1 / 61

Lezen en spellen: Theorie en Praktijk

Lezen en spellen: Theorie en Praktijk. Prof. dr. Anna M. T. Bosman a.bosman@pwo.ru.nl. Twee-route model. Fonologisch Coherentie Model. Microniveau FCM. Ongetraind netwerk (niet-lezer). Bezig met trainen (globaallezer). Getraind netwerk (decodeerder). Verschillen in zelf-consistentie.

zaynah
Download Presentation

Lezen en spellen: Theorie en Praktijk

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Lezen en spellen: Theorie en Praktijk Prof. dr. Anna M. T. Bosman a.bosman@pwo.ru.nl

  2. Twee-route model

  3. Fonologisch Coherentie Model

  4. Microniveau FCM

  5. Ongetraind netwerk (niet-lezer)

  6. Bezig met trainen (globaallezer)

  7. Getraind netwerk (decodeerder)

  8. Verschillen in zelf-consistentie

  9. Monolinguaal netwerk

  10. Multilinguaal netwerk

  11. 40 woorden met een klinker als beginklank 20 met een lange klank (e.g., adem, eter, over) 20 met een korte klank (e.g., anker, enkel, orgel) Stimuli 1e lettertaak

  12. Proefpersonen 1e Lettertaak

  13. 1e lettertaak (over vs. otter)

  14. Basis aannamen Orthografie Lezen en spellen Interactief Fonologie Semantiek

  15. Volledig en Partieel Netwerk

  16. Dyslexia Orthography ? ? ? ? Reading ? Semantics Phonology

  17. 120 stimuli (spelling-klank consistent) 60 woorden 30 words: klank-spelling consistent (e.g., MENS, SOMS) 30 words: klank-spelling inconsistent (e.g., FIJN, SAUS) 60 pseudowoorden 30 klank-spelling consistent (e.g., PRUG, KERT) 30 klank-spelling inconsistente (e.g., HIJF, BAUS) Stimuli

  18. Proefpersonen Lexicale Decisietaak

  19. Consistentie-effect RTsaus - RTmens

  20. is ook interactief van aard ! Orthografie Lezen door kinderen met dyslexie Semantiek Fonologie

  21. Leren spellenSlimme oefeningen en het bevorderen van het spellingbewustzijn

  22. Experiment 1 Een vergelijking van instructiemethoden

  23. Woordjes

  24. Instructies & Deelnemers

  25. Trainingsfouten

  26. Prestaties ‘Groep 3’

  27. Conclusies • Lezen is de minst effectieve instructie • Visueel Dictee (uit het hoofd opschrijven) is het meest effectief voor alle leerlingen • Het spellingniveau bepaalt mede de effectiviteit van een instructie

  28. Experiment 2 Visueel dictee op het regulier en speciaal onderwijs

  29. Woordjes

  30. Instructie & Deelnemers

  31. Prestaties ‘LOM-leerlingen’

  32. Prestaties ‘MLK-leerlingen’

  33. Prestaties ‘ZMOK-leerlingen’

  34. Prestaties ‘Alle deelnemers’

  35. Conclusies • Visueel dictee is effectief voor alle type leerlingen • Visueel dictee is vooral effectief voor woorden zoals ‘blauwbaard’ • Het type leerling bepaalt mede de effectiviteit van een instructie

  36. Experiment 3 Lezen-zoals-het-hoort vergeleken met Lezen-wat-er-staat

  37. Woordjes

  38. Instructies & Deelnemers

  39. Prestaties ’Regulier onderwijs’

  40. Prestaties ‘Speciaal onderwijs’

  41. Conclusies • Lezen-wat-er-staat is voor alle leerlingen effectiever dan lezen-zoals-het-hoort • De spelling beklijft goed bij leerlingen uit het regulier onderwijs • De spelling beklijft minder goed bij leerlingen uit het speciaal onderwijs

  42. Experiment 4 Lezen-wat-er-staat vergeleken met de PLUS-variant

  43. Woordjes * Kieviet na 1998

  44. Instructies & Deelnemers LOM-leerlingen

  45. Prestaties ‘Goede spellers’

  46. Prestaties ‘Zwakke spellers’

  47. Prestaties ‘Transfertest’

  48. Conclusies experiment 4 • Lezen-wat-er-staat beklijft met een verlengde training ook bij leerlingen uit het speciaal onderwijs • De zwakke leerlingen leren evenveel als de goede • Het oefenen van de ‘rare’ uitspraak draagt bij aan de effectiviteit van de methode • Transfer is makkelijker voor de goede spellers en als de ‘rare’ uitspraak is geoefend

  49. Experiment 5 Een vergelijking van spelfouten in opstellen en dictees

  50. Deelnemers

More Related