1 / 22

Woningfinanciering een inleiding

Woningfinanciering een inleiding. Hoofdstuk 11. De bruto- en nettolasten bij diverse hypotheekvormen. De brutowoonlast. De nettowoonlast. De brutofinancieringslast. De nettofinancieringslast. Vergelijking van hypotheekvormen. De brutowoonlast.

troy-hays
Download Presentation

Woningfinanciering een inleiding

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Woningfinancieringeen inleiding Hoofdstuk 11

  2. De bruto- en nettolasten bij diverse hypotheekvormen De brutowoonlast De nettowoonlast De brutofinancieringslast De nettofinancieringslast Vergelijking van hypotheekvormen hoofdstuk 11

  3. De brutowoonlast • Totaalbedrag aan woonlasten voor de woning per periode • Niet de kosten die een huurder ook zou maken hoofdstuk 11

  4. De nettowoonlast • Brutowoonlast verminderd met het belastingvoordeel • Op basis van de grondslag voor de nettowoonlast • Negatieve grondslag  belastingvoordeel hoofdstuk 11

  5. Voorbeeld • Kees is geheel 2009 eigenaar van een monumentaal pand. Bereken voor Kees de maandelijkse nettowoonlast. Gegevens 2009: hoofdstuk 11

  6. Uitwerking voorbeeld hoofdstuk 11

  7. Uitwerking voorbeeld hoofdstuk 11

  8. Uitwerking voorbeeld hoofdstuk 11

  9. Uitwerking voorbeeld • Belastingvoordeel: (57.700 -/- 54.776) × 52% + (54.776 -/- 40.700) × 42% = 7.432 euro • Netto woonlast per maand: 13.627 / 12 = 1.136 euro hoofdstuk 11

  10. De brutofinancieringslast • Alle betalingen als gevolg van de hypothecaire lening hoofdstuk 11

  11. De nettofinancieringslast • Brutofinancieringslast verminderd met het belastingvoordeel • Op basis van de grondslag voor de nettofinancieringslast • Negatieve grondslag  belastingvoordeel • Voor correcte bepaling van belastingvoordeel ook rekening houden met andere bijtel- en aftrekposten • Zie voorbeeld op pagina 251 van het boek hoofdstuk 11

  12. Grondslag voor de nettofinancieringslast hoofdstuk 11

  13. Voorbeeld Uitgangspunten: Gevraagd: bruto- en nettofinancieringslast in maand 1, maand 7 en maand 8 hoofdstuk 11

  14. Uitwerking voorbeeld • Aflossing: € 288.000 / 360 = € 800 per maand • Rente maand 1: 6% / 12 × € 288.000 = € 1.440 • Rentedaling: 6% / 12 × € 800 = € 4 per maand hoofdstuk 11

  15. Uitwerking voorbeeld • In 2009: • Ewf = 0,55% × € 240.000 × 7 / 12 = € 770 • Gem. rente per maand = € 1.428 • Totale rente = 7 × € 1.428 = € 9.996 hoofdstuk 11

  16. Uitwerking voorbeeld • Belastingvoordeel in 2009: (57.000 -/- 54.776) × 52% + (54.776 -/- 43.784) × 42% = 5.773,12 euro  43,6828% van de grondslag • Belastingvoordeel juni 2009 (maand 1): • Belastingvoordeel december 2009 (maand 7): hoofdstuk 11

  17. Uitwerking voorbeeld • In 2010 • Ewf = 0,55% × € 240.000 = € 1.320 • Uitgangspunt: WOZ-waarde in 2009 • Gem. rente per maand = € 1.390 • Totale rente = 12 × € 1.390 = € 16.680 hoofdstuk 11

  18. Uitwerking voorbeeld • Belastingvoordeel in 2010: • Uitgangspunt: tarieven en omstandigheden van 2009 (57.000 -/- 54.776) × 52% + (54.776 -/- 41.640) × 42% = 6.673,60 euro  43,4479% van de grondslag • Belastingvoordeel januari 2010 (maand 8): hoofdstuk 11

  19. Uitwerking voorbeeld hoofdstuk 11

  20. Vergelijking van hypotheekvormen • Uitgangspunten als in voorbeeld • Alleen hoogte van risicopremies verschillen lichtelijk hoofdstuk 11

  21. Vergelijking van hypotheekvormen • Constante lasten behalve bij lineair • Aflossingsvrij is niet de goedkoopste! • Annuïteit en spaar zijn bruto even duur • Maar niet netto! hoofdstuk 11

  22. Vergelijking van hypotheekvormen • Stijging van nettolasten na 7 maanden (jaar 1) • Aflossingsvrij ook nu niet de goedkoopste! • Flink verschil tussen annuïteit en spaar • Verschillen in laatste jaar door • Slechts 5 maanden  groter deel aftrekbaar tegen 52% • Aftrekpost wegens geen of geringe eigenwoningschuld hoofdstuk 11

More Related