Hepatitis B - Hepatitis C. • Testen bron + slachtoffer.

  20. Postexposure rapportage. • Datum en uur van blootstelling. • Plaats en wijze van blootstelling. • Welk voorwerp - op welke wijze - op welk ogenblik in proces. • Hoeveelheid vloeistof of materiaal, diepte en contacttijd. • Informatie over bron: HIV-status, stadium, therapiegeschiedenis en virale lading.

  21. Risicobepaling. • Waarom PEP? • Minder kans op transmissie - ‘Window of opportunity’. • Afhankelijk van: • Wijze van blootstelling. • Hoeveelheid bloed of ander lichaamsvocht. • Zwangerschap. • Virale lading. • Resistentie.

  22. Postexposure Prophylaxis (PEP). • Voorkomen is beter dan PEP. • Evidence based??? • Steeds in overleg met expert in behandeling HIV. • PEP = dringende medische hulpverlening! • Start zo snel mogelijk. • Betrachting op B2: = binnen dezelfde shift. = geruststelling.

  23. PEP. • Voorbeeld van behandeling: • Basis : 4-weken regime van 2 AV-medicatie. • Combivir (nucleoside analoog) • Combinatie (hoge transmissiekans of resistentie) • Crixivan of Viracept (prothease inhibitor) • In combinatie met Postexposure-counselling!

  24. Postexposure follow-up. • Follow-up counselling. • Post-exposure HIV-tests: • 6 weken - 3 + 6 maanden - ev. 12 maanden. • Medische follow-up. • Monitoring toxiciteit PEP : bij aanvang + na 2 weken + afhankelijk van deze resultaten. • Cytologie, nierfunctie en leverfunctie. • Afhankelijk van specifieke bijwerkingen medicatie. • Ook follow-up indien geen PEP.

  25. PEP. • Aandachtspunten: • Resistentievorming - therapietrouw. • Bijwerkingen. • Zwangerschap (?)

  26. Hepatitis B + C. • Interne lichaamsvochten. • Hepatitis B : Veilig voor een prikje! (Vaccinatie) • Hepatitis C : • 10% acute hepatitis. • 60% tot 80% chronisch dragerschap. • 30% levercirrose. • 20% hepatocellulair carcinoom.

  27. Tuberculose. • Respiratoire TBC. • LongTBC (open/gesloten). • Exsudatieve pleuritis. • Extrarespiratoire TBC. • CZS, klieren, abdominaal, wonden,… • Voorzorgsmaatregelen afh. van vorm. • Bronisolatie - Contactisolatie. • Universele voorzorgsmaatregelen. • Mantoux-test - RxTx.

  28. 3 stappen tot veilige werkomgeving. • Denk na. • Eigen veiligheid eerst. • Denk ook aan persoon met HIV.

  29. 1. Denk na. • Op welke wijze contact met mensen met HIV? • Loop ik risico’s door dit contact? • Hoe kan ik deze risico’s vermijden? • Universele voorzorgsmaatregelen. • Uitwerken procedures.

  30. 2. Eigen veiligheid eerst. • Bewust omgaan met risico. • Procedures & Routinematig werken. • Collega’s – medewerkers steeds attent maken op veiligheidsvoorschriften > continu proces. • Ging er iets fout > Hoe vermijden naar toekomst toe? • Heeft men risico gelopen : neem contact op met arts die op de hoogte is van HIV.

  31. 3. Denk ook aan persoon met HIV. • Zet vooroordelen aan de kant! • Mensen met HIV hebben recht op ‘normale’ benadering. • HIV als chronische aandoening. • HIV als deel van het leven. • Het leven is meer dan HIV.

  32. Uit een vorige les. • Homo’s en bloeddonatie? • Discriminatie? • Reden : Geen vergoeding voor donaties (?) • Belangrijker vragen: • Wisselende sexuele contacten. • Onbeschermde sexuele contacten.

  33. Meer informatie. • Internet : • www.cdc.gov • www.unAIDS.org • … • HIV en AIDS, een handleiding voor gezondheidswerkers, Universitaire Pers Leuven, 2000. ISBN 90 5867 080 5 • wetenschappelijke literatuur.

  34. Een veilige werkomgeving met HIV? Maak er werk van!

More Related