24 september 2007

1. 24 september 2007 • Introductie op het onderwerp van de dag • Peter Michielsens • (vertegenwoordiger) Minister F. Vandenbroucke • Het thema “zelfevaluatie en doorlichting situeren” • Waar doen we het voor? • Doorlichting anno 2008 • Zelfevaluatie en het CIPO-referentiekader • Hoe zelfevaluatie betrekken in de doorlichting? • Visie en uitgangspunten • Praktische aanpak • Reflectie

2. Doorlichting2008-2014 Onderwijsinspectie Leerplichtonderwijs-CLB “Timing en afstemming”

3. Halen we de doelstellingen in onderwijs? Wat is hierin het aandeel van het CLB? Onderwijsloopbaan Missie school Missie CLB Toegang Onthaal Welbevinden Succeservaring onderwijsdoelstellingen gezondheidsdoelstellingen Informeren Beschikbare gegevens gebruiken Voorkomen Prioriteiten Duidelijke doelstellingen Begeleiden Specifieke doelgroepen Kwaliteitsvolle uitvoering kerntaken Onderwijs Begeleiding Evaluatie

4. Kwaliteit en verantwoordelijkheid • Meerdere betrokkenen • Verantwoordelijkheid • Expertise • Samenhang tussen: • Zelfevaluatie (CLB) • Begeleiding (pedagogische begeleiding, e.a) • Inspectie (samen met externe deskundigen)

5. Kwaliteitszorg in CLB • K-beleid • gericht op verantwoorde dienstverlening en een respectvolle begeleiding • minimale voortgangsbewaking • K-handboek • K-plan • Contactpersoon K-zorg • Zelfevaluatie

6. Zelfevaluatie • De toestand • Een brief van de Minister aan de centra • zelfevaluatie en de uitbouw van een kwaliteitsysteem • interne metingen • periodiek zelfevaluatierapport • waarderingskader is vrij - instrument wordt aangereikt

7. Belangrijke vragen i.v.m. het K-beleid van het CLB Zelfevaluatie Output bewaken K-handboek/K-plan Vorderingen en effecten opvolgen

8. C I P O Context Input Proces indicator Algemeen beleid kwaliteitszorg Personeelsbeleid Logistiek beleid Onderwijsloopbaan Output

9. Later meer over het CIPO-referentiekader van de inspectie... Nu te onthouden: Zelfevaluatie wordt geëvalueerd als onderdeel van de indicator kwaliteitszorg

10. DATA-analyse V O O R O N D E R Z O E K D O O R L I C H T I N G O P V O L G I N G BEZOEK INFO van het CENTRUM Doorlichtingstraject

11. DATA-analyse Brussel - “huiswerk” inspectie V O O R O N D E R Z O E K CLB- Info-dossier – ja/nee op gesloten vragen BEZOEK INFO van het CENTRUM Wie-Wat-waar 2 inspecteurs - 1 dag – voorbereiding van de doorlichting Initiatief van het centrum - eigen inbreng omwille van “sterk” of “vraag naar een externe evaluatie”

12. Taken van de inspecteur tijdens het vooronderzoek Maak een eerste ruwe inschatting o.b.v informatie op voorhand E-scan Voer een aantal gesprekken ter plaatse met geselecteerde gesprekspartners en observeer om de lokale situatie beter in te schatten Q-scan Heb oog voor prioriteiten van de organisatie zelf I-scan Formuleer opmerkelijke punten die grondiger moeten bekeken worden Hypothesemodel op basis waarvan het type doorlichting gekozen wordt

13. Later meer over de voorbereidingsfase Nu te onthouden: De evaluatie van het zelfevaluatierapport kan een onderdeel zijn van de voorbereidingsfase. Het kan daarom invloed hebben op de aard en omvang van de doorlichting. Het bereikt de inspectie op initiatief van het centrum (onderdeel van de i-scan)

14. Visie op zelfevaluatie “Een CLB moet aan zelfevaluatie beginnen omdat het gelooft in de mogelijkheden van de methodiek als hefboom voor haar eigen ontwikkeling. Deze interne motivatie kan gestimuleerd worden door zelfevaluatie te laten ontwikkelen en uitvoeren op het ritme van de organisatie. Ruimte laten voor een introductie van zelfevaluatie op maat van een centrum moet leiden tot een kwaliteitsvolle uitvoering van de zelfevaluatie en tot een gepaste integratie van de resultaten van dit proces in het kwaliteitsbeleid van het centrum. Zelfevaluatie is geen doel op zich maar een middel om de kwaliteit van de dienstverlening te behouden en te verbeteren. Het moet bijdragen aan het bereiken van de gezondheids- en onderwijsloopbaandoelstellingen”

15. Uitgangspunt 1 Zelfevaluatie heeft een eigen ritme. De doorlichting mag het ritme van de zelfevaluatie niet bepalen. In een protocol tussen het centrum en de inspectie spreken we af op welke manier zelfevaluatie voorwerp wordt van de doorlichting.

16. Uitgangspunt 2 Een centrum moet zelf een aantal keuzen kunnen maken. • Het referentiekader voor zelfevaluatie • De kwaliteitsaspecten die men onderwerp van zelfevaluatie wil maken (welke en hoeveel). • De periode waarbinnen men een zelfevaluatie over één of meerdere kwaliteitsaspecten wil afwerken. • Het gebruik van een zelfevaluatierapport.

17. Uitgangspunt 3 Een bewuste keuze van te evalueren kwaliteitsaspecten is nodig. De keuze berust op betrouwbare en actuele informatie; Ze is relevant : • heeft invloed op de kwaliteit van de dienstverlening; • heeft een draagvlak bij de stakeholders van het centrum.

18. Uitgangspunt 4 Het effect van het zelfevaluatieproces op de kwaliteit van de dienstverlening is essentieel. • Sterk beleidsvoerend vermogen en zelfevaluatie • vereiste randvoorwaarden • draagkracht van het centrum • kenmerken van een goed zelf-evaluatieproces • het te bereiken effect • Beter een “small” dan een “light” • Een zelfevaluatieproces moet zich binnen een redelijke termijn afwikkelen.

19. Uitgangspunt 5 Zelfevaluatie leidt tot een conclusie en actie. Het zelfevaluatierapport bevat: • een betrouwbare analyse van het (de) geëvalueerde kwaliteitsaspect(en) • De conclusie(s) en beslissing(en) over te ondernemen acties.

20. Uitgangspunt 6 Het zelfevaluatierapport ondersteunt de communicatie • Het rapport wordt gebruikt voor de horizontale rapportering (stakeholders) • Het rapport kan ook gebruikt worden voor de verticale rapportering o.a door het in te brengen in het vooronderzoek van de doorlichting.

21. Uitgangspunt 7 De resultaten van de zelfevaluatie integreren zich in het kwaliteitsbeleid van het centrum. • Resultaten van de zelfevaluatie geven aanleiding tot een systematische opvolging in het kader van de kwaliteitszorg. • Resultaten en acties worden opgenomen in het kwaliteitshandboek en het kwaliteitsplan.

22. Uitgangspunt 8 In het doorlichtingsverslag geven we antwoord op volgende vragen • Heeft de zelfevaluatie geleid tot een betrouwbarebeoordeling en conclusie van de kwaliteitsaspecten die door het centrum werden geëvalueerd? • Is er sprake van een kwaliteitsbeleid en blijkt hieruit zorg voor een systematische opvolging van de resultaten van de zelfevaluatie? • Kan het CLB resultaten voorleggen voortvloeiend uit haar kwaliteitszorg. Waarom is dit belangrijk voor de kwaliteit van de dienstverlening? Wat betekent het voor de te bereiken gezondheids- en onderwijsloopbaandoelstellingen?

23. ZE op een ontwikkelingslijn? • Evolutie naar een gedifferentieerde doorlichting. • Zorg voor de beginsituatie van een centrum en aandacht voor valkuilen. • Instrument om informatie over de ontwikkeling van zelfevaluatie actueel te houden.