1 / 18

Communicatie- stoornissen na een hersentrauma

Communicatie- stoornissen na een hersentrauma. Prof. Dr. J. van Borsel Handboek Stem-Spraak-Taalpathologie. Inleiding Omschrijving typen en oorzaken van hersentrauma Hersentraumapatiënten als specifieke populatie Communicatiestoornissen bij hersentrauma patiënten Conclusie. Inhoudstafel.

ryo
Download Presentation

Communicatie- stoornissen na een hersentrauma

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Communicatie-stoornissen na een hersentrauma Prof. Dr. J. van Borsel Handboek Stem-Spraak-Taalpathologie

  2. Inleiding • Omschrijving typen en oorzaken van hersentrauma • Hersentraumapatiënten als specifieke populatie • Communicatiestoornissen bij hersentrauma patiënten • Conclusie Inhoudstafel

  3. 3 types communicatiestoornissen: • Afasie • Dysartrie • Apraxie Inleiding

  4. Opmerking: ‘NAH’ is ruimer dan ‘hersentrauma’ of ‘traumatisch hersenletsel’. 2. Omschrijving typen en oorzaken van hersentrauma

  5. Hersentrauma Open hoofdletsel Gesloten hoofdletsel • Schedel gepenetreerd - Schedel intact • Directe beschadiging - Meer diffuse hersenweefsel beschadiging Diffuse beschadiging: Ontstaat doordat de hersenen tegen de schedel gedrukt worden door een acceleratie of deceleratie. • Acceleratie: hersenen worden tegen de schedel gedrukt wanneer object van buitenaf plots in beweging gebracht worden (bv. bij een slag) • Deceleratie: hersenen worden tegen de schedel gedrukt wanneer de schedel bij beweging plots tot stilstand gebracht worden (bv. bij een val)

  6. Contre- coup letsel = letsel aan de tegenovergestelde kant van waar de hersenen eerst tegen de schedel stootten. Diffuse axonale letsel = de zenuwvezels die verschillende delen van de hersenen verbinden worden uitgerekt, vooral ter hoogte van de axonene -> ° meer diffuse hersenbeschadiging Enkele cijfers: • Hersentrauma op 200 à 300 slachtoffers op 100.000 • Leeftijdscategoriën 1-5, 15-25, 65< worden vaakst getroffen • 2 à 3 keer vaker bij mannen dan bij vrouwen • Komt vaker voor bij mensen met lagere socio-economische status & mensen met alcoholabusus • Komt vaker voor bij zwarten dan bij blanken

  7. Voornaamste oorzaken: • Verkeersongevallen • Sportongevallen • Werkongevallen • Geweldplegingen

  8. Patiëntenpopulatie met hersentrauma is een zeer heterogene groep! Toch zijn er enkele duidelijke verschillen. CVA: meestal welbepaald gebied van hersenen aangetast Hersentrauma: letsels zijn diffuus 3. Hersentraumapatiënten als specifieke populatie

  9. 75%< van de hersentraumapatiënten vertonen communicatiestoornissen • Twee typische zaken: • Communicatiestoornissen na hersentrauma vallen meestal niet samen met de klassieke vorm van afasie, dysartrie of apraxie • Voor een aanzienlijk deel zijn de communicatieproblemen secundair aan andere stoornissen, meer bepaald cognitieve stoornissen 4. Communicatiestoornissen bij hersentraumapatiënten

  10. Afasie: • Verschillende cijfers als gevolg van een gebrek aan consistentie bij bestudeerde hersentraumapatiënten • Kenmerken • Woordvormingsproblemen • Verminderde vloeiendheid • Meest frequente vorm volwassenen: amnetische afasie • Meest frequente vorm kinderen & adolescenten: niet- vloeiende afasieën 4.1 Taal

  11. Communicatie: • Vooral de pragmatiek is gestoord • Moeilijk conversatie te starten • Problemen met begrijpen van abstracte taal • Minder oog voor contextuele en niet-verbale informatie • Taal soms sociaal niet gepast • Verschilt van patiënt tot patiënt

  12. 3 types patiënten: • Patiënten met een overvloed van spraak, maar die inefficiënt en oppervlakkig is • Patiënten die een armoede vertonen wat betreft hoeveelheid, snelheid en verscheidenheid aan geproduceerde taal • Patiënten met een verward taalgedrag

  13. Cognitie: • Oorzaak gezocht in verstoring van een aantal cognitieve functies • Dikwijls verward • Concentratie- en aandachtsstoornissen • Vermogen tot redeneren en probleemoplossend gedrag vaak verminderd • Vermindering ‘executieve functies’ • Verschilt van patiënt tot patiënt

  14. Onderzoek en behandeling: • Onderzoek & behandeling niet eenvoudig • In praktijk selectie van verschillende tests naargelang noodzakelijkheid voor de patiënt • Informatie inwinnen van begeleiders, familie… • Aandacht gaat eerder naar onderliggende cognitieve problemen

  15. Dysartrie: • Één van de meest persisterende gevolgen van een hersentrauma • Kans op volledig herstel gering • Variabiliteit is groot • Verschillende typen kunnen voorkomen naargelang het aangetaste deel van de hersenen • Vooral atactische dysartrie -> gevolg van letsel aan cerebellum/bovenste cereberellaire hersenstelen 4.2 Spraak

  16. Mutisme: • Er is de mogelijkheid dat de patiënt na een hersentrauma geen spraak meer laat horen • Doet zich voor bij het locked-in syndroom & akinetisch mutisme • Totaal onvermogen om bewegingen en spraakbewegingen te maken • Patiënt is gevangen in zijn eigen lichaam • Enige vorm van communicatie: met de ogen knipperen

  17. Stotteren: • Na een open of gesloten hoofdletsel • Verworven stotteren / neurogeen stotteren genaamd

  18. Vrij complex • Komen niet overeen met zuivere klassieke taal- en spraakstoornissen • Consequenties voor onderzoek & behandeling 5. Conclusie

More Related