1 / 12

Cognitieve training in dagbehandeling

Cognitieve training in dagbehandeling. Bij cognitieve training wordt de plastechniek opnieuw, correct aangeleerd. Indicatie voor cognitieve training in dagbehandeling. Als een kind ouder is dan 5 jaar en regelmatig nat is

ilyssa
Download Presentation

Cognitieve training in dagbehandeling

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Cognitieve training in dagbehandeling Bij cognitieve training wordt de plastechniek opnieuw, correct aangeleerd

  2. Indicatie voor cognitieve training in dagbehandeling • Als een kind ouder is dan 5 jaar en regelmatig nat is • Steeds blaasontsteking heeft en bij onderzoek medische oorzaken zijn uitgesloten

  3. De training bestaat veel uit observaties Het is belangrijk te weten: • Drinkt het kind voldoende? • Hoe plast het kind? • Geeft het kind zelf aan wanneer hij/zij moet plassen? • Is de blaas goed leeg na het plassen? • Is er veel ontlasting in de darmen? • Verliest het kind voor, of juist na het plassen druppels? • Veel of weinig urineverlies? • Voelt het kind uberhaupt of hij/zij moet plassen? • Hoe reageert het kind op de (eventuele) piep? • Kan het kind aanspannen/ontspannen van bekkenbodem? • Hoe zit het kind op het toilet?

  4. Piepbroekje • Het piepbroekje is een gewoon uitziend broekje met drukknoopjes waar een zendertje op geplaatst is • Als er urine in het broekje komt dan gaat er een signaal (piep) • Het is de bedoeling dat het kind leert voelen dat hij/zij naar de wc moet gaan, want er komt een plas! • Hierdoor kan het kind leren voelen wanneer het moment is dat hij/zij naar de wc moet gaan om de piep voor te blijven (centrale inhibitie)

  5. De eerste dag ligt de nadruk op het wennen aan de pedagogisch medewerkster en aan de andere kinderen die er zijn deze dag • We gaan samen ontdekken waar de blaas nu eigenlijk zit, waar moet ik “iets” voelen! • Wat is de functie van de blaas • Spelenderwijs wordt dit doorgenomen en de “Plasfabriek” getekend • Daarna met de kinderen bespreken waar de nadruk van de training op moet liggen

  6. Bijvoorbeeld: • Bij dysfunctional voiding ligt de nadruk op het hoete plassen • Bij neiging tot ontwijkgedrag ligt de nadruk op hoe vaakte plassen • Kinderen bij wie de centrale inhibitie gestimuleerd moet worden, wanneer ze moeten gaan plassen

  7. Drinken • Het drinken wordt uitgebreid besproken • Waarom en hoeveel moet je eigenlijk drinken? • Ieder uur krijgen de kinderen een beker drinken zodat ze zich het voelen van de blaas meer bewust worden • De eerste 2 dagen wordt regelmatig gevraagd op aandrang signalen te letten Er wordt bekeken of het kind de bekers wel leeg drinkt Hoe lang duurt het voordat het kind gaat plassen Hoe gaat het kind er mee om wanneer hij/zij moet plassen

  8. Rond de middag krijgen de kinderen het piepbroekje aan • Deze geeft een piepsignaal bij de eerste druppel die in het broekje komt • Dan gaan de kinderen plassen op de flowmeter

  9. Flowmeter • De kinderen leren zelf op de computer te kijken hoe ze plassen • De kinderen leren de curve te interpreteren • Zo maken we inzichtelijk wat er gebeurt, leggen dit uit en bespreken met het kind hoe dit is te verbeteren • Doordat de kinderen zelf op het scherm zien hoe ze plassen, kunnen ze wat ze voelen, koppelen aan wat ze zien (biofeedback) • Daardoor kunnen ze de plastechniek bewust bijsturen • Dit gaan we elke dag samen oefenen, ook via speltherapie • Het voelen hoe ze plassen kunnen ze door oefening daarna thuis trainen

  10. Echo • Na het plassen wordt met de echo gekeken of de blaas goed leeg is • Ook kijken we dan of het rectum leeg is • De kinderen kunnen zelf meekijken en we laten hen voelen of ze het gevoel van een lege blaas kunnen herkennen • Dit wordt met de kinderen ook weer uitvoerig besproken en herhaald • We leggen uit waarom het zo belangrijk is om elke dag te poepen • Omdat de kinderen hier een hele week zijn, kunnen we zien hoe het patroon is bij een kind en wat hij/ zij hiermee doet

  11. Einde van de dag • Aan het einde van de dag worden de flows besproken, welke is het mooist en waarom? • Met de ouders wordt besproken hoe het gegaan is en wat hun rol in de thuissituatie is • Het piepbroekje gaat gedurende de dagen dat het kind in dagbehandeling is mee naar huis • Thuis dragen ze het piepbroekje tot het slapen gaan • Zo kan het kind thuis verder oefenen en zo leren ze dat de training niet stopt als ze hier weggaan

  12. Bellen • Na de dagopnames belt de pedagogisch medewerker vier keer wekelijks om te vragen hoe het gaat, of er vooruitgang is en of er vragen zijn • De kinderen komen meestal na vier weken voor controle, dan wordt ook afhankelijk van de voortgang, het vervolg besproken

More Related