1 / 70

aanvullende pensioenen voor zelfstandigen 10 actuele vragen

1. aanvullende pensioenen voor zelfstandigen 10 actuele vragen. KBC Verzekeringen 11 September 2014 Paul Van Eesbeeck juridisch adviseur www.vereycken.be. Inhoud. Nood aan aanvullend pensioen Impact verhoging voordelen in natura op 80%-grens Eindleeftijd: 60 of 65 jaar?

efrat
Download Presentation

aanvullende pensioenen voor zelfstandigen 10 actuele vragen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. 1 aanvullende pensioenenvoor zelfstandigen10 actuele vragen KBC Verzekeringen 11 September 2014 Paul Van Eesbeeck juridisch adviseur www.vereycken.be

  2. Inhoud Nood aan aanvullend pensioen Impact verhoging voordelen in natura op 80%-grens Eindleeftijd: 60 of 65 jaar? IPT-verzekering versus bezoldiging en dividend IPT-verzekering versus VAPZ Vastgoedfinanciering via de tweede pensioenpijler Externalisatie van onderhandse pensioenbelofte Tweedepijlerpensioen en huwgemeenschap IPT-verzekering gesloten tijdens ‘jaarovergang’ Gewaarborgd inkomen 2

  3. Vooraf … Overzicht tweede pijler (zelfstandigen) Vrij Aanvullend Pensioen Zelfstandigen(VAPZ)ge-sloten door zelfstandige, met of zonder vennootschap Intern gefinancierde toezegging door vennootschap is verboden, tenzij voor ‘bestaande’ onderhandse pensioenbeloften (cf. programmawet 22.6.2012) Extern gefinancierde toezegging door vennootschap Collectief (groepsverzekering) Individueel (IPT-verzekering) Derde pijler (pensioensparen, langetermijnsparen, …) 3

  4. Vooraf … • IPT- of groepsverzekering (zelfst. bedrijfsleiders) • Fiscaal regime van de premies(betaald door vennootschap) • Aftrekbaar voor vennootschap (luik ‘leven’: 80%-grens) • Premie is geen bezoldiging voor bedrijfsleider indien regelmatige en maandelijkse bezoldiging • Premietaks: 4,4% (ook aftrekbaar voor vennootschap) • Wyninckxbijdrage: 1,5% op premiegedeelte > € 30.000 (ook aftrekbaar voor vennootschap) • Belasting op pensioenkapitaal • Riziv-bijdrage (3,55%) en solidariteitsbijdrage (0%, 1% of 2%) • Personenbelasting: 20%/18%/16,5% of 10% (+ gemeentebelasting)(winstdeling op het einde belastingvrij, maar wel ‘bronheffing’) • Successierechten

  5. Wyninckxbijdrage zelfstandigen (voorlopige regeling tot uiterlijk 1.1.2016) Wyninckxbijdrage = 1,5% van premiegedeelte > € 30.000 Premies leven/overlijden vennootschap groeps- en IPT-verzekering VAPZ-premies tellen niet mee ! Premietaks 4,4% zit niet in heffingsgrondslag Wyninckxbijdrage € 30.000-drempel (te indexeren) te beoordelen op jaarbasis, per aangeslotene en per vennootschap (ook van toepassing op ‘backservicepremies’, tenzij i.g.v. externalisatie interne pensioenvoorziening) Wyninckxbijdrage is rechtstreeks door vennootschap te betalen aan RSVZ (wordt i.t.t. premietaks niet aangerekend door verzekeraar) uiterlijk op 31/12 van elk jaar, berekend op premies voorgaand jaar Wyninckxbijdrage is als socialezekerheidsbijdrage in principe fiscaal aftrekbaar voor de vennootschap Controle via Sigedis-pensioendatabank ! Vooraf … 5

  6. Vooraf … • Vrij Aanvullend Pensioen Zelfst. (VAPZ) • Fiscaal regime van de premies (betaald door zelfstandige) • Aftrekbaar als beroepskost • cumuleerbaar met forfaitaire beroepskosten • komt ook in mindering van heffingsgrondslag sociale bijdragen • Maximumpremie: 8,17% / 9,40% van ‘beroepsinkomen’, met absoluut maximum van € 3.027 / € 3.483 (2014) • Geen premietaks en geen Wyninckxbijdrage • Belasting op pensioenkapitaal • Riziv-bijdrage (3,55%) en solidariteitsbijdrage (0%, 1% of 2%) • Personenbelasting: ‘fictieve rente’ • Successierechten

  7. Vooraf … • Voorbeeld • VAPZ-kapitaal op 65j. van 75.000 € • Belastbaar gedurende 10 j.: 4% x 75.000 € = 3.000 €

  8. Inhoud Nood aan aanvullend pensioen Impact verhoging voordelen in natura op 80%-grens Eindleeftijd: 60 of 65 jaar? IPT-verzekering versus bezoldiging en dividend IPT-verzekering versus VAPZ Vastgoedfinanciering via de tweede pensioenpijler Externalisatie van onderhandse pensioenbelofte Tweedepijlerpensioen en huwgemeenschap IPT-verzekering gesloten tijdens ‘jaarovergang’ Gewaarborgd inkomen 8

  9. Vooraf … • Gemiddeld wettelijk pensioen • Bron: Rijksdienst voor Pensioenen – maandelijkse statistiek januari 2013 • Gemiddeld alleenstaandenrustpensioen in januari 2013

  10. Nood aan aanvullend pensioen • Vaak gehoord: als gepensioneerde kan ik het met veel minder stellen … • Sommige kosten vallen weg • De kinderen zijn ‘afgestudeerd’ en ‘het huis uit’ • De lening voor het huis is afbetaald • … • Maar andere kosten komen erbij • Voor de ‘jong’gepensioneerde: meer vrije tijd = vaak meer uitgeven • Alles moet voortaan zelf betaald worden (wagen, gsm, pc, …) • Men wil kinderen en kleinkinderen verwennen • Voor de oudere gepensioneerde: medische kosten, rusthuis, … • …

  11. Nood aan aanvullend pensioen • Hoeveel ‘pensioenkapitaal’ heb ik nodig? • Ik wil een levenslange maandrente van 1.000 €Hoeveel ‘kapitaal’ heb ik nodig? • Antwoord hangt af van • Pensioneringsleeftijd (60j., 65j., …) • Levensverwachting (geslacht, ‘startleeftijd’ en gezondheidstoestand) • levensverwachting is jongste 20 j. met 5 j. gestegen • toekomstige evolutie ? • soms op ‘twee hoofden’ (koppel) • Rendement op kapitaal • Gewenste indexatie van de rente (in tabellen hierna: indexatie aan 2% per jaar) • Wens dat het kapitaal geheel of gedeeltelijk nog aanwezig is bij overlijden voor de nabestaanden • …

  12. Nood aan aanvullend pensioen • Hoeveel ‘pensioenkapitaal’ heb ik nodig? 1 Jaarlijks geïndexeerd aan 2% 2 Kans dat de ‘eindleeftijd’ bereikt wordt (sterftetafel ‘MR-5’ = onderschatting?)

  13. Nood aan aanvullend pensioen • Inflatie • Ik ben nu40 j. • 1.000 € vandaag  1.641 € binnen 25 j. (pensioneren op 65 j.; inflatie = 2% per jaar) • Dus: spaarplan op pensioenleeftijd moet gericht zijn op bedragen uit tabellen, vermenigvuldigd met 1,641 • Verdere stijging van de levensverwachting …

  14. Inhoud Nood aan aanvullend pensioen Impact verhoging voordelen in natura op 80%-grens Eindleeftijd: 60 of 65 jaar? IPT-verzekering versus bezoldiging en dividend IPT-verzekering versus VAPZ Vastgoedfinanciering via de tweede pensioenpijler Externalisatie van onderhandse pensioenbelofte Tweedepijlerpensioen en huwgemeenschap IPT-verzekering gesloten tijdens ‘jaarovergang’ Gewaarborgd inkomen 14

  15. 80%-grens • EPK: extrawettelijk pensioen uitgedrukt in kapitaal • BJB: (laatste) normale brutojaarbezoldiging • WP: (geraamd) wettelijk rustpensioen • T: aantal reeds gepresteerde en nog te presteren jaren • N: normale duur van volledige beroepsloopbaan • T/N: ‘loopbaanbreuk’ • EPRandere: andere extrawettelijke pensioenen uitgedrukt in jaarrente, zoals VAPZ • COEF: omzettingscoëfficiënt van rente in kapitaal EPK<[[ (80% BJB – WP) x T/N ] – EPRandere ] x COEF

  16. IPT-verzekering 80%-grens: gegevens IPT-verzekering Zelfstandige zaakvoerder BVBA, 40 j., gehuwd Sinds 5 j. werkzaam in BVBA, voorheen 12 j. elders (zonder pensioenplan) Brutojaarbezoldiging 50.000 EUR (betaald in maandelijkse schijven) firmawagen met CO2-uitstoot per km. van 175 gr. en brutocatalogusprijs van 50.000 EUR firmawoning met K.I. van 3.000 EUR, 2/3den privébewoning Eindleeftijd 65 j. 80%-grens 16

  17. 80%-grens Verhoging voordelen in natura Firmawagen (2011) Belastbaar voordeel = aantal privékilometers x bedrag per kilometer Aantal in aanmerking te nemen privékilometers indien woon-werkafstand < 25 km. (enkele rit): 5.000 km./jaar indien woon-werkafstand > 25 km. (enkele rit): 7.500 km./jaar Bedrag per kilometer benzine- en LPG-wagens: 0,00216 € x CO2-uitstoot per km. dieselwagens: 0,00237 € x CO2-uitstoot per km. Voorbeeld woon-werkafstand < 25 km. dieselwagen metCO2-uitstoot per km. van 175 gr. voordeel in natura 2011: 5.000 x 0,00237 x 175 = 2.074 € 17

  18. 80%-grens Verhoging voordelen in natura ‘Firmawoning’ (‘vruchtgebruikconstructie’)(2011) Belastbaar voordeel in natura voortvloeiend uit gratis terbeschikking-stelling privégedeelte woning op naam van vennootschap-vruchtgebruikster aan bedrijfsleider (*) indexatiecoëfficiënt K.I. = 1,5790 (2011) Voorbeeld woning van vennootschap met K.I. = 3.000 €; 2/3den privégebruik voor bedrijfsleider voordeel in natura 2011: 3.000 € x 2/3 x 5/3 x 2 x 1,5790 = 10.527 € 18

  19. 80%-grens IPT-verzekering 65 j. 80%-grens 2011 maximum pensioenkapitaal (EPK) [(0,8 x 62.601) – 15.196] x (10 + 5 + 25) / 40 x 16,1004 = € 561.659 (winstdeling inbegrepen) 19 EPK< (80% BJB – WP) x T/N x COEF

  20. 80%-grens Verhoging voordelen in natura Firmawagen (2014) Belastbaar voordeel = X% van catalogusprijs (zonder kortingen, incl. btw)x 6/7, waarbij X = 5,5% van de catalogusprijs+ 0,1% van de catalogusprijs per gram CO2-uitstoot per km boven 93gr. (diesel) of 112 gr. (benzine) X = max. 18% Voorbeeld Catalogusprijs (zonder kortingen, incl. btw): 50.000 € dieselwagen metCO2-uitstoot per km. van 175 gr. voordeel in natura 2014: 50.000 x 0,137 x 6/7 = 5.871 € Opmerkingen: - catalogusprijs voor oudere wagen is geen 100% - 17% van voordeel in natura is (bijkomende) verworpen uitgave voor de vennootschap 20

  21. 80%-grens Verhoging voordelen in natura ‘Firmawoning’ (‘vruchtgebruikconstructie’)(2014) Belastbaar voordeel in natura voortvloeiend uit gratis terbeschikking-stelling privégedeelte woning op naam van vennootschap-vruchtgebruikster aan bedrijfsleider (*) indexatiecoëfficiënt K.I. = 1,70 (2014) Voorbeeld woning van vennootschap met K.I. = 3.000 €; 2/3den privégebruik voor bedrijfsleider voordeel in natura 2014: 3.000 € x 2/3 x 5/3 x 3,8 x 1,70 = 21.533 € 21

  22. 80%-grens IPT-verzekering 65 j. 80%-grens 2014 maximum pensioenkapitaal (EPK) [(0,8 x 77.404) – 16.124] x (10 + 5 + 25) / 40 x 16,1004 = € 737.385(30% meer!!!) (winstdeling inbegrepen) 22 EPK< (80% BJB – WP) x T/N x COEF

  23. Inhoud Nood aan aanvullend pensioen Impact verhoging voordelen in natura op 80%-grens Eindleeftijd: 60 of 65 jaar? IPT-verzekering versus bezoldiging en dividend IPT-verzekering versus VAPZ Vastgoedfinanciering via de tweede pensioenpijler Externalisatie van onderhandse pensioenbelofte Tweedepijlerpensioen en huwgemeenschap IPT-verzekering gesloten tijdens ‘jaarovergang’ Gewaarborgd inkomen 23

  24. 24 Eindleeftijd 60 of 65 jaar?

  25. Eindleeftijd 60 of 65 jaar? • Verdaging eindleeftijd van 60j. naar 62j./65j. • Is geen ‘wettelijk recht’ van vennootschap of bedrijfsleider(kan wel voorzien worden in polisvoorwaarden) • Dus is ‘medewerking’ verzekeraar nodig • Aandachtspunten • Aanvaardt verzekeraar verdaging eindleeftijd zonder verdere premiebetaling (cf. 80%-grens) ? • Welke intrestvoet biedt de verzekeraar tijdens de ‘verdagingsperiode’ ? • Aanvaardt de verzekeraar het behoud van risicodekkingen (bij overlijden en arbeidsongeschiktheid) tijdens de ‘verdagingsperiode’ ? • … • Tijdige aanpak

  26. Inhoud Nood aan aanvullend pensioen Impact verhoging voordelen in natura op 80%-grens Eindleeftijd: 60 of 65 jaar? IPT-verzekering versus bezoldiging en dividend IPT-verzekering versus VAPZ Vastgoedfinanciering via de tweede pensioenpijler Externalisatie van onderhandse pensioenbelofte Tweedepijlerpensioen en huwgemeenschap IPT-verzekering gesloten tijdens ‘jaarovergang’ Gewaarborgd inkomen 26

  27. 27 IPT vs. bezoldiging/dividend

  28. IPT vs. bezoldiging/dividend • Opm.: liquidatiebonibelasting stijgt van 10% naar 25%op 1.10.2014 • Opm.: soms opnieuw 15% R.V. op dividend • Dividenden van aandelen uitgegeven vanaf 1.7.2013 • Kapitaalverhoging in bestaande vennootschap of oprichting nieuwe vennootschap • Enkel ‘kleine vennootschappen’, enkel inbrengen in geld, enkel aandelen op naam, aandeelhouders moeten ononderbroken volle eigenaar blijven van de aandelen (uitz.), geen preferente aandelen, aandelen moeten ‘volstort’ zijn, … • Diverse antimisbruikbepalingen • Verlaagde roerende voorheffing • 20% op dividend over 2de boekjaar na ‘inbreng’ • 15% op dividend vanaf 3de boekjaar na ‘inbreng’ • Indien kapitaalverhoging in bestaande vennootschap, geldt verlaagde R.V. enkel op dividenden uit ‘nieuwe aandelen’

  29. Inhoud Nood aan aanvullend pensioen Impact verhoging voordelen in natura op 80%-grens Eindleeftijd: 60 of 65 jaar? IPT-verzekering versus bezoldiging en dividend IPT-verzekering versus VAPZ Vastgoedfinanciering via de tweede pensioenpijler Externalisatie van onderhandse pensioenbelofte Tweedepijlerpensioen en huwgemeenschap IPT-verzekering gesloten tijdens ‘jaarovergang’ Gewaarborgd inkomen 29

  30. IPT-verzekering vs. VAPZ

  31. IPT-verzekering vs. VAPZ • Cumul IPT-verzekering / VAPZ • Cumul toegestaan (maar integratie VAPZ in 80%-grens) • Voordelen VAPZ • Geen premietaks (4,4%) • Geen Wyninckxbijdrage (1,5%), althans in de ‘voorlopige’ regeling tot 2016 • Eindbelasting volgens stelsel ‘fictieve rente’ i.p.v. 20%/18%/16,5%/10% • geen ‘fiscale afstraffing’ i.g.v. vereffening op 60 j. eerder dan op 65 j. • niet altijd voordelig voor gezondheidsberoepen met Riziv-contract • Fiscaalvriendelijke solidariteitsprestaties in kader van sociaal VAPZ • Voordelen IPT-verzekering • Hogere aftrekgrens (80%-grens + mogelijkheid tot financiering ‘backservice’) • Mogelijkheid tak 23 • Cumul in de praktijk • Eerst VAPZ sluiten, met eventueel verhoogde bezoldiging(hogere grondslag 80%- en 100%-grens) • Gewenst overlijdenskapitaal zoveel mogelijk in VAPZ • Aanvullen met IPT-verzekering

  32. Inhoud Nood aan aanvullend pensioen Impact verhoging voordelen in natura op 80%-grens Eindleeftijd: 60 of 65 jaar? IPT-verzekering versus bezoldiging en dividend IPT-verzekering versus VAPZ Vastgoedfinanciering via de tweede pensioenpijler Externalisatie van onderhandse pensioenbelofte Tweedepijlerpensioen en huwgemeenschap IPT-verzekering gesloten tijdens ‘jaarovergang’ Gewaarborgd inkomen 32

  33. Vastgoedfinanciering • Vastgoedfinanciering via tweede pijler • Technieken van ‘voorschot’ en ‘inpandgeving’ • Ligging vastgoed • IPT/groep: Europese Economische Ruimte (E.E.R.) • VAPZ: Europese Unie (binnenkort ook E.E.R.) • Niet enkel ‘woning’ of ‘enige woning’, ook grond, bos, winkelpand, tweede woning, … • Verwerven, bouwen, verbouwen, verbeteren, herstellen is ruim (+ niet beperkt tot ‘werken in onroerende staat’ met 6% BTW-tarief) • Eigendom van bedrijfsleider • Niet louter blote eigendom • Eigendomsaandeel partner?

  34. Vastgoedfinanciering • Vastgoedfinanciering via tweede pijler • Spelen geen rol • Gehele of gedeeltelijke beroepsmatige aanwending • Al dan niet zelf gebruiken/bewonen, verhuren, … • Oók mogelijk • Voorschot voor terugbetaling van hypotheeklening die zelf heeft gediend voor een ‘toegelaten’ vastgoedverrichting • Verplichting om lening (bij verpanding) of voorschot terug te betalen bij verkoop onroerend goed (behoudens nieuwe aankoop) • In de praktijk enkel ‘verzekerde’ plannen

  35. Vastgoedfinanciering Vruchtgebruikconstructies Technieken van voorschot en inpandgeving gaan niet bij ‘vruchtgebruikconstructies’ met vennootschap, want bedrijfsleider moet meer dan loutere blote eigenaar zijn Maar: vruchtgebruikconstructies zwaar onder vuur Quasi verdubbeling van voordeel in natura (zie ook hoger) Vooral ‘ondernemingsvreemd vastgoed’ onder vuur(‘appartement aan de zee op naam van Limburgse doktersvennootschap’) Familiale situaties (partner is geen eigenaar), overlijden, lot vennootschap (verkoop, ontbinding of faillissement), successierechten op ‘gezinswoning’, notionele intrestaftrek, … Jacht op vennootschappen met vruchtgebruik, art. 344 WIB, … Andere ‘triggers’ voor vastgoedfinanciering via IPT-verzekering ‘Wettiging’ gesplitste privé-aankoop VG/BE ouders/kinderen(vooral ‘tweede verblijven’) Regionalisering woonbonus in 2015 (quid incentives ‘tweede woning’?) 35

  36. Vastgoedfinanciering • Inpandgeving: ‘klassieke lening’ • Schuldsaldoverzekering (SSV) in IPT-verzekering • Interessant indien SSV niet mogelijk in ‘aftrek enige woning’ omwille van: • grensbedrag ‘aftrek enige woning’ al opgevuld met mensualiteiten • lening die niet kwalificeert voor ‘aftrek enige woning’ (bouwgrond, zwembad, tuinaanleg, tweede woning, …) • Opmerking: regelmatige en maandelijkse bezoldiging vereist • Opmerking: méér verzekeren dan ontleend kapitaal • Overlijdensdekking met afnemend kapitaal kan soms ook geïntegreerd worden in VAPZ

  37. Vastgoedfinanciering • Inpandgeving: aflossingsvrije lening • Zelfstandige sluit aflossingsvrije hypotheeklening met einddatum = einddatum tweedepijlerpensioenplan • Tijdens looptijd lening betaalt zelfstandige intresten op totaal ontleend bedrag • Op einddatum of bij eerder overlijden wordt totaal ontleend bedrag terugbetaald via pensioen- of overlijdenskapitaal tweedepijlerpensioenplan • Leenbedrag = maximum netto pensioenkapitaal o.b.v. reeds gevormde pensioenreserve + in de toekomst nog te betalen premies (opgelet bij vertrek)

  38. Vastgoedfinanciering • Inpandgeving: aflossingsvrije lening • Enige en eigen woning • Marginale belastingaftrek intresten binnen perken ‘aftrek enige woning’ • Fiscale voordelen tweedepijlerpensioen voor terugbetaling lening bij pensionering of eerder overlijden • Tweede woning • Marginaal belastingvoordeel op intresten a rato van 140% van geïndexeerd K.I. (geen dalende intresten) • Fiscale voordelen tweedepijlerpensioen voor terugbetaling lening bij pensionering of eerder overlijden

  39. Vastgoedfinanciering • Concept voorschot • Specifieke kredietvorm, eigen aan levensverzekeringen: verzekeraar ‘schiet’ gedeelte van latere prestaties ‘voor’ • Is geen afkoop  polis loopt verder • Voorschotbedrag is beperkt, want moet wettelijk steeds afgedekt zijn door de potentieel laagste netto-uitkering bij leven op de einddatum, bij afkoop of bij overlijden • in de praktijk: maximum 60% van reserve (soms iets meer) • vooral mogelijkheden in IPT-/groepsverzekering, veel minder in VAPZ • in principe onmogelijk indien reserve belegd in tak 23-beleggingsvorm • Geen hypotheekvestiging, geen expertise, normaal geen specifieke ‘leningkosten’, geen wederbeleggingsvergoeding, …(soepele kredietvorm) • Voorwaarden en modaliteiten in ‘voorschotakte’ • Verschillende formules: intrestbetalend, intrestkapitalsierend, …

  40. Vastgoedfinanciering • Voorschot: toepassing in tweede pijler • Enige en eigen woning • Voorschot als aanvulling op hypotheeklening ‘aftrek enige woning’ eerder dan als alternatief voor hypotheeklening ‘aftrek enige woning’ (wél alternatief indien bouwgrond, vernieuwingswerken uitgesloten van 6% BTW-tarief, looptijd financiering < 10 j., kleine verbouwingen, …) • Type voorschot • intrestbetalend voorschot: geen belastingvoordeel op intresten in aftrek enige woning (voorschot is geen hypotheeklening) • liever intrestkapitaliserend of intrestvrij voorschot

  41. Vastgoedfinanciering • Voorschot: toepassing in tweede pijler • Tweede woning • Progressief belastbaar onroerend inkomen: 140% van geïndexeerd K.I. (vb.: K.I. = 2.500 €  onroerend inkomen van 5.950 € in 2014) • Intresten van ‘schuld’ zijn aftrekbaar van dit onroerend inkomen(‘gewone intrestaftrek’: kan niet leiden tot ‘negatief’ onroerend inkomen) • Klassieke annuïteitenlening • jaar na jaar stijgend belastbaar onroerend inkomen (indexatie K.I.) versus jaar na jaar dalende intresten • kapitaalsaflossingen: hooguit ‘langetermijnsparen’ (vaak nihil indien nog lening met aftrek enige woning / bouwsparen loopt voor 1ste woning) • Type voorschot • intrestbetalend voorschot komt o.i. in aanmerking voor gewone intrestaftrek (constante intresten) • intrestkapitaliserend voorschot: gewone intrestaftrek ‘verdedigbaar’

  42. Inhoud Nood aan aanvullend pensioen Impact verhoging voordelen in natura op 80%-grens Eindleeftijd: 60 of 65 jaar? IPT-verzekering versus bezoldiging en dividend IPT-verzekering versus VAPZ Vastgoedfinanciering via de tweede pensioenpijler Externalisatie van onderhandse pensioenbelofte Tweedepijlerpensioen en huwgemeenschap IPT-verzekering gesloten tijdens ‘jaarovergang’ Gewaarborgd inkomen 42

  43. Onderhandse pensioenbelofte 43 Structuur met pensioenvoorziening kapitaal Vennootschap Bedrijfsleider (rechthebbenden) onderhandse overeenkomst interne voorziening begunstigde(n)onderhandse overeenkomst

  44. Onderhandse pensioenbelofte Programmawet 22.6.2012 in een notendop Het sluiten van nieuwe of verhogen van bestaande onderhandse pensioenbeloften is verboden Overgangsregeling voor bestaande pensioenbeloften Bestaande pensioenvoorziening ‘ultimo 2011’ mag intern blijven, maar mag ook (vrijwillig en ‘belastingneutraal’) geëxternaliseerd worden, zonder premietaks van 4,4% en zonder Wyninckxbijdrage van 1,5%, maar wel met eerbiediging van de 80%-grens Verdere nominale aangroei pensioenvoorziening ‘na 2011’ is verboden (er is dus een ‘externalisatieplicht voor de toekomst’, met 4,4% premietaks) Op bestaande pensioenvoorziening is steeds een speciale taks van 1,75% verschuldigd, los van de vraag of die bestaande pensioenvoorziening intern blijft of geëxternaliseerd wordt Specifieke regels voor bedrijfsleidersverzekeringen(fiscaal neutrale omzetting in IPT-verzekering mogelijk tot 30.6.2015) 44

  45. Overgangsregeling ‘bestaande’ onderhandse pensioenbeloften (illustratie) Onderhandse pensioenbelofte aangegaan in 2008 Onderhands pensioenkapitaal op 1.1.2020 (65j.): € 250.000 Boekjaar vennootschap = kalenderjaar Bedrag pensioenvoorziening op 31.12.2011: € 150.000 onderhands pensioenkapitaal moet van € 250.000teruggeschroefd worden naar € 150.000 Onderhandse pensioenbelofte 45

  46. Programmawet bestaande overeenkomsten Drie opties Onderhandse pensioenovereenkomst downsizen (zie hoger) en niets voorzien ‘voor de toekomst’ (= een soort ‘premievrijmaking’) Onderhandse pensioenovereenkomst downsizen (zie hoger) en IPT-verzekering sluiten ‘voor de toekomst’ Onderhandse pensioenovereenkomst helemaal opdoeken en IPT-verzekering sluiten ‘voor verleden én toekomst’ (met vrijstelling van premietaks van 4,4% en ook met vrijstelling van Wyninckxbijdrage van 1,5% voor externalisatie van ‘bestaande pensioenvoorziening’) Opm.: in de drie opties ondergaat de ‘bestaande pensioenvoor- ziening’ de 1,75%-taks (zie hierna) Onderhandse pensioenbelofte 46

  47. Programmawet bestaande overeenkomsten Eenmalige (1,75%) of gespreide (3 x 0,60%)taks op ‘bestaande pensioenvoorziening’ ‘Bestaande pensioenvoorziening’ = pensioenvoorziening ‘ultimo 2011’ (zie hoger) Taks geldt ongeacht gekozen optie (zie vorige slide), dus ongeacht of ‘bestaande pensioenvoorziening’ al dan niet wordt geëxternaliseerd Tarief (taks wordt mee ingekohierd met vennootschapsbelasting) indien eenmalig: 1,75% (in aanslagjaar 2013) indien gespreid: 3 x 0,60% (in aanslagjaren 2013, 2014 en 2015) bedrag pensioenvoorziening aan te geven in code 1533 aangifte Ven.b. (+ code 1534 ‘aanvinken’ indien gespreide betaling gewenst) Taks is ‘verworpen uitgave’ in vennootschapsbelasting Boekingswijze taks: zie Advies CBN 2013/6 van 6.3.2013(Fiscoloog nr. 1343, p. 6) Onderhandse pensioenbelofte 47

  48. Opties 1 en 2 (zie hoger) Vergen aanpassing onderhandse pensioenovereenkomst downsizen bedrag pensioenkapitaal voorzien in ‘onmiddellijke verworvenheid’ van gedownsized pensioenkapitaal schrappen van eventueel voorziene ‘oprenting’ pensioenkapitaal als de bedrijfsleider na de initieel voorziene pensioendatum verder zaakvoerder of bestuurder blijft indien eindleeftijd = 60j.: verleggen naar 62j.?: zal uitkering voor 62j. nog kunnen (zie ook verder) / quid impact op 80%-grens? aandacht voor volledig of gedeeltelijk behoud overlijdensdekking diverse bepalingen I.g.v. behoud van onderhandse pensioenovereenkomst moet vennootschap (wellicht nog in 2014) info verschaffen aan Sigedis-pensioendatabank Onderhandse pensioenbelofte 48

  49. Opties 1 en 2 (zie hoger) Vraag: moest er in opties 1 en 2 geen terugneming van voorziening geboekt worden a rato van het verschil tussen het nieuwe pensioenkapitaal (zijnde € 150.000) en diens actuele waarde op 31.12.2012 (zijnde € 150.000/ 1,037 = € 121.964), wat een terug te nemen voorziening (en dus een in 2012 belastbare winst voor de vennootschap) vertegenwoordigt van € 150.000 - € 121.964 = € 28.036 (waarbij die € 28.036 dan tussen 2013 en 2020 gradueel zouden ‘heraangelegd’ worden als pensioenvoorziening)? Onderhandse pensioenbelofte 49

  50. Optie 2 (zie hoger): 80%-grens Stel Resultaat 80%-grens geeft pensioenkapitaal van € 300.000 Er is een bevroren onderhandse pensioenovereenkomst met een bevroren onderhands pensioenkapitaal van € 150.000 De vennootschap wil de 80%-grens verder opvullen met een IPT-verzekering Vraag: wat is het maximaal te verzekeren kapitaal (excl. winstdeling) in de IPT-verzekering, rekening houdend met de correctiefactor van 1,20 voor de winstdeling? Antwoord Foute berekening: [€ 300.000 / 1,20] – € 150.000 = € 100.000 Juiste berekening: [€ 300.000 – € 150.000] / 1,20 = € 125.000 Onderhandse pensioenbelofte 50

More Related