1 / 21

1. MUCIUS SCAEVOLA REDT ROME (II, 12-13.5) a. Gaius Mucius heeft een plan (12.1-5)

1. MUCIUS SCAEVOLA REDT ROME (II, 12-13.5) a. Gaius Mucius heeft een plan (12.1-5) Obsidio erat nihilo minus et frumenti cum summa caritate inopia , sedendoque expugnaturum se urbem spem Porsenna habebat , cum C. Mucius , adulescens nobilis, cui indignum videbatur

alec
Download Presentation

1. MUCIUS SCAEVOLA REDT ROME (II, 12-13.5) a. Gaius Mucius heeft een plan (12.1-5)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. 1. MUCIUS SCAEVOLA REDT ROME (II, 12-13.5) a. GaiusMucius heeft een plan (12.1-5) • Obsidioeratnihilo minus et frumenti cum summa caritateinopia, • sedendoqueexpugnaturum se urbemspemPorsennahabebat, • cum C. Mucius, adulescens nobilis, cuiindignumvidebatur • populumRomanumservientem, • cum sub regibusesset, • nullo bello necabhostibusullisobsessumesse, • De belegering en gebrek aan koren gepaard gaande met de hoogste prijs duurde niettemin voort, • en Porsenna had de hoop dat hij door te blijven (belegeren) de stad zou veroveren, • toen GaiusMucius, een adellijke jongeman, die het schandelijk vond • dat het Romeinse volk toen het slaaf was, • toen het onder de koningen was, • door geen enkele oorlog noch door enige vijanden werd belegerd,

  2. liberumeundempopulumabiisdemEtruscisobsideri, • quorum saepeexercitusfuderit • —itaquemagnoaudaciquealiquofacinoreeamindignitatemvindicandamratus, • primo suaspontepenetrare in hostiumcastraconstituit; • (maar) dat hetzelfde (inmiddels) vrije volk door dezelfde Etrusken werd belegerd, • wier legers het dikwijls heeft verslagen • – dus menend dat met een of andere grote en vermetele/brutale/stoutmoedige daad deze schande moest worden gewroken, • eerst be­sluit (besloot) om op eigen initiatief het legerkamp van de vijanden binnen te dringen; • [dus: Porsenna had hoop, toen Mucius besloot om…]

  3. cum C. Mucius, adulescens nobilis, cuiindignumvidebatur • populumRomanumservientem, • cum sub regibusesset, • nullo bello necabhostibusullisobsessumesse, • liberumeundempopulumabiisdemEtruscisobsideri, • quorum saepeexercitusfuderit Tegenstellingen: • servientem – liberum • nullo bello obsessumesse – obsideri • abEtruscisobsideri – quorum saepeexercitusfuderit Chiasmes: • populumRomanumservientem – liberumeundempopulum • nullo bello – abhostibusullis

  4. deinmetuens ne, • si consuluminiussu et ignaris omnibus iret, • forte deprehensus a custodibusRomanisretraheretur ut transfuga, • fortunatumurbis crimen adfirmante, • senatumadit. • daarna, vrezend dat hij, • als hij zonder bevel van de consuls en, buiten medeweten van iedereen zou gaan, • toevallig betrapt door de Romeinse bewakers zou worden teruggebracht als overloper, • omdat de situatie van toen de be­schuldiging aannemelijk maakte, • gaat hij naar de senaat. • de omstandigheden in Rome zijn zo slecht dat overlopen voor sommige mensen een optie lijkt. • crimen: overlopen.

  5. ‘TransireTiberim’ inquit, ‘patres, • et intrare, si possim, castrahostiumvolo, • non praedonecpopulationum in vicemultor; • maius, si di iuvant, in animo estfacinus.’ • ‘de Tiber oversteken’, zei hij, ‘senatoren, • en het kamp van de vijanden, als ik (dat) zou kunnen, binnengaan wil ik, • niet als plunderaar noch op mijn beurt als wreker van de plunde­ringen; • een grotere daad, als de goden (mij) ­helpen, ben ik van plan’. • er wordt niet gezegd welk ‘groter plan’, maar door het zwaard (volgende dia) kun je een vermoeden krijgen.

  6. Adprobantpatres; • abdito intra vestemferroproficiscitur. • De senatoren geven hun toestemming; • nadat hij een zwaard heeft verborgen onder zijn kleding, vertrekt hij.

  7. b. De aanslag op de koning mislukt (12.6-11) • Ubieovenit, in confertissimaturbaproperegiumtribunalconstitit. • Toen hij daar kwam, ging hij in de zeer dicht opeengedrongen menigte dichtbij het koninklijk podium staan.

  8. Ibi cum stipendium militibus forte daretur • et scriba cum regesedens pari fereornatumultaageret • eum<que> militesvolgoadirent, • timenssciscitariuterPorsennaesset, • ne ignorandoregemsemetipseaperiretquisesset, • quo temeretraxitfortunafacinus, scribam pro regeobtruncat. • Toen daar toevallig soldij werd gegeven aan de soldaten • en de secretaris met de koning zittend met ongeveer gelijke kleding druk bezig was, • en soldaten met zijn allen naar hem toe gingen, • ­vrezend te vragen wie van beiden Porsenna was, • om te voorkomen dat hij door de koning niet te kennen zichzelf zou verraden wie hij was, • doodt hij, geleid door het lot, de secretaris in plaats van de koning. • forte: gevolg: Mucius doodt de verkeerde.Ze zien er hetzelfde uit en hij wil niet vragen wie wie is.

  9. Vadentem inde, qua per trepidamturbamcruentomucronesibiipsefeceratviam, • cum, concursu ad clamorem facto, comprehensumregiisatellitesretraxissent, • ante tribunalregisdestitutus, tumquoqueintertantasfortunaeminasmetuendusmagisquammetuens, ‘Romanussum’ inquit, ‘civis; • Terwijl hij ­vandaar/vervolgens ging daarlangs waar hij zelf voor zichzelf door de bange menigte met zijn bebloede zwaard een weg had gebaand, • toen, nadat een oploop op het geschreeuw (omdat de secretaris dood is) was ontstaan, de dienaren van de koning hem, na vast­gepakt te hebben terug hadden gehaald, • zei hij, voor het podium van de koning neergezet, ook toen nog te midden van zo grote bedreigingen van het lot (doodstraf?) meer vreeswekkend dan vrezend: ‘Ik ben Romeins burger;

  10. C. Muciumvocant. • Hostishostemocciderevolui, • nec ad mortem minus animiest, quamfuit ad caedem; • et facere et patifortiaRomanumest. • ze noemen mij GaiusMucius. • Als vijand wilde ik een vijand doden, • en ik heb voor de dood niet minder moed dan ik had voor de moord; • én dapper handelen én dapper verdragen is (typisch) Romeins.

  11. Nec unus in te ego hos animosgessi; • longus post me ordoest idem petentiumdecus. • En niet ík alleen had dit voornemen jegens u; • een lange rij achter mij is er van ­(mannen) die streven naar dezelfde eer.  de vijandelijke koning/aanvoerder doden.

  12. Proinde in hoc discrimen, si iuvat, accingere, • ut in singulashorascapitedimicestuo, • ferrumhostemque in vestibulohabeasregiae. • Daarom bereidt u op dit gevaar voor, als het u plezier doet, • zodat u van uur tot uur om uw leven strijdt, • (en) zwaard en vijand in de hal van de koningstent hebt.

  13. Hoc tibiiuventus Romana indicimusbellum. • Nullamaciem, nullumproeliumtimueris; • uni tibi et cum singulisreserit.’ • Deze oorlog zeggen wij, Romeinse jeugd, u aan. • Geen slaglinie, geen gevecht moet u vrezen; • voor u alleen en met (ons) één voor één zal de strijd zijn.’ • speech: maakt het verhaal spannend(er).

  14. c. Porsenna laat Mucius ongedeerd gaan (12.12-16) • Cum rex, simulirainfensuspericuloqueconterritus, circumdariignesminitabundusiuberet, • nisiexpromeret propere, • quasinsidiarumsibiminas per ambagesiaceret, • ‘En tibi’ inquit, • ‘ut sentias, quamvile corpus sit • iis, quimagnamgloriamvident’; • Toen de koning, zowel agressief door woede als door het gevaar hevig verschrikt, dreigend beval hem (=Mucius) op de brandstapel te leggen, • als hij niet snel vertelde, • welke bedreigingen van een aanslag voor hem hij d.m.v. raadselachtige woorden naar voren bracht, • zei hij (Mucius): ‘Kijkt u dan, • opdat u bemerkt hoe waardeloos een lichaam is • voor hen die grote roem voor ogen hebben’;

  15. dextramqueaccenso ad sacrificiumfoculoinicit. • Quam cum velutalienatoabsensutorreret animo, • propeattonitusmiraculo rex, • cum absedesuaprosiluisset • amoveriqueabaltaribusiuvenemiussisset, • ‘Tu veroabi’ inquit, ‘in te magisquam in me hostiliaausus. • zijn rechterhand hield hij in de offerpan, nadat deze was aangestoken voor het offer. • Toen hij deze, alsof hij geen pijn voelde, roosterde, • zeide door het wonder bijna verbijsterde koning, • toen hij van zijn zetel was opgesprongen • en bevolen had de jongeman van het altaar weg te halen: • ‘Jij moet werkelijk weggaan, jij die jegens jezelf meer kwaad hebt durven aan te richten dan jegens mij.

  16. Iuberemmactevirtuteesse, • si pro mea patria istavirtusstaret; • nunciure belli liberum te, intactuminviolatumquehincdimitto.’ • Ik zou je ­willen gelukwensen met je moed, • als die moed voor míjn vaderland werd betoond; • nu stuur ik je hiervandaan weg gevrijwaard van het oorlogsrecht, ongestraft en ongedeerd.’ • iurebelli, intactum, inviolatum - trikolon

  17. TuncMucius, quasi remuneransmeritum, • ‘Quandoquidem’ inquit, ‘estapud te virtutihonos, • ut • beneficiotuleris a me, • quodminisnequisti: • Toen zeiMucius, als het ware een wederdienst bewijzend (alsof hij een wederdienst bewees): • ‘Omdat althans er bij u een eerbewijs is voor moed, • om te bewijzen dat • u door uw weldaad van mij hebt verkregen (verkrijgt) • wat u met dreigementen niet kon, (zeg ik u): • Remunerans: door het zogenaamde verbond te verklappen van 300 Romeinen die in de rij staan om Porsenna te doden. • Beneficio: wijst terug naar nunciure belli liberum te, intactuminviolatumquehincdimitto (10-11); contrasteert met r. 14 minis. • Minis: wokst terug maar regel 2: circumdariignes.

  18. trecenticoniuravimus principes iuventutisRomanae, • ut in te hac via grassaremur. • Mea prima sorsfuit; • wij, driehonderd leiders van de Romeinse jeugd, hebben ons door een eed verbonden • om tegen u op deze manier te werk te gaan. • Mijn lot was de eerste / het eerste lot trof het mijne; • Pure bluf; Mucius verzint dit ter plekke. Hij had alleen het plan opgevat Porsenna te doden en dit wel even aan de senatoren meegedeeld, maar verder aan niemand.

  19. ceteri, ut cuiusquececideritprimi, • quoad te opportunumfortunadederit, suoquisque tempore aderunt.’ • de anderen zullen, al naar gelang ieder aan de beurt zal zijn, • ieder op zijn eigen tijd aanwezig zijn, totdat het lot u (ons) in handen zal hebben gespeeld’. • = tekst b regel 17: ferrumhostemque in vestibulohabeasregiae en regel 19 uni tibi et cum singulisreserit.

More Related