1 / 42

Zondagochtend 22 januari 2012

Zondagochtend 22 januari 2012. WELKOM. Orde van de dienst (1 van 2) Voorganger ds. H. de Bruijne. Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen gezang 47 Stil gebed - votum - groet Zingen psalm 86 : 3 en 4 Tien geboden Zingen ‘Gedenk met heilig beven’ Gebed

willem
Download Presentation

Zondagochtend 22 januari 2012

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Zondagochtend 22 januari 2012

  2. WELKOM

  3. Orde van de dienst (1 van 2)Voorganger ds. H. de Bruijne Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen gezang 47 Stil gebed - votum - groet Zingen psalm 86 : 3 en 4 Tien geboden Zingen ‘Gedenk met heilig beven’ Gebed Bijbellezing Marcus 1 : 14 – 45 (uit de Nieuwe BijbelVertaling)

  4. Orde van de dienst (2 van 2)Voorganger ds. H. de Bruijne Zingen ‘Iedereen zoekt U’ De kinderenkunnennaardebijbelklas gaan Preek Zingen psalm 130 : 3 Gebeden De kinderen komen terug Collecten Zingen psalm 103 : 1, 2 en 8 Zegen

  5. Spreuk van de week Zoals een dwaas vermaak schept in zijn slechte daden, zo geniet een wijze van zijn inzicht. (Spreuken van koning Salomo 10 : 23)

  6. Welkom en mededelingen

  7. Gezang 47 : 1, 2 en 3 Jezus die langs het water liep en Simon en Andreas riep, om zomaar zonder praten hun netten te verlaten. Hij komt misschien vandaag voorbij en roept ook ons, roept u en mij, om alles op te geven en trouw Hem na te leven.

  8. Gezang 47 : 1, 2 en 3 Jezus die langs de straten kwam en tollenaars terzijde nam: 'k Wil in uw woning wezen voor nu en voor nadezen. Hij komt misschien vandaag voorbij en neemt ook u terzij of mij en vraagt ons, Hem te geven de rijkdom van ons leven.

  9. Gezang 47 : 1, 2 en 3 Christus die door de wereld gaat verheft zijn stem niet op de straat, Hij spreekt ons hart aan, heden, en wenkt ons met zich mede. En lokt ook nog zoveel ons aan, tot wie zouden wij anders gaan? Hij heeft en zal ons geven alles, het eeuwig leven.

  10. Stil gebed Votum en groet

  11. Psalm 86 : 3 en 4 Allen die als goden blonken zijn bij U in 't niet gezonken. Niets kan bij uw werk bestaan. Heel de wereld roept U aan. Alle volken komen samen, die Gij schept en roept bij name, buigen voor uw zetel neer, brengen uwen naam de eer.

  12. Psalm 86 : 3 en 4 Leer mij naar uw wil te handlen, laat mij in uw waarheid wandlen. Voeg geheel mijn hart tezaam tot de vrees van uwen naam. HEER mijn God, ik zal U loven, heffen 't ganse hart naar boven. Ja, uw naam en majesteit loof ik tot in eeuwigheid.

  13. Tien geboden

  14. ‘Gedenk, o volk, met heilig beven’ : 13(gezang 176A uit het Gereformeerd Kerkboek) Geef dat wij trouw uw wet betrachten. Gedenk ons in barmhartigheid. Schenk ons in Christus nieuwe krachten tot liefdedienst uit dankbaarheid.

  15. Gebed

  16. De lezing uit de Bijbel is Marcus 1 : 14 - 45 (in de Nieuwe BijbelVertaling).

  17. Marcus 1: 14 Nadat Johannes gevangen was genomen, ging Jezus naar Galilea, waar hij Gods goede nieuws verkondigde. 15 Dit was wat hij zei: ‘De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij: kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.’

  18. Marcus 1: 16 Toen Jezus langs het Meer van Galilea liep, zag hij Simon en Andreas, de broer van Simon, die hun netten uitwierpen in het meer; het waren vissers. 17 Jezus zei tegen hen: ‘Kom, volg mij! Ik zal van jullie vissers van mensen maken.’ 18 Meteen lieten ze hun netten achter en volgden hem.

  19. Marcus 1: 19 Iets verderop zag hij Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes, die in hun boot bezig waren met het herstellen van de netten, 20 en direct riep hij hen. Ze lieten hun vader Zebedeüs met de dagloners achter in de boot en volgden hem.

  20. Marcus 1: 21 Ze gingen op weg naar Kafarnaüm, en op de eerstvolgende sabbat ging Jezus naar de synagoge en onderwees er de mensen. 22 Ze waren diep onder de indruk van zijn onderricht, want hij sprak hen toe als iemand met gezag, niet zoals de schriftgeleerden.

  21. Marcus 1: 23 Er was in de synagoge ook een man die bezeten was door een onreine geest, en hij schreeuwde: 24 ‘Wat hebben wij met jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie je bent, de heilige van God.’ 25 Jezus sprak hem streng toe en zei: ‘Zwijg en ga uit hem weg!’

  22. Marcus 1: 26 De onreine geest deed de man stuiptrekken en verliet hem met een luide schreeuw. 27 Iedereen was zo verbijsterd dat ze tegen elkaar zeiden: ‘Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag! Zelfs als hij onreine geesten een bevel geeft, wordt hij gehoorzaamd.’ 28 Het nieuws over Jezus verspreidde zich algauw overal in Galilea.

  23. Marcus 1: 29 Toen ze uit de synagoge kwamen, gingen ze rechtstreeks naar het huis van Simon en Andreas, samen met Jakobus en Johannes. 30 Simons schoonmoeder lag met koorts in bed,enzesprakenmetJezusoverhaar. 31 Hij ging naar haar toe, pakte haar hand vast en hielp haar overeind. Toen verliet de koorts haar, en ze begon voor hen te zorgen.

  24. Marcus 1: 32 ‘s Avonds laat, toen de zon al was ondergegaan, brachten de mensen alle zieken en bezetenen naar hem toe; 33 alle inwoners van de stad hadden zich bij de deur van het huis verzameld. 34 Hij genas vele zieken van allerlei kwalen en hij dreef veel demonen uit, maar stond ze niet toe om iets te zeggen, want ze wisten wie hij was.

  25. Marcus 1: 35 Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden. 36 Maar Simon en de anderen die bij hem waren, gingen hem vlug achterna, 37 en toen ze hem gevonden hadden zeiden ze tegen hem: ‘Iedereen is naar u op zoek!’

  26. Marcus 1: 38 Toen zei hij: ‘Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen hier in de omtrek, zodat ik ook daar het goede nieuws kan brengen. Daarvoor ben ik immers op weg gegaan.’ 39 In heel Galilea bracht hij het nieuws in de synagogen en dreef hij demonen uit.

  27. Marcus 1: 40 Er kwam iemand naar hem toe die aan huidvraat leed; hij smeekte hem om hulp en zei, terwijl hij op zijn knieën viel: ‘Als u wilt, kunt u mij rein maken.’ 41 Jezus kreeg medelijden, stak zijn hand uit, raakte hem aan en zei: ‘Ik wil het, word rein.’ 42 En meteen verdween zijn huidvraat en hij was rein.

  28. Marcus 1: 43 Jezus stuurde hem weg met de ernstige waarschuwing: 44 ‘Denk erom dat u tegen niemand iets zegt, maar ga u aan de priester laten zien en breng het reinigingsoffer dat Mozes heeft voorgeschreven, als getuigenis voor de mensen.’

  29. Marcus 1: 45 Maar toen de man vertrokken was, ging hij overal breeduit rondvertellen wat er gebeurd was, met als gevolg dat Jezus niet langer openlijk in een stad kon verschijnen, maar op eenzame plaatsen buiten de steden moest blijven. Toch bleven de mensen van alle kanten naar hem toe komen.

  30. ‘Iedereen zoekt U’ : 1, 2 en 4 Iedereen zoekt U, jong of oud, speurend langs allerlei wegen: kronkelig, vreemd, of recht, vertrouwd. Meester, waar kom ik U tegen? Eens vindt U ons, bij dag of nacht, moe van onszelf en zonder kracht, dorstig naar liefde en zegen. (Tekst Emil Liedgren, 1919; vertaling Gert Landman, 2011)

  31. ‘Iedereen zoekt U’ : 1, 2 en 4 Volgen wij, Heiland, niet uw spoor: laten wij anderen bloeden, geven wij pijn en angsten door, neem ons dan onder uw hoede. Spreek uw genezend woord vol macht, dan krijgt ons leven nieuwe kracht. Spreek, dan keert alles ten goede. (Tekst Emil Liedgren, 1919; vertaling Gert Landman, 2011)

  32. ‘Iedereen zoekt U’ : 1, 2 en 4 Koning, uw rijk is zo nabij, open mijn ogen en oren! Onrustig is mijn hart in mij, totdat het nieuw wordt geboren. Daarom zoekt U elk mensenkind. Zoek, Herder, mij, opdat ik vind en steeds meer bij U ga horen. (Tekst Emil Liedgren, 1919; vertaling Gert Landman, 2011)

  33. De kinderen mogen naar de bijbelklas gaan. Daar zal verteld worden over de roeping van Simon, Andreas, Jakobus en Johannes tot leerling van Jezus (Marcus 1 : 14 – 20).

  34. Preek

  35. Psalm 130 : 3 Ik heb mijn hoop gevestigd op God den HEER die hoort. Mijn hart, hoezeer onrustig, wacht zijn verlossend woord. Nog meer dan in de nachten wachters het morgenlicht, blijf ik, o Heer, verwachten uw lichtend aangezicht.

  36. Dankgebed en voorbeden

  37. Als de kinderen terug zijn uit de bijbelklas, wordt er gecollecteerd voor: 1. de diaconie, 2. de (Singel)kerk.

  38. Psalm 103 : 1, 2 en 8 Zegen, mijn ziel, de grote naam des HEREN, laat al wat binnen in mij is Hem eren, vergeet niet hoe zijn liefd' u heeft geleid, gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven, die u geneest, die uit het graf uw leven verlost en kroont met goedertierenheid.

  39. Psalm 103 : 1, 2 en 8 Loof Hem, die zo met gaven u verzadigt, dat uw bestaan, met glorie begenadigd, gelijkeenarendnieuwbevleugeldwordt. Het volk in druk heeft van Hem recht verkregen, Hij heeft aan Mozes eens getoond zijn wegen, op Israël zijn zegen uitgestort.

  40. Psalm 103 : 1, 2 en 8 Hij heeft de hemel tot zijn troon verheven, Hij heerst als koning over al het leven. Looft engelen, zijn hoge majesteit, krachtige helden, die aan alle oorden als boden meldt zijn goddelijke woorden, Hem zij uw dienst, Hem zij uw lied gewijd.

  41. Zegen, te beantwoorden met:

  42. VANMIDDAG: 17.00 uur kerkdienst te beluisteren via internet vanuit dit gebouw met ds. H. de Bruijne als voorganger; in die dienst zal tevens een viering van het avondmaal worden gehouden.

More Related