1 / 10

Herhaling hfd . 7 elektriciteit

Herhaling hfd . 7 elektriciteit. Lading en stroom(sterkte). Stroomsterkte in een punt heeft te maken met het aantal elektronen dat in één seconde passeert richting van elektronen en stroom is tegengesteld lading Q van één elektron is (-)1,6 x 10 -19 Coulomb (C)

mari-cross
Download Presentation

Herhaling hfd . 7 elektriciteit

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Herhaling hfd. 7elektriciteit

  2. Lading en stroom(sterkte) • Stroomsterkte in een punt heeft te maken met het aantal elektronen dat in één seconde passeert • richting van elektronen en stroom is tegengesteld • lading Q van één elektron is (-)1,6 x 10-19Coulomb (C) • stroomsterkte is het aantal Coulomb dat in één seconde passeert

  3. Spanning U in Volt • Elektronen stromen niet vanzelf • Er is een spanningsverschil (=drukverschil) nodig om elektronen te laten stromen • Stroom loopt van hoge naar lage spanning (elektronen dus andersom!) • Als een elektron een spanning van 1 V doorloopt wint/verliest het 1 eV

  4. Elektrisch vermogen P • Het vermogen van een apparaat hangt af van: • het aantal elektronen dat per seconde passeert  I • de spanning die ze in het apparaat doorlopen  U • P = UxI

  5. Weerstand R in Ohm  • Weerstand geeft aan hoe gemakkelijk (lage weerstand) of moeilijk (hoge weerstand) iets kunnen passeren. • De wet van Ohm: U = IxR • Wet van Ohm geldt alleen voor “constante” weerstanden! • PTC = weerstand neemt toe met temperatuur (metalen, dus ook een lampje) • NTC = weerstand neemt af met temperatuur (half-geleiders)

  6. Soortelijke weerstand  • De weerstand van een draad hangt af van: • de lengte l (l 2x  R 2x) • de doorsnede ( diameter) (A 2x  R ½x) • materiaal  soortelijke weerstand  in m • NB dichtheid  en soortelijke weerstand  zijn verschillende dingen!

  7. Serieschakeling • Stroom overal gelijk • I = I1 = I2 = I3 • Spanning wordt verdeeld • Ub = U1 + U2 + U3 • Vervangingsweerstand • Rv = R1 + R2 + R3

  8. Parallelschakeling • Stroom wordt verdeeld • I = I1 + I2 + I3 • Spanning overal gelijk • U = U1 = U2 = U3 • Vervangingsweerstand

  9. Diode en LED (lightemitting diode)

  10. Diode-karakteristiek

More Related