1 / 36

BASISPRINCIPES 4C/ID

Welkom!. BASISPRINCIPES 4C/ID. Het 4C/ID model in een notendop. Een ontwerp methodologie. De 4 componenten. Betekenisvolle leertaken afgeleid van de realiteit (het beroep) Variatie Taakklassen Hulp en begeleiding Ondersteunende informatie Procedurele informatie Deeltaakoefening.

corina
Download Presentation

BASISPRINCIPES 4C/ID

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Welkom! BASISPRINCIPES 4C/ID

  2. Het 4C/ID model in een notendop Een ontwerpmethodologie

  3. De 4 componenten Betekenisvolle leertaken afgeleid van de realiteit (het beroep) Variatie Taakklassen Hulp en begeleiding Ondersteunende informatie Procedurele informatie Deeltaakoefening

  4. Betekenisvolle hele leertaken • Vanaf de eerste taak (maar dan wel met veel ondersteuning) • Beeld van het hele beroep / een hele taak • Student ontwikkelt zijn competenties door leertaken uit te voeren die ontleend zijn aan de beroepspraktijk • Hele taak: verschillende aspecten (kennis, vaardigheden, attitude) worden in combinatie met elkaar geoefend. Geen aparte vakken. • Variatie • Afnemende ondersteuning en hulp

  5. Leertaken en taakklasses • Orden van eenvoudig naar moeilijk • Authentiek vanaf het begin • Variabiliteit in elke taakklasse • “Scaffolding” in elke taakklasse • Zone van proximale ontwikkeling

  6. Toenemende complexiteit Afnemende ondersteuning • Geleidelijke toename van de complexiteit van de taken • Geordend in taakklassen. Ordening is gebaseerd op complexiteitsfactoren die de uitvoering van de taak moeilijker maken (bijv. omgeving, type opdracht, klantkenmerken) • Ondersteuning neemt per taakklasse af. Nieuwe taakklasse = weer veel ondersteuning

  7. Ondersteunende en procedurele informatie • Niet-routineaspecten <> routineaspecten, hebben ieder een ander type informatie nodig • Ondersteunende informatie voor niet-routineaspecten: mentale modellen maken, cognitieve strategieën • Procedurele informatie: voor routine-aspecten. Aanpakkennis, stappenplan, protocol etc.

  8. Deeltaakoefeningen Oefenen van aspecten van de taak die geautomatiseerd uitgevoerd moeten kunnen • routine samen met andere vaardigheden kunnen uitvoeren (cogn. overbelasting voorkomen) • Aspect van de vaardigheid is voorwaardelijk voor andere vaardigheden • Veiligheid waarborgen

  9. Vertaald naar de praktijk Vanaf het begin beeld van het beroep Student weet waarom hij/zij iets leert Cognitieve overbelasting wordt voorkomen Opleiden voor het beroep in plaats van voor het boek

  10. Vertaald naar onderwijsontwerp • Beroepsbeeld • Opleidingsstructuur • Leereenheden

  11. Stap 1. Goed beeld van het beroep Informatie verzamelen over: • Welke taken voert de beroepsbeoefenaar uit? • Hoe verhouden deze taken zich tot elkaar? • Welk type kennis/vaardigheden is nodig? Hulpmiddelen • Kwalificatiedossier als inspiratiebron • In gesprek met experts (docenten/werkveld) Resultaat =vaardighedenhiërarchie

  12. Stap 2. Globale structuur van de opleiding De hele taken ordenen op basis van hun moeilijkheid van eenvoudig naar meest complex Aanpak: • Wat zijn complexiteitsfactoren? • Wat is makkelijk/moeilijker/complex • Taken maken met de complexiteitsfactoren • Taken clusteren Resultaat:blauwdruk v/d opleiding

  13. Stap 3. Benoemen van leereenheden Uitgaande van de beschreven taakklassen wordt bepaald: • welke leertaken aangeboden worden; • welke kennis moet worden aangeboden; • welke vaardigheden apart geoefend moeten worden. Resultaat: crebotraject (de blauwdruk en de leereenheden)

  14. Wat is een leereenheid? Een leereenheid biedt richtlijnen voor het onderwijsproduct. Een leereenheid beschrijft wat de leerdoelen zijn van de te maken onderwijsproducten.

  15. Authentieke leeractiviteiten ontwikkelen

  16. Richtlijnen en tips Afnemende ondersteuning • Het lege bolletje is het einddoel • De voorgaande taken dragen bij aan dit einddoel • Steeds zelfde type taak en zelfde complexiteit, maar verschil in hoeveelheid hulp die wordt geboden (steeds minder zijwieltjes, maar nog steeds fietsen) • Welke ondersteuning bied je om het einddoel te halen? • Op het product (in domeinen waarin veel ontworpen/gemaakt wordt) • Op het proces (in domeinen met weinig producten)

  17. Proces georiënteerde ondersteuning Product georiënteerde ondersteuning gegeven situatie doel situatie oplossing oplosproces 2 typen ondersteuning Productgeoriënteerde hulp In de taak worden 1, 2 of 3 elementen gegeven: • Uitgewerkt voorbeeld • Case study • Imitatieprobleem • Omgekeerd probleem • Aanvulprobleem • Procesgeoriënteerde hulp • In de taak wordt hulp geboden m.b.t. de aanpak • Modelling example • Proceswerkbladen • Aanvulprobleem

  18. Uitgewerkt voorbeeld / Casus gegeven situatie doel situatie oplossing • Opmerkelijke casus: falen, succes, onverwacht resultaat, eye-openers • Student beantwoordt vragen en leert zo wat de kenmerken zijn van een goede oplossingen Bekijk en beoordeel

  19. Omgekeerd probleem oplossing doel situatie • Situatie is niet gegeven • Met name gebruikt bij probleem oplossen • Student leert welke oplossing geschikt is voor welke probleemsituatie Voor welk probleem is dit een geschikte oplossing?

  20. Imitatieprobleem gegeven situatie doel situatie oplossing • conventioneel probleem + uitgewerkt voorbeeld met aandacht voor afzonderlijke oplossingsstappen • Student moet zelf de overeenkomst zien tussen het uitgewerkt voorbeeld en de zelf uit te voeren taak. + Bekijk en doe na

  21. Doelvrij probleem gegeven situatie Bedenk zoveel mogelijk…. Maak zoveel mogelijk…. • Geen specifiek doel • Exploreren van alle mogelijke oplossingsroutes

  22. Aanvulprobleem gegeven situatie doel situatie • Een gedeelte van de oplossing is gegeven • De student moet zowel de gedeeltelijke oplossing bestuderen als weten wat de volgende stap(pen) moet(en) zijn. • Met name bij ontwerpen Bekijk en maak af oplossing

  23. Conventioneel probleem gegeven situatie doel situatie • Authentieke problemen waarmee beroepsbeoefenaar ook wordt geconfronteerd Maak / voer uit / los op

  24. Modelling examples (ook proces) gegeven situatie doel situatie oplossing • Uitgewerkt voorbeeld met expliciete aandacht voor het probleemoplos- of ontwerpproces • Hoe gaat de expert te werk • Expert denkt hardop • In praktijkonderwijs oplosproces

  25. Proceswerkbladen (ook proces) gegeven situatie doel situatie • Richtlijnen voor het oplossen van een probleemsituatie • Proceswerkblad vermeld de fasen die achtereenvolgens doorlopen worden • Kan ook dwingend. Eerst fase A doorlopen, voordat fase B gestart kan worden oplosproces Volg de stappen

  26. Samenvattend

  27. Belangrijk om te onthouden Aandacht van de student wordt gericht op • probleemsituaties • acceptabele oplossingen • relevante oplossingsstrategieën Ze leren doordat ze veel goede oplossingen zien voor bepaalde problemen (deductie). Ze bestuderen oplossingen en ontwikkelen zo mentale modellen en cognitieve strategieën.

  28. KennisGerichte Cursus ontwikkelen

  29. Richtlijnen en tips • Staat ten dienste van de hele taak, alleen wat relevant is • Ook wel de theorie genoemd. • Om te redeneren en problemen op te lossen; • niet een trucje, maar een strategie • Mentale modellen (wat is het, hoe werkt het) • Cognitieve strategieën (aanpakkennis) • Geef eerst voorbeelden, leg expliciet de algemeenheden uit • Verschillende modaliteiten: • Geschreven papieren materiaal • E-learning / elektronisch beschikbaar • Hoorcollege / theorieles • Kan vooraf of gedurende het doorlopen van de ALA’s

  30. Procedurele informatie • Voor routinematige aspecten • Wordt aangeboden op het moment dat de student het nodig heeft (hoeft hij niet uit het hoofd te weten) • stap-voor-stap uitleg • vereiste kennis (knop bevindt zich aan achterzijde) • Fading: vervolgens op afroep beschikbaar

  31. VaardigheidsGerichte Training ontwikkelen

  32. Richtlijnen en tips • Staat ten dienste van de hele taak • Voor aspecten van de taak die snel en geroutineerd uitgevoerd moeten kunnen voeren • Voor aspecten die voorwaardelijk zijn voor het uitvoeren van andere • Worden vooraf gegaan door een hele taak (context/relatie met taak is gewaarborgd)

  33. Vaardigheidsgerichte training bepalen • Welke aspecten moeten extra getraind worden • Routine-aspecten • Voorwaardelijke vaardigheden • Veiligheidsaspecten • Wanneer bied je dit aan?

  34. Voordelen 4C/ID-model • Theoretisch sterk onderbouwd ontwerpmodel Gebaseerd op whole-taskpractice‘ • Generiek karakter Toepasbaar in verschillende domeinen en sectoren • Compartimentalisatie voorkomen kennis, vaardigheden en attitudes > 1 competentiebasis • Fragmentatie vermijden focus op de coördinatie deeltaken in authentieke situaties

  35. Kanttekeningen bij 4C/ID-model • Veel verschillende begrippen en termen • Integratie tussen vakspecifieke domeinen lastig te organiseren • Voorbereiding vraagt veel tijd, mensen , middelen • Permanente afstemming tussen docenten noodzakelijk

More Related