1 / 11

Middeleeuwen 500-1500 na Chr.

Middeleeuwen 500-1500 na Chr. Vroege middeleeuwen tot 1000 Late middeleeuwen tot 1500. Kenmerken middeleeuwen. Dunbevolkt agrarische samenleving Feodaal stelsel/standenmaatschappij Veel ziektes: pokken/ builenpest=zwarte dood (1350) Theocentrisme Eén godsdienst: katholiek. God-Duivel

lazaro
Download Presentation

Middeleeuwen 500-1500 na Chr.

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Middeleeuwen500-1500 na Chr. Vroege middeleeuwen tot 1000 Late middeleeuwen tot 1500

  2. Kenmerken middeleeuwen • Dunbevolkt agrarische samenleving • Feodaal stelsel/standenmaatschappij • Veel ziektes: pokken/ builenpest=zwarte dood (1350) • Theocentrisme Eén godsdienst: katholiek. God-Duivel • Veel bijgeloof • Volk analfabeet

  3. Hoc est corpus pilatus passus • Op welke bekende zin lijkt deze zin? • Wat betekent deze zin? Hij wordt door een priester uitgesproken tijdens een eucharistieviering.

  4. Hoc est corpus pilatus passus • Hier is het lichaam dat onder Pilatus geleden heeft. • Nu: Dit is het lichaam van Jezus Christus.

  5. Zwarte dood 1350 • Gemiddelde leeftijd is 30-35 jaar • 1/3 van de Europese bevolking sterft= totaal 40 miljoen mensen! • In Engeland de helft van de bevolking • 1450 in Parijs 2/3 van de bevolking sterft door pest, oorlog en hongersnood • Tot 1750 steekt iedere 10 jaar opnieuw de Pest op

  6. Feodaal stelsel 700 na Chr • God • Leenheer = Vorst • Leenman/vazal Krijgt stukken land (feodum)in bruikleen van leenheer in ruil voor trouw en gehoorzaamheid * Horigen werken voor de leenman. Hebben geen rechten. • Drie standen: geestelijkheid (bidden), adel en ridders (strijden), boeren en vissers (werken)

  7. 1000 samenleving verandert • handel en nijverheid komt op gang • Steden ontstaan • Men moet tolheffingen aan vorst betalen • Hovelingen en ridders wonen in kastelen. Optredens van minstrelen/troebadours • Men voert hoofse lyriek op.

  8. Hoofsheid aan het hof(gedragswijze) • Doel: ruzies tussen hovelingen voorkomen. Anderen ontzien en niet nodeloos kwetsen • Middel: regels voor gedrag, kleding, tafelmanieren, conversatie, wijze van vechten en omgang met anderen. • Voorhoofse en hoofse literatuur (expertgroepjes)

  9. Taal • 12e eeuw :Diets en Latijn| • Paar eenvoudige voorbeelden met vertaling en betekenisverschuiving: • 1. wijf betekende in de ME vrouw (wijffie -Utrechts!). Een dame van adel werd Vrouwe genoemd. Nu heeft wijf een slechtere gevoelswaarde dan in de ME, en “vrouw” is een gewoon woord geworden. Voor een chique vrouw gebruiken we nu “dame”. • 2. lachen loech gelachen (dit was in de middeleeuwen een sterk werkwoord) • 3. één schoe, twee schoen.

  10. literatuur • Geen boeken, maar mondelinge verhalen. • Lied van Halewijn 13e/14e eeuw • In 1830 opgeschreven • Kenmerken; veel herhalingen, rijm. • Doel: Om te onthouden!

  11. KarelepiekMiddelnederlandse KarelromansKarel de Grote 742-814 • Nederlandse verhaal uit de 12e eeuw • 15e eeuw pas opgeschreven • Liederen over heldendaden= chansons de geste • Thema: strijd tegen de heidenen of Spanningen door opstandige vazallen

More Related