1 / 21

Parallelschakelen van componenten

Parallelschakelen van componenten. Uitleg gebruik animatie. Als deze groene toetsen in beeld komen gebruik je…… …….deze toetsen op je toetsenbord. Verder gebruik je alléén de linkermuistoets om ergens op te klikken. Bijvoorbeeld: VERDER of MAAK EEN KEUZE.

ayla
Download Presentation

Parallelschakelen van componenten

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Parallelschakelen van componenten

  2. Uitleg gebruik animatie. Als deze groene toetsen in beeld komen gebruik je…… …….deze toetsen op je toetsenbord. Verder gebruik je alléén de linkermuistoets om ergens op te klikken. Bijvoorbeeld: VERDER of MAAK EEN KEUZE Deze animatie is ontworpen door Inno van Dijk uit Zevenaar Ga je gang VERDER

  3. Parallelschakelen van componenten Bij een serieschakeling heb je geleerd dat die eigenlijk bestaat uit een kop-staart verbinding van de componenten. Bij een parallelschakeling zitten alle koppen aan elkaar en alle staarten aan elkaar. Kop staart Kop staart Kop staart Kop staart Kop staart Zoals je ziet zal de spanning voor alle toestellen en lampen hetzelfde moeten zijn. Alle lampen in dit schema zijn nu aangesloten op de bruine fasedraad en de blauwe nuldraad.

  4. Parallelschakelen van componenten De eerste eigenschap van een parallelschakeling: er is één spanning. In formule: U = U1 = U2 = U3 ofwel gewoon U Alle toestellen aangesloten op ons lichtnet moeten dus voor 230 volt ~ geschikt zijn.

  5. Parallelschakelen van componenten Ook componenten kunnen parallel zijn geschakeld zoals de beide uitdrukkers en de beide indrukkers hieronder. Zij zijn niet op de spanning aangesloten maar zitten wel met de koppen aan elkaar en met de staarten aan elkaar. kop kop staart staart kop kop staart staart indrukkers uitdrukkers

  6. Parallelschakelen van componenten R1 R2 R3

  7. Parallelschakelen van componenten R1 R2 R3 Kleinere weerstand grotere stroom Hoogste weerstand kleinste stroom Laagste weerstand grootste stroom

  8. Parallelschakelen van componenten De stroom door elke weerstand wordt bepaald door de spanning (die overal gelijk is) en de waarde van de aangesloten weerstand. Ofwel: I1 = U : R1 I2 = U : R2 I3 = U : R3 Stromen van knooppunt af R1 R2 R3 I1 I2 I3 I1 I2 I3 I totaal I totaal Verder geldt dat alle stromen naar een knooppunt toe gelijk moeten zijn aan alle stromen van datzelfde knooppunt af. Noem je de geleverde totaalstroom It dan is It = ∑ (sigma) I (je zegt nu: I totaal is de som van de deelstromen) dus: I t = I1 + I2 + I3 Stromen naar knooppunt toe

  9. Parallelschakelen van componenten Bij een parallelschakeling heb je geen totaalweerstand, maar een vervangingsweerstand Rv. We nemen nog even hetzelfde figuur en zetten er wat gegevens bij. Met deze gegevens kun je alle stromen uitrekenen en de gehele weerstand (vervangingsweerstand) van de schakeling. I1 = U : R1 = 60 V : 20 Ω = 3 A R1 = 20 Ω R2 = 30 Ω R3 = 10 Ω U = 60 V I1 I2 It I3 I2 = U : R2 = 60 V : 30 Ω = 2 A I3 = U : R3 = 60 V : 10 Ω = 6 A It = ∑ I = 3 A + 2 A + 6 A = 11 A Met U en It bereken je de weerstand van deze schakeling: Rv = U : It = 60 V : 11 A = 5,5 Ω(afgerond)

  10. Parallelschakelen van componenten Je zou nu deze schakeling kunnen vervangen door een schakeling met één weerstand van 5,5 ohm. Bij 60 volt zal deze schakeling dezelfde prestaties verrichten. R1 = 20 Ω R2 = 30 Ω R3 = 10 Ω U = 60 V I1 I2 It I3 Rv = 5,5 Ω It = 11 A U = 60 V Goed onthouden! De totale weerstand (vervangingsweerstand) van een parallel-schakeling is ALTIJD kleiner dan de kleinste deelweerstand. It = 11 A Rv = 5,5 Ω

  11. Parallelschakelen van componenten It = 6A I1 = 2A I2 = 2A I3 = 2A 230 volt~ stoppen Klik met de linkermuisknop op de lamp die je eruit wilt halen of terug wilt plaatsen Klik op stoppen om deze animatie te beëindigen

  12. Parallelschakelen van componenten It = 0A I1 = 0A I2 = 0A I3 = 0A 230 volt~ stoppen Klik met de linkermuisknop op de lamp die je eruit wilt halen of terug wilt plaatsen Klik op stoppen om deze animatie te beëindigen

  13. Parallelschakelen van componenten It = 4A I1 = 0A I2 = 0A I3 = 2A 230 volt~ stoppen Klik met de linkermuisknop op de lamp die je eruit wilt halen of terug wilt plaatsen Klik op stoppen om deze animatie te beëindigen

  14. Parallelschakelen van componenten It = 2A I1 = 0A I2 = 2A I3 = 0A 230 volt~ stoppen Klik met de linkermuisknop op de lamp die je eruit wilt halen of terug wilt plaatsen Klik op stoppen om deze animatie te beëindigen

  15. Parallelschakelen van componenten It = 4A I1 = 0A I2 = 2A I3 = 2A 230 volt~ stoppen Klik met de linkermuisknop op de lamp die je eruit wilt halen of terug wilt plaatsen Klik op stoppen om deze animatie te beëindigen

  16. Parallelschakelen van componenten It = 2A I1 = 2A I2 = 0A I3 = 0A 230 volt~ stoppen Klik met de linkermuisknop op de lamp die je eruit wilt halen of terug wilt plaatsen Klik op stoppen om deze animatie te beëindigen

  17. Parallelschakelen van componenten It = 4A I1 = 2A I2 = 2A I3 = 0A 230 volt~ stoppen Klik met de linkermuisknop op de lamp die je eruit wilt halen of terug wilt plaatsen Klik op stoppen om deze animatie te beëindigen

  18. Parallelschakelen van componenten It = 4A I1 = 2A I2 = 0A I3 = 2A 230 volt~ stoppen Klik met de linkermuisknop op de lamp die je eruit wilt halen of terug wilt plaatsen Klik op stoppen om deze animatie te beëindigen

  19. Parallelschakelen van componenten It = 2A I1 = 0A I2 = 2A I3 = 0A 230 volt~ stoppen Klik met de linkermuisknop op de lamp die je eruit wilt halen of terug wilt plaatsen Klik op stoppen om deze animatie te beëindigen

  20. Parallelschakelen van componenten Je weet nu dat bij een parallelschakeling: Één spanning aanwezig is De totale weerstand de vervangingsweerstand wordt genoemd De vervangingsweerstand altijd kleiner is dan de kleinste weerstand in de schakeling De apparaten onafhankelijk van elkaar werken De totale stroom de som van de deelstromen is Maak een keuze en klik met de linkermuisknop op één van de mogelijkheden: Alles opnieuw Stoppen

  21. Parallelschakelen van componenten Einde van deze animatie. Ga nu weer verder met je boek. Deze animatie is gemaakt door I J TH M van Dijk

More Related