1 / 22

Rekenen

Rekenen. Cito M6 oefenen. 1. Het middelste getal is de optelsom van de buitenste getallen. Welk getal ontbreekt er?. 2. Over hoeveel minuten is het 12 uur ‘s avonds?. 3. Welk deel van de taart ontbreekt?. 4. Reken uit:. 252:4=. 5.

sammy
Download Presentation

Rekenen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Rekenen Cito M6 oefenen

  2. 1 Het middelste getal is de optelsom van de buitenste getallen. Welk getal ontbreekt er?

  3. 2 Over hoeveel minuten is het 12 uur ‘s avonds?

  4. 3 Welk deel van de taart ontbreekt?

  5. 4 Reken uit: 252:4=

  6. 5 Peter heeft een afspraak bij de tandarts over 14 dagen. Welke dag en datum is dat?

  7. 6 De plank is 180 cm lang. Peter zaagt 1/3 deel er af. Hoeveel cm is dat?

  8. 7 Een hele pizza kost € 12,-. Hoeveel kost ¼ pizza?

  9. 8 Op de kilometerteller van onze auto staat 25.350 km. De reis naar Spanje is 1500 km lang. Op welke stand staat de teller bij aankomst? 25.350 km

  10. In een vrachtwagen zitten 200 dozen. In elke doos zitten 75 boeken. Hoeveel boeken zijn er in de vrachtwagen? 9

  11. Peter zegt dat 33 cl meer is dan 330 ml. Amanda zeg dat 33 cl en 330 ml even veel is. Wie heeft er gelijk? 10 Peter of Amanda

  12. 11 Hoe laat is het op deze klok? 8 voor half 8 8 voor half negen 20.38 20.18

  13. 12 Welk getal moet er op de streep staan? 1352-……=803

  14. Op de markt kost een kilogram peren € 2,50 Henk wil 2 ½ kilogram kopen. Hoeveel moet hij betalen? 13

  15. 14 De maatbeker heeft 500 ml ranja. Hoeveel glazen van 20 cl kun je daar mee vullen?

  16. De entreeprijzen van de dierentuin zijn € 19,85 per persoon. Sandra koopt 4 kaartjes. Hoeveel moet zij ongeveer betalen? 15 € 75,00 € 70,00 € 80,00 € 85,00

  17. 16 Hoeveel euro heeft Petra korting gekregen? € 22,50 € 17,50

  18. 17 Hoeveel tegels zijn er weggehaald voor het maken van een moestuinen?

  19. 18 Tel met stappen van 10 terug. Wat komt er op de vraagtekens te staan?

  20. 19 Sjaak moet € 10,20 betalen. Sjaak betaalt met een briefje van € 20,00. Welke munt moet Sjaak bij betalen om precies een briefje van €10,00 terug te krijgen?

  21. 20 Hoeveel moet Marjan betalen aan de kassa voor de biefstuk?

  22. 21 Er zijn 2 zakjes graszaad nodig voor 100 m2. Hoeveel zakjes heb ik nodig voor het hele grasveld? grasveld 100 m2

More Related