1 / 85

Agogische methoden

Agogische methoden. = concrete aanpak van de sociale probleemsituatie Een mogelijke indeling : Social case work Social group work Community work Social administration. Social case work. = basismethodiek individuele hulpverlening 1917 : Mary Richmond publiceert « social diagnosis »

ewa
Download Presentation

Agogische methoden

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Agogische methoden • = concrete aanpak van de sociale probleemsituatie • Een mogelijke indeling : • Social case work • Social group work • Community work • Social administration

  2. Social case work • = basismethodiek individuele hulpverlening • 1917 : Mary Richmond publiceert « social diagnosis » •  pragmatische, rationele en methodische ondersteuning liefdadigheidswerk • Uitgangspunt : bestrijden « onmaatschappelijkheid » op basis van inzicht in de sociale realiteit

  3. Social case work •  rationalisering liefdadigheidswerk, in aansluiting met medische en pedagogische inzichten •  methode van werken bestaande uit vier stappen : • Onderzoek van het probleem • Diagnose van de aard van het probleem • Opstellen van een behandelingsplan • Uitvoering behandelingsplan, via het overreden van de betrokkenen tot gedragsverandering.

  4. Social case work • 4 stappenplan  « case » gestuurde aanpak i.p.v. stereotype benadering • « op maat van het gezin • Ambitieuse doelstellingen : economische zelfredzaamheid, aanpassing vigerende norm, verstandhouding partners binnen het gezin, betere verzorging van de kinderen, selectiever gebruik collectieve voorzieningen, samenwerking tussen verschillende actoren en onderzoek en aanpak oorzaken sociaal probleem.

  5. Social case work • Doelstellingen : te zien in licht « burgerlijk beschavingsoffensief » • Methodiekontwikkeling op basis van abstract gestelde ideale finaliteit, niet op basis van reflexie over concrete situatie • Cf spanningsveld « beheersing-emancipatie » + discussie over « realiteitsgehalte » van dit spanningsveld.

  6. Social case work • Ontwikkeling tot eigenstandige vorm van hulpverlening in aansluiting met kinder-en sociale wetgeving • 1920 : oprichting in ons land van de « Ecole Centrale de Service social » •  social case work = basis voor professionalisering, cf deskundigheid die enkel via scholing verworven kan worden (cf onderzoek en diagnose)

  7. Social case work • Invloed van psycho-analyse  sterkere gerichtheid op persoonsgeschiedenis individuele cliënt  ontwikkeling tot « individueel maatschappelijk werk » • Ontwikkeling opvatting dat materieel aanmeldingsprobleem een aanduiding is van een immaterieel probleem nadruk op vermogen tot introspectie, verbalisatie en inzicht hulpvrager  onderscheid « gewone » en « moeilijke » cliënt(systemen)  « therapeutisering »

  8. Social case work • Invloed leertheorie  ontwikkeling taakgerichte social case work • Geleidelijk aan : • groeiende nadruk op belang « hier-en-nu » situatie • Respect voor waarden van de hulpvrager • Aansluiting bij stappen die hulpvrager zelf reeds zette/zet  Van « behandeling » naar (outreachende )« dienstverlening »

  9. Social case work • Actueel : diversiteit van invloeden • « sociaal-ecologische benadering » • Zorghouding : • Open staan voor concrete situaties en de zorgbehoefte erin opmerken; • Verantwoordelijkheid opnemen voor die situatie; • Competent handelen in die situatie; • Nagaan, samen met andere betrokkenen, of de zorg werkelijk goed is aangekomen

  10. Social case work •  voortdurend zoeken naar actuele concretisering basisprincipes • Voorbeelden : • Motiverend interview • Straathoekwerk • Vindplaatsgericht werken • Maatwerk • Trajectbegeleiding • …

  11. Social group work • Ruimere groep (ipv individu/gezin) is invalshoek analyse • Twee hoofdbenaderingen : • Ondersteuning groep is meest adequate aanpak om aan individuele probleemsituaties tegemoet te komen, bijv gezin-als-systeem • Problemen die mensen ervaren zijn eigen aan de groep waartoe ze behoren en moeten op dit niveau aangepakt worden

  12. Social group work • Ondersteuning groep in functie individuele hulpverlening • Mensen greep leren krijgen op hun individuele situatie via werken met groepen • Ondersteuning groep omdat probleem groepsprobleem is  Mensen leren greep te krijgen op de samenleving teneinde hun positie hierin te verbeteren.

  13. Social group work • Burgerlijk beschavingsoffensief  preventieve gerichtheid  samen met armenzorg ook inzet op het vlak van « volksverheffing »  ontstaan s.c.w. • Stromingen : • Liberale : volksverheffing als middel tot oplossing « sociale vraagstuk » • Katholieke : bescherming tegen verderfelijke invloeden • Socialistische : middel tot machtsverwerving

  14. Social group work • Na W.O. I.  problematisering « vrije tijd » • 1930 : werkloosheid  kwalificatie als nieuwe doelstelling s.c.w. (cf « werkkampen  ») • Na W.O. II : expansieperiode : nadruk op cultuurspreiding en participatie • Vanaf  1975 : heroriëntatie van kritische functie (emancipatie) naar (opnieuw) kwalificatie en « integratie »

  15. Sociaal leren • Twee, aanvullende, te onderscheiden betekenissen • Mensen leren niet enkel voor zichzelf; belangrijk is dat zij leren deel te hebben aan de sociale verbanden in de samenleving   « leren voor de groep » • Mensen leren niet enkel via individuele trajecten, maar ook door hun persoonlijke ervaringen te verbinden met deze van anderen   « leren door de groep »

  16. Sociaal leren • Beide betekenissen worden samengebracht in sociaal leren als methode • = leren functioneren van groepen, organisaties of gemeenschappen, in nuewe, onverwachte, onzekere en moeilijk te voorspellen situaties. • Kenmerken : • Gericht op oplossen onvoorziene contextproblemen • Optimaal gebruik van oplossingspotentieel dat in de groep voorhanden is

  17. Sociaal leren •  « leren » = voortdurend zoeken naar dynamisch evenwicht in het spanningsveld, gevormd door vier assen : • Actie • Coöperatie • Reflectie • Communicatie

  18. Sociaal leren : actiedimensie • Verwijst naar vereiste dat mensen in staat en bereid moeten zijn zichzelf te zien als bij machte om in te grijpen in hun situatie • Onderzoek van wat mensen zelf willen en kunnen is startpunt sociaal leerproces • Vergt ruimte voor het « verhaal » van mensen

  19. Sociaal leren : actiedimensie • Vergt ruimte voor « mislukkingen » én voor « aanbieden nieuwe oplossingen » • cfr. discrepantie tussen behoefte en oplossing kan zowel leiden tot activiteit als tot passiviteit • cfr. grote nood en beperkte competentie, evenals veel competentie tov beperkte nood leidt tot passiviteit

  20. Sociaal leren : actiedimensie • Agogische tussenkomst = vinden van werkbaar evenwicht tussen nood en competentie • Door ontwikkelen van compenties binnen de groep of door mobiliseren competenties buiten de groep

  21. Sociaal leren : coöperatiedimensie • Vereist naar vereiste dat mensen in staat en bereid zijn om gemeenschappelijke doelen te formuleren en zich daar persoonlijk voor in te zetten • Houdt in dat conflicten niet genegeerd worden, en dat ingegaan wordt op paradoxen in benadering situatie

  22. Sociaal leren : coöperatiedimensie • Bijv installatie van een windmolen (= milieuvriendelijke energiebron) leidt tot conflict met buurtbewoners

  23. Sociaal leren : coöperatiedimensie • Conflict kan gezien worden als een verstoring van het streven naar een beter leefmilieu • Neiging kan daarom bestaan argumenten te zoeken waarom op het conflict niet ingegaan moet worden • Conflict wordt vermeden maar is dysfunctioneel voor buurtbewoners

  24. Sociaal leren : coöperatiedimensie • Agogische ondersteuning = mensen leren hun persoonlijke ervaring te plaatsen tegen de achtergrond van het streven naar een werkbaar evenwicht tussen « concensus » en « discensus » • Vergt aanboren van nieuwe bronnen van sociale energie, nl. creatief zoeken naar hoe het conflict ernstig genomen kan worden.

  25. Sociaal leren :reflectiedimensie • Verwijst naar het leren handelen in groep • = nagaan of de beoogde doelen effectief bereikt werden en of ze bereikt werden op een wijze waarop eenieder er zich in herkent • Leidt tot verbetering van de actie en betekent ook dat mensen bewust bezig zijn met de creatie van gemeenschappelijke referentiepunten

  26. Sociaal leren :reflectiedimensie • Gemeenschappelijke referentiepunten = verhalen, symbolen • Dragen ertoe bij dat mensen zich identificeren met het sociaal verband waarvan ze deel uitmaken • Agogische ondersteuning = bijdrage tot besef « een plaats te hebben in de geschiedenis »

  27. Sociaal leren :reflectiedimensie • bijv buurtwaarderingsprojecten, projecten interculturalisering …

  28. Sociaal leren : communicatiedimensie • Verwijst naar de verhouding tussen de groep en de sociale omgeving • Agogische interventie = vinden van een werkbaar evenwicht tussen sociale integratie en zelfsturing  Spanning tussen « doelgroepkant » en « oplossingskant » agogische interventie

  29. Sociaal leren : communicatiedimensie • Agogische interventie moet • Intermediair zijn tussen de groep en de instanties en personen die voor die groep van belang zijn • Optreden als beleidsactor en meehelpen de beleidsruimte voor sociaal leren te creëren op plaatsen waar die nog ontbreekt

  30. Sociaal leren : communicatiedimensie • Communicatiedimensie vergt specifiek « organisatiemodel », bijv. Stuurgroep – cfr. bijv jeugdwerkbeleidsplanning.

  31. Community work • = « werken met burgers aan maatschappelijke problemen » • Object = samenlevingsopbouw • Invalshoek = ondersteunen « burgerparticipatie » • Niet enkel « oplossingsbetrokkenen » maar ook « probleembetrokkenen » worden gemobiliseerd

  32. Community work • Vlaanderen : eerste initiatieven kort na W.O. II • Twee stromingen : • Welzijnsmodel ( hogere beleidseffectiviteit , nadruk op methodisch handelen : cf. technisch-professionele benadering • Politiserend model ( andere samenlevingsorganisatie , nadruk op ondersteuning zelforganisatie bevolking: cf kritisch-emanciperende benadering)

  33. Community work • Ontwikkeling werkvormen : • Territoriaal • Categoriaal • Functioneel • Na herstructurering samenlevingsopbouw nadruk op « territoriaal opbouwwerk » • Invoering « probleemprojectmethode »

  34. Kenmerken probleemprojectmehtode • Doelgroepgericht • Planmatig • Strategisch-methodisch • Tijdelijk • Uitvoerbaar • Doelgericht • Probleem-en situatiegericht

  35. Uitvoering probleemprojectmethode • In kader van meerjarenplanning « Riso » • Overkoepelend « Viboso » • Thema’s : wonen en ruimtelijke ordening, werk en werkloosheid, welzijn, leefbaarheid, leefmilieu  duurzame ontwikkeling • Actueel : « sector » samenlevingsopbouw en opbouwwerk buiten de sector, bijv. stedelijke buurtcentra met « draaischijffunctie ».

  36. Social administration • Uitgangspunt = wegwijs maken van hulpvragers in regelgeving en voorzieningen, derwijze dat mensen er beter gebruik kunnen van maken en de dienstverlening doorzichtiger wordt • Vb van mogelijke vormen : • Ombudsfunctie • Bemiddeling

  37. Ombudsfunctie • = vorm van dienstverlening vanuit de overheid, of vanuit voorzieningen, naar burgers, of naar de doelgroepen van de betreffende voorziening • Drie taken : informatieverstrekking en communicatie, klachtenmanagement en ombudsfunctie

  38. Ombudsfunctie • Informatieverstrekking en communicatie : • Openbaarheid van bestuur • Onderscheid : • Passieve openbaarheid = recht op inzake in de wijze waarop bestuurd wordt • Actieve openbaarheid = verplichting in hoofde van overheid/voorziening om deze informatie ook daadwerkelijk te laten doorwerken bij de diverse doelgroep

  39. Ombudsfunctie • Klachtenmanagement = realisatie van professioneel aanspreekpunt waar burgers, binnen de bepaalde voorwaarden, klachten en opmerkingen kunnen formuleren oplossen individuele conflicten tussen burger en overheid klachtenanalyse teneinde de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen

  40. Ombudsfunctie • Ombudsfunctie : = vorm van bemiddeling, daar waar het contact tussen de burger en de betreffende overheid spaak loopt bemiddeling gerichte doorverwijzing waar nodig formuleren van voorstellen/aanbevelingen

  41. Ombudsfunctie • Noodzakelijke voorwaarden • Onafhankelijkheid • Onpartijdigheid • Bemiddelingsaanbod dat kosteloos, snel, eenvoudig en gemakkelijk toegankelijk is • Openbaar verslag over voorbije activiteiten

  42. Bemiddeling • = vorm van maatschappelijke dienstverlening waarin een onpartijdige derde (= bemiddelaar) de conflicterende partijen helpt te communiceren met elkaar, teneinde te komen tot een gemeenschappelijk akkoord. • Vindt plaats in een toenemend aantal domeinen

  43. Bemiddeling : uiteenlopende vormen • Bereiken van een vooropgestelde oplossing • Vb scheidingsbemiddeling • Bereiken van een overeenkomst over het conflict • Vb herstelbemiddeling volwassenen • Bereiken van conflictoplossing • Vb bemiddeling in strafzaken • Bevordering persoonlijke groei en begrip tussen de betrokkenen • Vb relatiebemiddeling

  44. Bemiddeling : basisprincipes • Onpartijdigheid bemiddelaar • Neutraliteit bemiddelaar mbt inhoud bemiddeling • Procesdirectiviteit bemiddelaar • Vertrouwelijkheid bemiddeling • Streven naar machtsevenwicht tussen partijen • Vrijwillige toegang tot de bemiddeling

  45. Sociaal agogische kernthema’s • Maatschappelijke participatie • Maatschappelijke integratie • Preventie • = historisch scharnierthema in de ontwikkeling van agogische praktijken • = ontwikkeling preventie concept weerspiegelt ontwikkeling welzijnswerk (cf « kwadrantenschema »)

  46. Preventie • «voorkomen van » • Begrip heeft vaak een per definitie positieve connotatie : « voorkomen is beter dan genezen » • Deze positieve connotatie is niet per definitie terecht  Moet gezien worden in relatie tot discussie over « wat moet voorkomen worden » ?

  47. Preventie • Primaire preventie : voorkomen van probleemgedrag/probleemsituaties • Secundaire preventie : voorkomen verdergaand probleemgedrag en/of een verergering van de probleemsituatie • Tertiaire preventie : interventies die nodig zijn om de gevolgen van probleemgedrag en probleemsituaties tot minimum te beperken.

  48. Relatie welzijn(swerk)-gezondheid(szorg) • Beide zijn interventies gericht op bevordering welzijn (gezondheid = belangrijke welzijnsdimensie en vice versa) • Zowel welzijnswerk als gezondheidszorg stammen uit « beschavingsoffensief » • Parallelle ontwikkeling naar centraal stellen hulpvrager en grotere aandacht structurele benadering

  49. Preventie in gezondheidszorg Aanvankelijk moraliserend : introductie standaarden van hygiëne en gezond gedrag • Bijv N.W.K., medisch schooltoezicht, preventieve luchtkuren …

  50. Preventie in de gezondheidszorg • Toenemende nood aan preventie o.i.v. ontwikkeling geneeskunde, cfr. • Inzicht in « beschavingsziekten » • Vaststelling enerzijds « overconsumptie » gezondheidszorg, anderzijds grote sociale ongelijkheden in gezondheid(szorg) • Inzicht in relatie milieu-gezondheid

More Related