1 / 16

Spirituele vaardigheden van kinderen IKO dag 2009

Spirituele vaardigheden van kinderen IKO dag 2009. ‘Passend’ onderwijs?. Als je wilt dat iets gaat passen, veronderstel je dat je het kunt meten Je kunt niet ‘meten’ òf en hòe kinderen zich levensbeschouwelijk ontwikkelen Hoe kun je het dan ‘passend’ maken?.

gina
Download Presentation

Spirituele vaardigheden van kinderen IKO dag 2009

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Spirituele vaardigheden van kinderen IKO dag 2009

  2. ‘Passend’ onderwijs? • Als je wilt dat iets gaat passen, veronderstel je dat je het kunt meten • Je kunt niet ‘meten’ òf en hòe kinderen zich levensbeschouwelijk ontwikkelen • Hoe kun je het dan ‘passend’ maken?

  3. Wat zou je dan willen meten bij godsdienst/levensbeschouwing? • Dat hangt af van welke doelen je hebt met godsdienst/levensbeschouwing • Welke doelen zou u omschrijven als doelen van godsdienst/levensbeschouwing?

  4. Onze visie op doelen van godsdienst/levensbeschouwing • Doelen op het gebied van houding en vaardigheden, meer dan kennisdoelen • Het kind met zijn/haar levensbeschouwelijke ontwikkeling staat centraal • Je levensbeschouwelijk ontwikkelen = leren betekenis te geven

  5. ‘Betekenis geven’ centraal bij godsdienst/levensbeschouwing • Betekenis geven is niet wat je ervan vindt, niet wat je ervan weet, niet wat je erbij voelt • Maar: • Wat iets betekent voor jou (meaning=ook bedoeling) • Waar je geraakt wordt • Wat iets jou te zeggen heeft

  6. ‘Betekenis geven’… • is 100% subjectief • doet ieder vanuit zijn eigen leven(sverhaal) • is een proces dat je wèl kunt delen met een ander

  7. ‘Leren’ betekenis geven..? • Kinderen kunnen bewust leren betekenis te geven door ze in aanraking te brengen met (al dan niet religieuze) verhalen, bronnen, tradities, vragen. Iets dat ‘prikkelt’. • Centraal staat daarbij steeds de vraag: • Wat betekent dit voor mij? • Wat heeft dit mij te zeggen? • Waarom vind ik dit al dan niet waardevol/inspirerend/zinvol?

  8. Hoe kun je in het kader van godsdienst/levensbeschouwing spreken over ‘passend onderwijs’? • ‘Passend onderwijs’ vanuit deze optiek is onderwijs dat het voor ieder kind mogelijk maakt betekenis te geven • Ieder kind moet zich kunnen verbinden met de geboden ‘prikkel’.

  9. Wat betekent dat? (algemeen) • Dat de bronnen kinderen iets te zeggen hebben, zonder dat van tevoren bepaald is wàt ze te zeggen hebben • Dat kinderen ècht ruimte krijgen voor hun eigen betekenisgeving • Het kind en zijn ontwikkeling staat centraal, niet de bron

  10. Specifiek voor kinderen die extra zorg nodig hebben Zij zijn vaak kwetsbaar, hebben soms een ingewikkeld leven(sverhaal) De situatie van deze kinderen roept (andere) vragen op: Waarom overkomt mij dit? Wie kan ik vertrouwen? Ben ik wel wat waard als ik niet goed ben in….?

  11. Dit zijn levensvragen! Versimpeld kun je hun vragen terugbrengen tot: Wie ben ik? Wat is belangrijk voor mij? Hoe kijk ik tegen mijn (het) leven aan? Passend = aansluiten bij deze levensvragen!

  12. Wat betekent dat in Hemel en Aarde? • Het fundament onder onze didactiek is het levensbeschouwelijk perspectief waarin geformuleerd staat wat het gebodene te maken heeft met de levensbeschouwelijk ontwikkeling van de leerlingen. • Deze ontwikkeling wordt concreet in spirituele vaardigheden

  13. Onderwijs is meer dan ‘lessen’ • Het begeleiden van betekenis geven vindt niet alleen in didactisch, maar juist ook in pedagogisch handelen plaats. • Ontdekken van betekenis vindt niet alleen georganiseerd (voorbereid) maar juist ook ongeorganiseerd (spontaan) plaats.

  14. Oog voor levensbeschouwelijke ontwikkeling Juist op ‘ongeorganiseerde momenten’ kun je als leerkracht aansluiten bij vragen van het kind zelf Zo doe je recht aan verschillen tussen kinderen Hulpmiddel om het concreet te maken: spirituele vaardigheden

  15. Spirituele vaardigheden maken levensbeschouwelijke ontwikkeling concreet Verwonderen Vertrouwen Verbinden Verbeelden Ordenen Communiceren Omgaan met traditie

  16. Opdracht: Groep 1: werken aan levensbeschouwelijke ontwikkeling in georganiseerde (voorbereide) situatie (maar geen lessen!) Groep 2: werken aan levensbeschouwelijke ontwikkeling in ongeorganiseerde (spontane) situaties

More Related