1 / 27

Agententechnologie Les 8: communiceren

Agententechnologie Les 8: communiceren. dr. Patrick De Causmaecker. Communicatie. Synchronisatie, race voorwaarden, lost update,… -> hebben alle te maken met gedeeld geheugen, gedeelde resources Worden in at beschouwd als ‘low-level’ Wat is het communicatieprobleem in agententechnologie?.

cece
Download Presentation

Agententechnologie Les 8: communiceren

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. AgententechnologieLes 8: communiceren dr. Patrick De Causmaecker dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  2. Communicatie • Synchronisatie, race voorwaarden, lost update,… • -> hebben alle te maken met gedeeld geheugen, gedeelde resources • Worden in at beschouwd als ‘low-level’ • Wat is het communicatieprobleem in agententechnologie? dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  3. Communicatie tussen agenten • Object georiënteerd paradigma: communicatie  methodes oproepen • Dit is in strijd met de autonomie van de agent • Als agent X in staat is tot actie Y, dan kunnen we hem vragen om die uit te voeren • Of hij die uitvoert hangt van zijn toestand af • Communicatie tussen agenten moet beschouwd worden als een poging van de zendende kant om de ontvangende kant in zijn acties te beïnvloeden. dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  4. Speech Acts • De communicatie tussen agenten is gebaseerd op een aantal theoretische inzichten. • De theorie van de speech acts ligt aan de basis • Ze werd geïnitieerd door John Austin, filosoof, 1962 dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  5. Speech acts • Hij merkte op dat een aantal uitspraken die door mensen gedaan werden de karakteristieken van daden of acties hadden. • Een daad of een actie beïnvloedt de toestand van de wereld. • Sommige uitspraken doen dat ook • De oorlog verklaren • In het huwelijk treden • Voor de daden vond hij een aantal performatives, werkwoorden die met verschillende soorten speech acts overeenkomen. dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  6. Speech Acts • Hij onderscheidde drie soorten dergelijke daden: • The locutionary act • “Maak eens koffie a.u.b.” • The illocutionary act • “Ik zal koffie te maken” • The prelocution • “Ik doe arseen in je koffie!” dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  7. Speech Acts • Voor de succesvolle uitvoering van een dergelijke actie moeten er voorwaarden voldaan zijn: de felicity voorwaarden • Er moet een aanvaarde procedure zijn voor de performative en de toestand en de acteurs moeten aan de voorwaarden voor de procedure voldoen • De procedure moet correct en volledig uitgevoerd worden • De actie moet eerlijk zijn en elke in begrepen belofte moet uitgevoerd worden voor zover mogelijk dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  8. Speech Acts • Searle, 1969, breidde dit begrip uit • Hij vond een aantal nodige eigenschappen waaraan een speech act moet voldoen. Vb. een vraag van S aan L om A te doen: • I/O voorwaarden: L moet de vraag kunnen horen • Voorbereiding: L moet A kunnen, S moet geloven dat L A kan, L moet eventueel bereid zijn om A te doen • Eerlijkheid: S moet willen dat L A doet. dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  9. Speech Acts • Hij onderscheidt 5 klassen: • Representatief (inlichten, to inform) • Directief (vragen om te doen, to requesti) • Verbindend (to promise) • Expressief (to thank) • Verklarend (to declare) dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  10. Een plan gebaseerde theorie van speech acts • Cohen en Perrault 1979 • Gebruik van de STRIP notatie met pre- en postcondities, en delete/add lijsten • Zie voorbeeld dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  11. Voorbeeld: request • request(s, h, f) pre: • s gelooft l kan fs gelooft l gelooft h kan fs gelooft s wil f post: • h gelooft s gelooft s wil f dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  12. Request als er geen enkele actie komt: cause to want • CauseToWant(A1,A2,X) • Pre: • A1 gelooft (A2 gelooft (A2 wil X)) • Effect: • A1 gelooft (A2 wil X) dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  13. ACL: het standaard formaat om boodschappen uit te wisselen • De eerste stappen werden gezet in Knowledge Sharing Effort (US, DARPA) • Knowledge Query and Manipulation Language (KQML) • Een enveloppe voor boodschappen • Knowledge Interchange Format (KIF) • Een taal om de voorstelling van de kennis over een domein mogelijk te maken dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  14. KIF Wordt gebruikt om: • Eigenschappen uit te drukken in een bepaald gebied • (H volgt aandachtig) • Verbanden tussen dingen uit te drukken • (K respecteert aandacht H) • Algemene regels die binnen een domein gelden uit te drukken: • (Om het even wie X respecteert stoort X niet) dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  15. KIF: soort eerste orde logica • (= (temperature m1) (scalar 83 Celsius)) • (defrelation bachelor (?x) := (and (man ?x) (not (married ?x)))) • (defrelation person (?x) :=> (mammal ?x)) dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  16. KQML • KIF is de taal voor de inhoud van de boodschap • KQML definieert een aantal ‘communicatie werkwoorden’ of performativesVoorbeeld performatives: • ask-if • perform • tell • reply dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  17. KQML • Om te kunnen communiceren moeten de agenten een terminologie afgesproken hebben: formeel een ontologie • KSE een verzameling ontologieën (ONTOLINGUA) • Voorbeeld van een dialoog: • A to B: (ask-if (> (size chip1) (size chip2)))B to A: (reply true)B to A: (inform (= (size chip1) 20))B to A: (inform (= (size chip2) 18)) dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  18. KQML • Verder voorbeeld: (ask-one :content (PRICE IBM ?price) :receiver stock-server :language LPROLOG :ontology NYSE-TICKS ) dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  19. Een dialoog in KQML (evaluate :sender A : receiver B :language KIF : ontology motors :reply-with q1 : content (val (torque m1))) (reply :sender B :receiver A :language KIF : ontology motors :in-reply-to q1 : content (= (torque m1) (scalar 12 kgf))) dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  20. Nadelen van KQML • Nooit een vaste verzameling performatives • Er was geen transportmechanisme • De semantiek lag niet vast, er werden enkel Engels-achtige zinnen gebruikt • De Verbintenis performatives waren niet aanwezig • Er waren veel performatives, zoals het uitkwam dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  21. FIPA • Foundation for Intelligent Physical Agents (begin 1995) • Definieert een architectuur en zo… • Definieert FIPA-ACL • Lijkt sterk op KQML, maar is beter gedefinieerd en met meer zorg voor exactheid dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  22. FIPA ACL, een voorbeeld (inform :sender agent1 :receiver agent5 :content (price good200 150) :language sl :ontology hpl-auction) dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  23. dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  24. FIPA ACL • Inform en request zijn de basis primitieven • De semantiek is gedefinieerf met behulp van content, precondities en het rationeel effect • Content: wat voor soort inhoud de boodschap bevat • Preconditie: wat moet waar zijn om de boodschap uit te zenden • Rationeel effect: wat de zender bij de ontvanger wil teweegbrengen dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  25. FIPA ACL • Inform • Content: een statement • Preconditie: de zender • Gelooft dat de inhoud waar is • Wil dat de ontvanger gelooft dat de inhoud waar is • Gelooft nog niet dat de ontvanger gelooft dat de inhoud waar is of niet waar is dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  26. FIPA-ACL • Request • Content: een action • Preconditie: de zender • Wil dat de actie uitgevoerd wordt • Gelooft dat de ontvanger de actie kan uitvoeren • Gelooft niet dat de ontvanger al van plan is om de actie uit te voeren dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

  27. Voorbeelden ontologietools • Ontolingua • http://www.ksl.stanford.edu/software/ontolingua/ • Chimaera • http://www.ksl.stanford.edu/software/chimaera/ dr. Patrick De Causmaecker, KaHo St.-Lieven 2004

More Related