E N D
1. Ventriculaire ritmestoornissen M.W. Aardema
Zorggroep Noorderbreedte
2. Ventriculaire ritmestoornissen PVC
Bigeminie/trigeminie
doublet
triplet
run (4-7 slagen)
non-sustained VT
sustained VT: >30 sec óf hemodynamisch instabiel
3. Solitaire PVC
4. Bigeminie
5. Doublet
6. Triplet
7. Non-sustained VT
8. Pathofysiologie Re-entry
Triggered activity
automaticity
9. Re-entry
10. Triggered activity
11. Automaticity Normal automaticity: oorzaak van het normale hartritme!
Abnormal automaticity: Purkinje vezels of zelfs myocardcellen depolariseren spontaan
vooral bij ischemie; bv. AIVR
12. Mechanische factoren Toegenomen wandspanning en LV dilatatie: toegenomen triggered activity en automaticity
13. Neurohormonaal Activatie sympathicus en RAAS:
adrenaline: toename automaticity en triggered activity
angiotensine II: K+, Mg++ verlies; grotere gevoeligheid voor adrenaline
14. Medicatie QT-verlenging:
Amiodarone, sotalol
Ia: kinidine, procainamide
cisapride, domperidon
erythromycine
etc etc
Digoxine: monomorfe VT
15. Congenitaal Lange QT-tijd syndroom
Brugada
Arrythmogene Rechter Ventrikel Cardiomyopathie
18. Torsades de pointes Re-entry circuit dat zich verplaatst door het myocard
19. Torsades de pointes Congenitaal lange QT tijd syndroom
type 1 en 2: adrenerg
type 3: vagaal
medicamenteus
meestal na kort-lang interval (compensatoire pauze na PVC)
21. Breed complex tachycardie: VT?
DD:
AIVR
VT
SVT met aberrantie
antidrome re-entry tachycardie
22. Algoritme VT vs. SVT met aberrantie
24. Breed complex tachycardie: VT? 1. Schat a priori risico in; eerder coronairlijden, cardiomyopathie, leeftijd
2. Regulair of irregulair? Irregulair = waarschijnlijk AF met aberrantie
3. Vergelijk met sinusritme ECG indien voorhanden
25. Breed complex tachycardie: VT? 4. Relatie P-toppen/QRS complex
AV dissociatie: VT
Retrograde P-top: kan VT zijn, of AVNRT
fluttergolven, atriale tachycardie
5. QRS morfologie criteria ?
26. QRS morfologie criteria
27. QRS morfologie criteria
28. QRS morfologie criteria
29. QRS morfologie criteria
30. Medicatie bij ventriculaire ritmestoornissen Vaughn-Williams classificatie
Let op: sommige medicamenten werken ook pro-arrythmogeen: Sotalol, Cordarone, Flecaïnide etc. Hou de QT tijd in de gaten!
31. Vaughn-Williams classificatie I a: procaïnamide, disopyramide
I b: fenytoïne, lidocaïne
I c: flecaïnide, propafenon
II : beta-blockers
III: amiodarone, sotalol
IV: calcium antagonisten
32. Medicatie bij ventriculaire ritmestoornissen VT/VF bij acute ischemie:
ischemie opheffen!
amiodarone iv of lidocaïne iv eerste keus
AIVR behoeft over het algemeen geen behandeling
33. Medicatie bij ventriculaire ritmestoornissen Non-sustained VT na infarct:
beta-blockers eerste keus
alternatief; amiodarone. Nadelen bij lange termijn gebruik
34. Medicatie bij ventriculaire ritmestoornissen VT’s bij (dilaterende) cardiomyopathie:
vaak hemodynamisch goed verdragen: eerst ECG!
Acute situatie: amiodarone iv, procaïnamide iv, of electrische cardioversie
Beta blockers eerste keus voor lange termijn profylaxe
ICD met anti tachy pacing functie
35. Medicatie bij ventriculaire ritmestoornissen VT’s bij “normale” harten:
betablockers/sotalol eerste keus
klasse I ook te proberen onder strikte QT tijd controle
afhankelijk van onderliggende oorzaak ablatie of ICD geïndiceerd.
36. Medicatie bij ventriculaire ritmestoornissen “Electrical storm”:
Sedatie !!
Amiodarone iv, procaïnamide iv
afhankelijk van onderliggende oorzaak ablatie of ICD geïndiceerd.