Temperament en riskant cannabisgebruik in de adolescentie.

1. Temperament en riskant cannabisgebruik in de adolescentie.

2. Meting van het onderzoek • Via het nagaan van risicofactoren die leiden tot een riskant cannabisgebruik in de adolescentie: * Vroege start met roken * Cannabisgebruikende vrienden + * Temperament !

3. Vroege start met roken & cannabisgebruikende vrienden. • Dit zijn de twee grootste risicofactoren tot het riskant cannabisgebruik tijdens de adolescentie.  Wanneer ze het gewoon zijn om een gewone sigaret te roken is overstap naar het roken van een joint minder groot. GEVOLG: ‘early onset cannabisgebruik’ cannabisgebruik bij -13 jaar  Uit longitudinaal onderzoek blijkt dat jongeren met middelengebruikende vrienden sneller zelf beginnen met het roken van een joint. Reden: - Vrienden hebben invloed op iemands houden t.a.v. middelengebruik. - Middelengebruikende vrienden zijn bepalend voor de beschikbaarheid van een middel.

4. Temperament • Beïnvloedt de overstap van roken naar het gebruik van Cannabis. • Hoger niveau van sensatiedrang (= ‘sensation seeking’ ) sneller de ‘kick’ om Cannabis te roken opzoeken. • Adolescenten met weinig gedragsinhibitie  zien onbekende of mogelijk gevaarlijke zaken niet (zoals cannabisgebruik). • Hoger niveau van aandachtscontrole  minder behoefte aan middelengebruik.

5. Resultaten van het onderzoek • Riskant cannabisgebruik  • Uit het onderzoek blijkt dat het ‘early onset’ cannabisgebruik werd gerapporteerd door 2.8 % van de jongeren. • Regelmatig cannabisgebruik, zo bleek, kwam voor bij 5.6 % van alle jongeren en kwam ook vaker voor bij jongens dan bij meisjes.

6. Temperament en riskant cannabisgebruik  • Enkel aandachtscontrole leverde een onafhankelijke bijdrage aan regelmatig cannabisgebruik. • Gedragsinhibitie en frustratie hingen niet samen met early onset of regelmatig cannabisgebruik. • Jongeren die voor hun 12e gerookt hadden (18.9%) hadden een groter risico op early onset cannabisgebruik.

7. Twijfel & discussie omtrent het onderzoek • Ondanks de relatief hoge respons in TRAILS *, was er sprake van selectieve uitval: adolescenten die bleven participeren hadden o.a. minder gedragsproblemen en waren minder vroeg begonnen met Cannabis. • Er werd gebruik gemaakt van zelfrapportages kan leiden tot sociaal wenselijke antwoorden. • Er bestaat geen consensus over de juiste definitie van riskant cannabisgebruik, dus de concepten early onset – of regelmatig cannabisgebruik zijn onderhevig aan een zeker willekeurigheid. * TRAILS : TRacking Adolescents Individual Lives Survey, multidisciplinair bevolkingsonderzoek naar de ontwikkeling van 2000 jongeren in Noord- Holland.

8. De risicofactoren waarop deze studie zich richt werden niet altijd voorafgaand aan de manifestatie van riskant cannabisgebruik gemeten. • Aan de deelnemers werd gevraagd naar het softdruggebruik van hun vrienden, en niet specifiek naar cannabisgebruik.

9. Nut van het onderzoek? • De samenhang tussen verschillende risicofactoren ondersteunt het idee dat preventie- en interventieprogramma’s zich niet alleen moeten richten op cannabisgebruik maar ook op  • samenhangende zorgen : - legaal middelengebruik - omgaan met cannabisgebruikende vrienden

10. Bronnen • Creemers, H.E., Vollebergh, W., & Ormel, J. (2012). Temperament en riskant cannabisgebruik in de adolescentie. Kind en adolescent, 33 (1), 21-34. (vaktijdschriftartikel) • http://images.fanpop.com/images/image_uploads/Smoking-marijuana-758980_472_512.jpg • http://cdn.differencebetween.net/wp-content/uploads/2009/11/weed.png • http://www.tumblr.com/tagged/kids-smoking# • http://livingthecollegelife.com/wp-content/uploads/2011/10/Girl-Marijuana-625x416.jpg • http://thetyee.cachefly.net/ArtsAndCulture/2010/01/27/pot-smoke.jpg (foto’s)