1 / 33

Eenzaamheid en vrijwilligerswerk Rapport

Eenzaamheid en vrijwilligerswerk Rapport. Inhoud. Samenvatting en conclusies.

rama-lawson
Download Presentation

Eenzaamheid en vrijwilligerswerk Rapport

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Eenzaamheid en vrijwilligerswerkRapport

  2. Inhoud

  3. Samenvatting en conclusies • Het merendeel van de Nederlandse bevolking vindt dat vrijwilligerswerk belangrijk is voor de samenleving en denkt dat vrijwilligerswerk een positieve invloed heeft op het verminderen van eenzaamheid. Bij de eenzame vrijwilligers zien we een grote groep die aangeeft dat het doen van vrijwilligerswerk helpt de eenzaamheidsgevoelens te verminderen bij henzelf. • Vrijwilligers en niet-vrijwilligers verschillen echter niet van elkaar in de mate van eenzaamheid. Mensen die vrijwilligerswerk doen, zijn dus niet minder eenzaam dan zij die dat wel doen. We zien wel dat mensen die vroeger vrijwilligerswerk hebben gedaan vaker (sterk) eenzaam zijn. Een deel van hen is gestopt in verband met gezondheidsklachten. Mogelijk zorgt hun persoonlijke gezondheidssituatie ervoor dat zij minder goed in de maatschappij kunnen meedraaien dan ze zelf zouden willen en zich hierdoor vaker eenzaam voelen. • Binnen de groep vrijwilligers verschillen eenzamen wel op een aantal punten van niet-eenzamen. Eenzame vrijwilligers geven beduidend vaker dan niet-eenzame vrijwilligers aan dat het doen van vrijwilligerswerk wel degelijk van invloed is (geweest) op het verminderen van het gevoel van eenzaamheid. Deze vrijwilligers zijn nog wel (in enige mate) eenzaam, maar zonder hun vrijwilligerswerk waren deze gevoelens van eenzaamheid waarschijnlijk veel sterker geweest. Vrijwilligerswerk is daarmee niet de oplossing voor alle eenzaamheidsgevoelens, maar levert wel een belangrijke bijdrage. • Eenzame vrijwilligers doen vaker vrijwilligerswerk bij een welzijnsorganisatie of gezondheidsorganisatie dan niet-eenzame vrijwilligers. Niet-eenzame vrijwilligers zijn vaker bij een sportvereniging te vinden. Wat soort werkzaamheden betreft, zien we dat de meeste vrijwilligers (zowel eenzame als niet-eenzame) uitvoerende werkzaamheden verrichten. Niet-eenzame vrijwilligers zijn vaker in bestuurlijke functies te vinden en geven vaker informatie/training/advies dan eenzame vrijwilligers. Bij het vrijwilligerswerk dat ze doen, zijn eenzame mensen iets minder vaak in contact met andere vrijwilligers of met de gasten/leden waar de organisatie zich voor inzet.

  4. Samenvatting en conclusies • Motieven vrijwilligerswerk • De voornaamste redenen om vrijwilligerswerk te doen zijn voor eenzame en niet-eenzame vrijwilligers hetzelfde: ze willen zich nuttig maken, het lijkt ze leuk werk, ze willen graag iets voor anderen betekenen en het geeft ze een goed gevoel. Als we inzoomen op de meer sociale motieven om vrijwilligerswerk te doen (contacten opdoen, ergens bijhoren), zien we dat deze redenen voor eenzame vrijwilligers veel vaker een rol spelen dan voor de niet-eenzame vrijwilligers. Zo zijn het leggen van contacten met andere mensen, afleiding zoeken van het dagelijks leven en het uitbreiden van het sociale netwerk voor eenzame vrijwilligers belangrijkere motieven om vrijwilligerswerk te gaan doen dan voor niet-eenzame vrijwilligers. • Verwachtingen ten aanzien van vrijwilligerswerk worden waargemaakt. Wat men zocht in vrijwilligerswerk, vindt men over het algemeen ook terug. Wat betreft motieven gerelateerd aan sociale aspecten, worden verwachtingen zelfs overtroffen. Het aantal eenzame mensen dat aangeeft door vrijwilligerswerk meer mensen om zich heen te hebben is bijvoorbeeld bijna twee keer zo groot als het aantal dat om deze reden vrijwilligerswerk is gaan doen. Voor de niet-eenzame vrijwilligers wellicht een leuke bijkomstigheid, maar voor eenzame vrijwilligers levert het doen van vrijwilligerswerk een belangrijke bijdrage aan het verminderen van hun gevoelens van eenzaamheid. Meer zelfs dan zij van tevoren zouden verwachten. • Het doen van vrijwilligerswerk draagt bij aan het opdoen van contacten en het uitbreiden van een sociaal netwerk. Bijna alle vrijwilligers geven aan dat zij leuke contacten hebben opgedaan tijdens het doen van vrijwilligerswerk en ruim de helft heeft hierdoor zijn of haar kennissenkring uitgebreid. Een kwart heeft ook een echt goede vriend of vriendin leren kennen via het vrijwilligerswerk. Het lijkt er wel op dat een deel van deze contacten weer verloren gaat als men stopt met vrijwilligerswerk: onder de ex-vrijwilligers liggen deze percentages lager. Maar juist onder deze groep is te zien dat ook een aanzienlijk deel van de ex-vrijwilligers langdurige contacten via het vrijwilligerswerk heeft opgebouwd en behouden.

  5. Samenvatting en conclusies • Welke handreikingen hebben eenzame mensen nodig om vrijwilligerswerk te gaan doen? • De meest genoemde redenen om geen vrijwilligerswerk te doen, of om hiermee te stoppen zijn ‘geen tijd’ en gezondheidsklachten. Dit zijn aspecten die natuurlijk een belangrijke rol kunnen spelen, maar zijn voor een deel ook argumenten (‘smoesjes’) die snel genoemd worden als men er eigenlijk geen zin in heeft. Opvallend is wel dat veel ex-vrijwilligers die zich eenzaam voelen, gestopt zijn in verband met gezondheidsklachten. Ook zijn zij relatief vaker op een bepaalde manier teleurgesteld in het vrijwilligerswerk dat ze deden, ze haalden er geen voldoening meer uit of de werksfeer beviel hen niet meer. Doordat eerder vrijwilligerswerk ze teleurgesteld heeft, ervaren ze dit mogelijk ook als drempel om het weer te gaan doen. Ze willen er wel zeker van zijn dat ze een plekje vinden dat echt bij ze past. • Eenzame mensen die nooit vrijwilligerswerk hebben gedaan, geven naast ‘geen tijd’ en gezondheids- en/of persoonlijke problemen aan, dat niemand hen ooit gevraagd heeft en ze ook niet zouden weten wat ze zouden moeten doen en of ze dat wel zouden kunnen. Onder deze groep leeft dus ook onzekerheid over hun eigen vermogen om vrijwilligerswerk te doen. Voor deze mensen is het belangrijk om te laten zien dat vrijwilligerswerk laagdrempelig is, werkzaamheden duidelijk omschreven zijn en dat ze de juiste ondersteuning en begeleiding krijgen om ze op weg te helpen. Zij moeten het zelfvertrouwen krijgen dat zij het prima kunnen. • ‘Geen tijd’ en gezondheidsklachten worden dus als belangrijkste redenen genoemd voor het niet (meer) doen van vrijwilligerswerk, deze aspecten zijn lastig om je als organisatie op te richten. Mogelijk kan benadrukt worden dat vrijwilligerswerk niet direct hoeft te betekenen dat je er wekelijks een dag mee kwijt bent en dat er ook andere taken zijn die je met een bepaalde beperking wel kunt uitvoeren. Belangrijker is het om je als organisatie te richten op het werven en behouden van vrijwilligers door aan te kaarten wat het met je kan doen. Wat het je oplevert zonder dat je dat zelf had kunnen bedenken. Een actieve benadering werkt hierbij heel goed. Mensen die door anderen gevraagd worden om vrijwilligerswerk te doen, zullen veel sneller ‘ja’ zeggen.

  6. Samenvatting en conclusies • We zien dat tweederde van de vrijwilligers vrijwilligerswerk doet, omdat ze gevraagd zijn. Eenzame mensen hebben echter minder mensen om zich heen die vrijwilligerswerk doen, zijn vaker arbeidsongeschikt en alleenstaand. Huidige vrijwilligers moeten daarom aangemoedigd worden om mensen uit te nodigen ook vrijwilligerswerk te gaan doen, zij kunnen hierin een ambassadeursrol vervullen. • Het doen van vrijwilligerswerk is er vaak op gericht om iets te kunnen betekenen voor een ander, dit is ook de sterkste motivator om vrijwilligerswerk te gaan doen. Maar vrijwilligerswerk levert de vrijwilliger zelf ook veel op: waardevolle contacten met anderen, prettige afleiding van het dagelijks leven, meer zelfvertrouwen en mensen en gezelligheid om je heen. Dit zijn aspecten die mensen vooraf niet zo snel verwachten maar wel vinden in hun vrijwilligerswerk. Een belangrijk aspect om te communiceren naar potentiële vrijwilligers.

  7. 1 Achtergrond

  8. Achtergrond • Coalitie Erbij is een samenwerkingsverband van maatschappelijke organisaties, die ieder op eigen wijze een maatschappelijke rol spelen om eenzaamheid te voorkomen en te bestrijden. Coalitie Erbij organiseert jaarlijks de Week tegen Eenzaamheid. • Coalitie Erbij wil de samenleving bewust maken van het probleem van eenzaamheid en mensen aanzetten tot actie. Het thema van dit jaar is ‘Kom Erbij’. Dit thema richt zich enerzijds op eenzame mensen om hen te motiveren zich ergens bij aan te sluiten. Anderzijds is deze boodschap bedoeld voor mensen zonder eenzaamheidsklachten, om een motivator te zijn voor mensen die eenzaam zijn en hen te betrekken bij activiteiten. • In de afgelopen jaren voerde TNS NIPO rondom de Week tegen Eenzaamheid onderzoek uit. Dit werd onder andere gebruikt voor publiciteit voorafgaand en tijdens de Week tegen Eenzaamheid. Ook in 2013 is onderzoek uitgevoerd. TNS NIPO heeft in opdracht van Coalitie Erbij en communicatieadvies- en mediabureau BBK/Door Vriendschap Sterker een onderzoek ingericht. • Dit jaar is gekozen voor ‘vrijwilligerswerk en eenzaamheid’. Leden en kernleden van Coalitie Erbij zijn organisaties die veel te maken hebben met (en zelfs niet kunnen bestaan zonder) vrijwilligers en zij hopen dat het doen van vrijwilligerswerk iets kan bijdragen aan het verminderen van eenzaamheid.

  9. De hoofdvraag van dit onderzoek Is er verschil in mate van eenzaamheid tussen diegenen die vrijwilligerswerk doen en zij die dat niet doen en is er verschil in het soort vrijwilligerswerk dat wordt gedaan? En welke handreikingen hebben eenzame mensen nodig om vrijwilligerswerk te gaan doen? Motieven Barrières Huidig gedrag • Wat zijn redenen om vrijwilligerswerk te gaan doen? • In hoeverre past het bij eenzame mensen? • In hoeverre speelt (het bestrijden van) eenzaamheid een rol bij het doen van vrijwilligerswerk? • Wat levert het doen van vrijwilligerswerk (eenzame) mensen op? • Wat houdt (eenzame) mensen tegen om vrijwilligerswerk te gaan doen? • Wat zijn redenen waardoor (eenzame) mensen gestopt zijn met vrijwilligerswerk? • Is eenzaamheid een barrière voor het doen van vrijwilligerswerk? • Hoe kunnen barrières voor het doen van vrijwilligerswerk bij eenzamen opgeheven worden? • Zijn vrijwilligers minder vaak of vaker eenzaam dan niet-vrijwilligers? • Wat voor soort vrijwilligerswerk doet men? • Is er verschil tussen eenzamen en niet-eenzamen in het doen van (het soort) vrijwilligerswerk?

  10. Leeswijzer • In de volgende hoofdstukken worden de antwoorden op de vragen gepresenteerd door middel van tekst, grafieken en tabellen. • In de rapportage staat zoveel mogelijk het verschil tussen eenzamen en niet eenzamen centraal. • Waar gesproken wordt over verschillen tussen deze groepen, betreft het significante verschillen. • Daar waar het verschil met meer voorzichtigheid moet worden geïnterpreteerd, staat het specifiek aangegeven. • Significante verschillen worden in de tabellen en grafieken dikgedrukt weergegeven.

  11. 2 Huidig gedrag

  12. Vrijwilligers en niet-vrijwilligers zijn even vaak eenzaam. Opvallend: de ex-vrijwilliger is vaker ‘sterk’ eenzaam • Vrijwilligers en niet-vrijwilligers verschillen niet van elkaar in de mate van eenzaamheid. Deze twee groepen laten een bijna identiek beeld zien als het gaat om het percentage eenzame en niet eenzame mensen. Ook zijn zij het even vaak eens met de stellingen dat vrijwilligerswerk bij ze past (vier op de tien) en dat het doen van vrijwilligerswerk vanzelfsprekend is (ruim drie op de tien). • Mensen die in het verleden vrijwilligerswerk hebben gedaan maar hiermee zijn gestopt, zijn opvallend vaak sterk eenzaam. • Waar we onder vrijwilligers en niet-vrijwilligers 1% sterk eenzamen vinden, is dat onder ex-vrijwilligers 5%. Ook het percentage niet-eenzamen onder de groep ex-vrijwilligers verschilt significant: 68% versus 76%. • Ongeveer de helft van deze mensen is een tot 5 jaar geleden gestopt met het doen van vrijwilligerswerk, de andere helft heeft langer geleden vrijwilligerswerk gedaan. Vraag: Als we mensen zouden indelen in niet eenzaam, matig eenzaam en sterk eenzaam, waar zou u zich dan nu toe rekenen? Basis: alle ondervraagden, n=1553

  13. Soort organisatie en aard van de werkzaamheden verschillen licht tussen eenzame en niet-eenzame vrijwilligers • Vrijwilligers met meer of mindere mate van eenzaamheid verschillen licht van elkaar in het soort organisatie waar zij vrijwilligerswerk voor doen. Ook zijn er kleine verschillen in de aard van de werkzaamheden. Vrijwilligers die eenzaam zijn, werken vaker als vrijwilliger in een gezondheidsinstelling of bij een welzijnsorganisatie. Vrijwilligers die niet eenzaam zijn, zijn vaker te vinden in sportverenigingen. Vrijwilligers die niet eenzaam zijn, zijn vaker bij sportverenigingen te vinden. Niet-eenzamen voeren vaker bestuurlijke taken uit en geven vaker informatie, training of advies. Vraag: Voor wat voor organisaties/verenigingen doet/deed u vrijwilligerswerk? Meer antwoorden mogelijk. Basis: vrijwilligers en ex-vrijwilligers, n=1083 In de grafiek zijn de organisaties getoond die door meer dan 10% zijn genoemd. Vraag: Wat voor soort vrijwilligerswerk deed/doet u? Meer antwoorden mogelijk. Basis: vrijwilligers en ex-vrijwilligers, n=1083

  14. Eenzamen zijn in hun vrijwilligerswerk minder in contact met andere vrijwilligers of met klanten/gasten Vraag: Bent/was u bij het doen van uw vrijwilligerswerk in contact met andere vrijwilligers? Basis: vrijwilligers en ex-vrijwilligers, n=1083 Vraag: Bent/was u bij het doen van uw vrijwilligerswerk direct in contact met de mensen waarvoor de organisatie/vereniging zich inzet (de klanten/gasten)? Basis: vrijwilligers en ex-vrijwilligers, n=1083

  15. 3 Motieven voor vrijwilligerswerk

  16. Jezelf nuttig maken en het leuke werk spreken mensen aan om vrijwilligerswerk te gaan doen. En: gevraagd worden! • Hiernaast is de top tien opgenomen van meest gekozen redenen om vrijwilligerswerk te zijn gaan doen. Mensen willen zich vooral nuttig maken, iets voor anderen kunnen betekenen. Het lijkt ze leuk werk en vrijwilligerswerk doen geeft ze een goed gevoel. • De belangrijkste motieven zijn redelijk gelijk tussen eenzamen en niet-eenzamen. Eenzamen kiezen wel vaker dan niet-eenzamen voor vrijwilligerswerk omdat ze zich nuttig willen maken en contact willen leggen. Wat minder vaak komt de keuze voor vrijwilligerswerk bij eenzamen voort uit de verbondenheid met een organisatie, in vergelijking met niet-eenzamen. • Wat opvalt is dat (ruim) twee derde van de vrijwilligers aangeeft vrijwilligerswerk te zijn gaan doen omdat zij gevraagd zijn. • Op de volgende pagina vergelijken we deze twee groepen nogmaals en focussen we op de ‘sociale’ redenen om vrijwilligerswerk te gaan doen.

  17. Eenzamen hebben veel vaker ‘sociale’ motieven om vrijwilligerswerk te gaan doen • Hiernaast zijn de redenen geselecteerd die gerelateerd zijn aan het tegengaan van eenzaamheid bij de vrijwilliger. • Eenzamen hebben veel vaker dan niet-eenzamen voor vrijwilligerswerk gekozen vanwege deze redenen. De verschillen tussen deze twee groepen zijn significant op alle motieven die gerelateerd zijn aan eenzaamheid. • Eenzamen hopen vaker dan niet-eenzamen contacten te leggen, afleiding te vinden, ergens bij te horen, zelfvertrouwen te krijgen en gezelligheid te vinden. De vraag is of deze verwachtingen uitkomen. De volgende slides gaan hier op in.

  18. Verwachtingen t.a.v. vrijwilligerswerk komen uit voor niet-eenzame vrijwilligers • In de top 5 van redenen om vrijwilligerswerk te gaan doen, komen meer algemene redenen voor zoals leuk werk doen en iets voor anderen betekenen. Hiernaast zijn alle ‘algemene’ redenen opgenomen, sociale motieven laten lagere percentages zien en staan op de volgende slide. • Redenen om vrijwilligerswerk te gaan doen komen in sterke mate overeen met datgene wat het oplevert volgens de niet-eenzame vrijwilliger. Vier van de vijf niet-eenzame vrijwilligers ging vrijwilligerswerk doen om een goed gevoel te krijgen en eenzelfde aandeel is het eens met de stelling dat vrijwilligerswerk ‘me een goed gevoel geeft’. Een dergelijk beeld geven alle algemene motieven om vrijwilligerswerk te gaan doen. Men vindt wat men zoekt. Vraag: In hoeverre waren onderstaande aspecten voor u een reden om vrijwilligerswerk te gaan doen? Basis: vrijwilligers en ex-vrijwilligers, n=1.083 Als u nu denkt aan uw vrijwilligerswerk, in hoeverre draagt dit voor u bij aan onderstaande aspecten? Basis: vrijwilligers en ex-vrijwilligers, n=1.083

  19. Sociale aspect vrijwilligerswerk lang niet altijd een motief voor niet-eenzame vrijwilligers maar relatief vaak wel gevonden • De helft van de niet-eenzame vrijwilligers ging vrijwilligerswerk doen om contacten te leggen met andere mensen. Veel meer niet-eenzame vrijwilligers geven aan dat vrijwilligerswerk ervoor zorgt dat je contact legt met andere mensen. • De sociale redenen zijn voor niet-eenzame vrijwilligers niet de belangrijkste redenen, maar we zien dat zij er wel in slagen contact te leggen, gezelligheid om zich heen te hebben en hun sociale netwerk uit te breiden. Voor deze groep vrijwilligers zijn dit leuke bijkomstigheden van vrijwilligerswerk: ze zochten het niet, maar kregen het wel. Vraag: In hoeverre waren onderstaande aspecten voor u een reden om vrijwilligerswerk te gaan doen? Basis: vrijwilligers en ex-vrijwilligers, n=1.083 Als u nu denkt aan uw vrijwilligerswerk, in hoeverre draagt dit voor u bij aan onderstaande aspecten? Basis: vrijwilligers en ex-vrijwilligers, n=1.083

  20. Ook eenzame vrijwilligers vinden terug wat zij als motivatie hadden om vrijwilligerswerk te gaan doen • Ook vrijwilligers die eenzaam zijn, hebben als grootste motieven voor vrijwilligerswerk de meer algemene redenen. Hiernaast zijn de algemene redenen opgenomen, die ook nagenoeg allemaal vaker genoemd zijn dan de redenen die gerelateerd zijn aan eenzaamheid (zie volgende pagina). • In het werk vinden zij terug waarom ze het zijn gaan doen. 85% wilde bijvoorbeeld iets voor anderen betekenen en is daarom vrijwilligerswerk gaan doen, waar 84% aangeeft ook echt iets voor anderen te betekenen tijdens het vrijwilligerswerk. De percentages liggen dicht bij elkaar. • Het aantal mensen dat zegt dat iets een reden is geweest, en dit vervolgens niet terugvindt in het vrijwilligerswerk, is zeer klein. Vraag: In hoeverre waren onderstaande aspecten voor u een reden om vrijwilligerswerk te gaan doen? Basis: vrijwilligers, n=1.083 Als u nu denkt aan uw vrijwilligerswerk, in hoeverre draagt dit voor u bij aan onderstaande aspecten? Basis: vrijwilligers, n=1.083

  21. Verwachtingen van eenzamen ten aanzien van sociale aspect van vrijwilligerswerk worden zelfs overtroffen • Wat voor een niet-eenzame vrijwilliger mogelijk een leuke bijkomstigheid is, kan voor een eenzame vrijwilliger een belangrijk positief effect zijn van vrijwilligerswerk en een bijdrage leveren aan het verminderen van het gevoel van eenzaamheid bij deze groep. • Het aantal eenzame vrijwilligers dat aangeeft door het vrijwilligerswerk meer mensen om zich heen te hebben, is bijna twee keer zo groot als het aantal mensen dat om deze reden vrijwilligerswerk is gaan doen. Verwachtingen worden dus op het gebied van het sociale aspect van vrijwilligerswerk meer dan eens overtroffen. Vraag: In hoeverre waren onderstaande aspecten voor u een reden om vrijwilligerswerk te gaan doen? Basis: vrijwilligers, n=1.083 Als u nu denkt aan uw vrijwilligerswerk, in hoeverre draagt dit voor u bij aan onderstaande aspecten? Basis: vrijwilligers, n=1.083

  22. Eenzaam of niet eenzaam: bijna iedereen doet leuke contacten op tijdens vrijwilligerswerk, bijna kwart leert echt goede vriend of vriendin kennen Hoe duurzamer het contact, hoe kleiner het deel dat aangeeft dit contact te hebben gevonden. Bijna negen op de tien vrijwilligers geven aan leuke contacten te hebben tijdens het vrijwilligerswerk en ruim de helft heeft zijn of haar kennissenkring uitgebreid. Vrijwilligers die eenzaam zijn verschillen hierin niet opvallend van vrijwilligers die niet eenzaam zijn. Vraag: Door mijn vrijwilligerswerk heb ik… Basis: vrijwilligers en ex-vrijwilligers, n=1.083

  23. Waar contacten deels lijken te verwateren als men stopt met vrijwilligerswerk vindt toch bijna een vijfde van de ex-vrijwilligers een echt goede vriend Hier zien we dat de groep ex-vrijwilligers afwijkt van de huidige vrijwilliger. Minder vaak geven zij aan leuke contacten te hebben gehad, hun kennissenkring te hebben uitgebreid of een echt goede vriend, vriendin of partner te hebben leren kennen. Evengoed geven nog vier op de tien ex-vrijwilligers aan dat ze hun kennissenkring hebben uitgebreid en heeft bijna een vijfde een echt goede vriend of vriendin leren kennen. Vraag: Door mij vrijwilligerswerk heb ik… Basis: vrijwilligers en ex-vrijwilligers, n=1.083

  24. Merendeel Nederlandse bevolking denkt dat vrijwilligerswerk een positieve invloed heeft op verminderen van eenzaamheid • Bijna acht op de tien Nederlanders vinden dat vrijwilligerswerk belangrijk is voor de samenleving (niet in grafiek). • Het merendeel is er bovendien van overtuigd dat vrijwilligerswerk van invloed is op het verminderen van eenzaamheid bij vrijwilligers zelf. Vrijwilligers en ex-vrijwilligers zijn hiervan nog sterker overtuigd. Dit zien we terug in de linker grafiek hieronder. • Als we naar de persoonlijke situatie vragen (rechter grafiek), zien we vooral bij de eenzame vrijwilligers een relatief grote groep (31%) die aangeeft dat het doen van vrijwilligerswerk een positieve uitwerking heeft op het verminderen van eenzaamheid, tegen 13% bij wie dat niet het geval was. Deze mensen geven echter wel aan nog steeds (matig) eenzaam te zijn, maar blijkbaar helpt het doen van vrijwilligerswerk hen wel dit gevoel te verminderen. Vraag: In hoeverre denkt u dat het doen van vrijwilligerswerk van invloed is op het verminderen van het gevoel van eenzaamheid bij vrijwilligers zelf? Basis: alle ondervraagden, n=1553 Vraag: In hoeverre denkt u dat het doen van vrijwilligerswerk van invloed is (geweest) op het verminderen van het gevoel van eenzaamheid bij u zelf? Basis: vrijwilligers en ex-vrijwilligers, n=1083

  25. 4 Barrières en handreikingen

  26. Eenzamen stoppen vaker dan niet-eenzamen met vrijwilligerswerk vanwege gezondheidsklachten en teleurstelling in het werk • De drie voornaamste redenen om te stoppen met vrijwilligerswerk zijn dat men niet voldoende tijd meer heeft, de privé situatie en lichamelijke en/of gezondheidsklachten. • We zien hierbij een aantal opvallende verschillen tussen eenzame en niet eenzame mensen. Eenzame mensen stoppen vaker vanwege lichamelijke en/of gezondheidsklachten. Onder deze groep is dit de meest genoemde stopreden. De niet eenzamen geven het vaakst aan dat zij geen tijd meer hadden voor het vrijwilligerswerk. • Daarnaast zien we dat eenzame mensen vaker dan niet-eenzamen stoppen omdat ze op een bepaalde manier teleurgesteld zijn geraakt in het vrijwilligerswerk. Zij geven vaker aan dat ze geen voldoening (meer) haalden uit hun vrijwilligerswerk, de werksfeer hen niet beviel, ze niet voldoende waardering kregen, het werk ze inhoudelijk niet lag en dat het hen niet het contact met anderen bracht waarop ze hoopten.

  27. Redenen voor eenzamen om geen vrijwilligerswerk te doen, vaker dan bij niet-eenzamen gerelateerd aan gezondheidsklachten en onzekerheid • Als we mensen die geen vrijwilligerswerk doen spontaan vragen (in een open vraag) naar de belangrijkste redenen dat zij geen vrijwilligerswerk doen, is veruit de meest genoemde reden ‘geen tijd’ (62%). Geen zin (9%) en lichamelijk niet in staat (8%) worden daarna het meest genoemd. Overige redenen worden door minder dan 5% genoemd. • Deze vraag hebben we ook met een aantal antwoordcategorieën voorgelegd (zie de tabel hiernaast). Ook hier zien we dat ‘geen tijd’ de grootste rol speelt, maar daarnaast zien we een aantal interessante verschillen tussen eenzame en niet eenzame mensen. • Lichamelijke/gezondheidsklachten zijn voor ruim een kwart van de eenzamen een reden om geen vrijwilligerswerk te doen, tevens een kwart geeft aan zelf voldoende problemen te hebben. Eenzamen zijn vaker dan niet-eenzamen onzeker over het doen van vrijwilligerswerk: ze weten niet wat ze zouden moeten doen (17% versus 10%), weten niet of ze het wel kunnen (14% versus 5%) en durven het niet zo goed (13% versus 2%). Tevens komt het vaker voor dat eenzamen nooit gevraagd worden voor vrijwilligerswerk (23% versus 10%).

  28. Bijna helft ex-vrijwilligers denkt er wel eens aan om weer vrijwilligerswerk te doen; drukte en gezondheid houden hen tegen Bijna de helft van de ex-vrijwilligers denkt er wel eens aan om weer vrijwilligerswerk te gaan doen (42%). We zien hierin geen verschil tussen eenzame en niet eenzame ex-vrijwilligers. Tijd en gezondheid worden als voornaamste redenen genoemd om toch (nog) niet opnieuw vrijwilligerswerk te doen. Vraag: Denkt u er wel eens aan om weer vrijwilligerswerk te gaan doen? Basis: ex-vrijwilligers, n=396

  29. Een derde van de eenzame niet-vrijwilligers denkt wel eens aan vrijwilligerswerk; tijd, gezondheid en drempelvrees houden tegen Een kwart van de mensen die nog nooit vrijwilligerswerk heeft gedaan, geeft aan er wel eens over te denken vrijwilligerswerk te gaan doen. Significant meer eenzamen (33%) denken hier wel eens aan dan niet-eenzamen (22%). Zowel voor eenzame als niet-eenzame mensen is drukte door werk of gezin de belangrijkste reden om het (nog) niet te doen. Drempelvrees speelt voor eenzame mensen ook een rol om geen vrijwilligerswerk te doen. Vraag: Denkt u er wel eens aan om wel vrijwilligerswerk te gaan doen? Basis: mensen die nog nooit vrijwilligerswerk hebben gedaan, n=470

  30. 5 Achtergrond

  31. Eenzamen zijn vaker alleenstaand en arbeidsongeschikt • Als we de achtergrondvariabelen van de groep eenzamen bekijken, zien we dat ze een redelijke afspiegeling vormen van de Nederlandse bevolking. Dat wil zeggen dat eenzaamheid in alle lagen van de bevolking voorkomt, zowel onder hoger als lager opgeleiden en zowel onder jongeren als ouderen. • Wel is een aantal verschillen te zien. Wat opvalt is dat eenzamen vaker arbeidsongeschikt zijn dan niet-eenzamen. In lijn daarmee hebben niet-eenzamen vaker een baan van 33-40 uur of meer per week. • Eenzamen zijn vaker alleenstaand dan niet-eenzamen. Respondenten met partner zijn dus minder vaak eenzaam. • Hoewel eenzaamheid zowel in de hogere als lagere sociale klasse voorkomt, zien we meer eenzame mensen in de lagere sociale klasse. • Op de volgende slide meer percentages en gegevens over socio-demografische kenmerken van eenzamen en niet-eenzamen.

  32. Achtergrondkenmerken van de eenzamen versus de niet-eenzamen • Vrijwilligerswerk • Evenveel eenzamen als niet-eenzamen hebben de afgelopen 12 maanden vrijwilligerswerk gedaan. Meer eenzamen hebben vroeger vrijwilligerswerk gedaan (31% versus 23%). • Leefsituatie • Ruim vier op de tien eenzamen (42%) zijn alleenstaand, tegenover 14% van de niet-eenzamen. • Geslacht • Vrouwen (57%) geven vaker aan eenzaam te zijn dan mannen (43%). • Sociale klasse • Eenzamen bevinden zich minder vaak in de hoogste sociale klasse (A) (13%) dan niet-eenzamen (20%) en juist wat vaker in de laagste sociale klasse (C/D) (43% versus 32%). • Leeftijd • Niet-eenzamen zijn iets vaker jonger dan 30 jaar (10% versus 15%). Verder zijn er geen verschillen te zien in leeftijdscategorie. • Opleiding • Weinig verschil te zien in hoogst gevolgde opleiding tussen eenzamen en niet-eenzamen. Eenzamen (5%) zijn iets minder vaak HBO/WO opgeleid dan niet-eenzamen (10%). • Omgeving • Eenzamen hebben minder vaak dan niet-eenzamen mensen veel familie en/of vrienden die vrijwilligerswerk doen (21% versus 29%). • Betaald werk • Eenzamen zijn vaker arbeidsongeschikt in vergelijking met niet-eenzamen (resp. 22% versus 6%) en hebben minder vaak een baan van 33-40 uur of meer (23% versus 35%)

  33. Onderzoeksverantwoording

More Related