1 / 36

De Republiek verliest haar voorsprong (1648-1702) § 4.1

De Republiek verliest haar voorsprong (1648-1702) § 4.1. Oriëntatiekennis. Gouden Eeuw De Republiek wordt een wereldmacht De Republiek floreerde op alle maatschappelijke fronten Absolutisme Lodelijk XIV, L ’ etat, c ’ est moi Ook andere staten kende absolute monarchen Verlichting

hong
Download Presentation

De Republiek verliest haar voorsprong (1648-1702) § 4.1

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De Republiek verliest haar voorsprong (1648-1702) § 4.1

  2. Oriëntatiekennis • Gouden Eeuw • De Republiek wordt een wereldmacht • De Republiek floreerde op alle maatschappelijke fronten • Absolutisme • Lodelijk XIV, L’etat, c’est moi • Ook andere staten kende absolute monarchen • Verlichting • Rationeel denken • Op alle terreinen van de maatschappij • Trans-Atlantische slavenhandel • Voor eigen plantages in Suriname • Voor internationale handel

  3. 4.1 De opkomst van Engeland en Frankrijk- Frankrijk en de Zonnekoning – de eerste jaren • Op vierjarige leeftijd volgde Lodewijk XIV zijn overleden vader op en bleef 72 jaar koning (1643). • Hij maakte van Frankrijk een absolute monarchie • Het begin van zijn koningschap was zeer onrustig • Plunderende troepen – terug van de Dertigjarige Oorlog • Edelen wilden een eind maken aan de centralisatie en versterkte greep van de vorst en kwamen in opstand • Lodewijk en zijn moeder (regentes) vluchtten uit Parijs • Pas in 1653 én toen de bevolking de chaos zat was kon hij zijn greep op het land weer verstevigen • In 1661 overleed de eerste minister; Lodewijk verving hem niet maar nam zelf de taken op zich

  4. 4.1 De opkomst van Engeland en Frankrijk- Frankrijk en de Zonnekoning – het absolutisme • In 1661 overleed de eerste minister; Lodewijk verving hem niet maar nam zelf de taken op zich • Hij bouwde een sterk ambtenaren corps • Bouwde Versailles teneinde meer greep op de adel te kregen • Daarnaast bouwde hij een sterk nationaal leger • Het werd verviervoudigd tot 400.000 man • Hoge edelen kregen geen rol meer in de werving en betaling van manschappen • Het werd het sterkste leger van Europa • Zijn economisch beleid werd gekenmerkt door het mercantilisme • Subsidies voor eigen bedrijven en invoerrechten/-verbod op import • Op deze wijze kon Lodewijk geld vergaren voor zijn beleid

  5. 4.1 De opkomst van Engeland en Frankrijk- Frankrijk en de Zonnekoning – het geloof • In 1685 trok Lodewijk het Edit van Nantes in • Tienduizenden Hugenoten vluchtten naar de Republiek en naar Amerika • Zijn status was direct verbonden met • de standenmaatschappij • Droit Divin (legitimering absolutisme) • Het centrale punt in de samenleving • De Zonnekoning • Alles draaide om hem

  6. 4.1 De opkomst van Engeland en Frankrijk- Engeland en Cromwell • Na de onthoofding van Karel I was de rust nog altijd niet weergekeerd • Delen van het leger weigerden de wapens neer te leggen. Zij eisten verdere afschaffing van de standensamenleving én zelfs mannelijk kiesrecht • Daarnaast braken er opstanden in Schotland en Ierland uit • Cromwell walste alle opstanden plat • Hij zag zichzelf alles redder van de natie • In 1653 stuurde hij het parlement naar huis en werd de Lord Protector • Hij trachtte van Groot-Brittannië een puriteins land te maken • Geen sport en ander volksvermaak, bijv. wel strikte zondagsrust • Geen x-factor voor hem

  7. 4.1 De opkomst van Engeland en Frankrijk- Engeland en Karel II • In 1658 stierf Cromwell reeds. Zijn zoon volgde hem op maar werd binnen een jaar al aan de kant geschoven • Opnieuw dreigde de burgeroorlog, maar het sterke in Schotland gelegerde legeronderdeel trok op naar London en haar commandant riep het parlement bijeen. • Het Parlement herstelde de monarchie – de Restauratie • In 1660 besteeg Karel II opnieuw zijn de troon; de bevolking was blij. • Om dit heugelijk feit te vieren groef de bevolking op de sterfdag van Karel I het lichaam van Cromwell op en hing het aan een galg en onthoofde het daarna op dezelfde plek waar Karel I was onthoofd – amen!

  8. Cromwell opgehangen Cromwells zonder hoofd Cromwells hoofd op een staak Cromwell bij levende lijfe

  9. 4.1 De opkomst van Engeland en Frankrijk- Engeland en Karel II • Karel II was een bewonderaar van zijn neef Lodewijk XIV • Hij wilde zelf ook absoluut vorst worden • Maar hij was financieel en politiek afhankelijk van het parlement • Hij kon geen grote parties organiseren • Hij mocht geen belastingen heffen zonder toestemming van het parlement • Dit maakte hem pro-Frans, hetgeen leidde tot een geheim verdrag met Lodewijk XIV in 1670 • Frankrijk had namelijk vlak daarvoor getracht de zuidelijke Nederlanden en de Republiek deels te veroveren, wat echter mislukte. De Republiek eiste samen met Zweden en Engeland (lees: het parlement) dat Frankrijk inbond. • Gefrustreerd deed Lodewijk dit ook maar hij zwoer wraak. • Daarom kocht hij Karel om. Karel zou in het geheim de vloot en het leger uitbouwen en gezamenlijk zouden ze de Republiek aanvallen.

  10. Prent van Karel II door Romeyn de Hooghe Masker = onbetrouwbaar Ketting met ‘fleur-de-lys’ = handlanger Lodewijk XIV

  11. Idem, Lodewijk XIV

  12. De Republiek verliest haar voorsprong (1648-1702) § 4.2

  13. 4.2 Het Eerst Stadhouderloze Tijdperk- Willem II en Holland • Na het overlijden van Frederik Hendrik werd zijn zoon Willem II stadhouder. • Ook hij wilde veel macht, een groot leger en oorlog, maar de Hollandse Staten lagen dwars. Dus liet hij – naar goed gebruikt – zijn politieke tegenstanders in Den Haag arresteren. Daarna trachtte hij Amsterdam te overvallen, hetgeen niet lukte door een logistiek foutje. Maar door de dreiging van zijn troepen bond Amsterdam wel in en de belangrijkste tegenstanders in het bestuur lagen er uit. • Lang heeft Willem niet kunnen genieten van zijn succes, want kort daarna overleed hij aan de pokken. • Zijn zoon kon in theorie opvolger worden, maar de Staten Generaal o.l.v. Holland benoemden geen nieuwe stadhouder meer.

  14. 4.2 Het Eerst Stadhouderloze Tijdperk- Staatsgezinden vs Orangisten • Het 1e SLT duurde tot 1672. Het bestuur lag geheel bij lokale regenten en de Raadspensionaris Johan de Witt, die deze functie al vanaf ‘53 vervulde. • Echter langzamerhand kwamen twee regenten groepen steeds meer tegenover elkaar te staan: • De Staatsgezinden (veelal kapitaalkrachtige Hollandse burgers) o.l.v. Johan de Witt e.a vs de Oranjegezinden. • Waarom de Staatsgezinden geen stadhouders meer wilde? • Oorlogszuchtig • Monarchale neigingen • Kostte veel centen, zo’n leger op de been houden • Erfelijkheid van de job werd gezien een bedreiging van vrijheid • Orangisten vonden juist dat de stadhouders de Republiek bijeen hielden.

  15. Johan en Cornelis (achtergrond) de Witt

  16. 4.2 Het Eerst Stadhouderloze Tijdperk- Buitenlandse politiek • Johan de Witt gaf als raadspensionaris leiding aan de Buitenlandse politiek • Centraal stonden hierbij de Hollandse belangen zoals een sterke handel en de hiervoor noodzakelijke sterke vloot • Het leger werd verwaarloosd • Tevens trachtte hij met verdragen de concurrenten Engeland en Frankrijk tegen elkaar uit te spelen • In 1662 een verdrag met Frankrijk, waarbij men beloofde geen oorlog te voeren en elkaars handelsbelangen te respecteren

  17. 4.2 Het Eerst Stadhouderloze Tijdperk- Strijd met Engeland • Het sterk opkomende Engeland werd in de tweede helft van de 17e eeuw de grote concurrent • In 1651 nam het Britse parlement de Acte van Navigatie aan • Buitenlandse schepen mochten alleen nog maar in eigen land vervaardigde goederen in Britse havens brengen • In de maanden daarna werd menig schip uit de Republiek gekaapt, hetgeen tot de Eerste Engelse Zeeoorlog leidde in 1652. • De Nederlanders leden behoorlijke verliezen, doordat de vloot nog niet op oorlogssterkte was. Maar ook de Engelse handel liep een flinke deuk op. In 1654 sloot men vrede. • Echter in 1665 brak de Tweede Engelse Oorlog uit, nadat Nieuw-Amsterdam was ingenomen. • Nu was de Staatse vloot wel op volle sterkte en verpletterde de Engelsen. • Hollanders zetten echter niet door, omdat men de Engelsen nodig had als bondgenoot tegen Frankrijk. • De Engelsen mochten New York houden en wij Suriname, een op dat moment veel interessanter gebied

  18. Welk schilderij betreft de Eerste en welk de Tweede Engelse Zeeoorlog? Video over Michiel de Ruyter Clip 3 min 30 min

  19. Relatieve tolerantie in de Republiek (alleen vwo) Mede vanwege ontbreken van een centraal gezag (hoezo??) en de zelfstandigheid van de steden (particularisme) was een tolerant klimaat kenmerkend voor de Republiek. Vrijhaven menig buitenlands filosoof/wetenschapper (vb. Descartes) Bloeiende grafische sector (inclusief papierfabricage) Relatieve tolerantie  er zijn wel grenzen!! Voorbeeld: Spinoza Spinoza 12 min Spinoza in you tube (animatie 3 min) http://www.youtube.com/watch?v=kcIppJ43a1c

  20. De Republiek verliest haar voorsprong (1648-1702) § 4.3

  21. 4.3 Stadhouder-koning Willem III- Terugkeer van de stadhouder Het Rampjaar 1672 • De internationale politiek van De Witt was failliet • Een gecombineerde Engels-Franse viel de Staatse vloot aan. Maar deze hield o.l.v. Michiel de Ruyter stand • Het zwakke landleger werd in de oostelijke provincies verslagen door de Fransen en de Bisschop van Munster en verschanste zich achter de Hollandse Waterlinie. • De Witt werd gedwongen af te treden en werd vlak daarna vermoord door de Haagse burgers. • Willem III werd benoemd tot stadhouder en bleek evenals eerdere Oranjes een kundig legeraanvoerder te zijn

  22. waterlnie

  23. Johan en Cornelis (achtergrond) de Witt 20 min

  24. 4.3 Stadhouder-koning Willem III- Willem III • Willem III veranderde het internationale speelveld • Holland en Zeeland hielden achter de Waterlinie stand • De Republiek vond bondgenoten tegen Lodewijk XIV, te weten Oostenrijk, Pruisen en Denemarken. Nu moest Frankrijk haar troepen spreiden. • Munster stapte uit de oorlog. • En Willem zette de strijd voort tegen Lodewijk, maar nu in de Zuidelijke (Spaanse) Nederlanden (1674). • Tevens werd de Engelse Koning door het parlement gedwongen de strijd te staken. Willem III

  25. 4.3 Stadhouder-koning Willem III- Macht binnen de Republiek • Willem III kreeg meer macht dan zijn voorgangers • Hij kon grote aantallen regenten aan de kant zetten (460) en hen laten vervangen door meer Oranjegezinden. • Hij werd ook stadhouder van de het heroverde Utrecht, Gelre en Overijssel. Hier benoemde hij voortaan alle belangrijke regenten. • Maar wijs als hij was bleef hij van de soevereiniteit van de Staten af.

  26. 4.3 Stadhouder-koning Willem III- Glorious Revolution 1 • Willem III richtte zijn aan vooral op de internationale politiek • (1) Lodewijk XIV zou de vijand blijven • (2) Zijn levensdoel was het protestantisme en de Republiek beschermen • Deze twee zaken leidde tot de coalitieoorlogen, waarbij het doel was de macht van Frankrijk in te perken. • Uit strategische overwegingen huwde hij Maria Stuart, de erfgename van de Engelse troonopvolger (dus dicht bij het vuur) • Echter, de Hollandse Staten dwongen Willem tot vrede met Frankrijk. • Wat de zaak nog frustrerender voor hem maakte, was dat Lodewijk doodleuk het prinsdom Orange en Luxemburg innam • Tel hierbij op het schrappen van het Edict van Nantes, en Willlem was helemaal klaar met Lodewijk (1685)!!

  27. 4.3 Stadhouder-koning Willem III- Glorious Revolution 2 10 min • Sein op rood • Ook in Engeland ging het niet zoals Willem het wilde. In 1685 betrad Jacobus II de troon, zijn schoonvader dus. De katholieke Jacobus bleek een vervent aanhanger van Lodewijk. Dus dreigde er een nieuwe Frans-Engelse aanval. • Gelukkig was ook het Engelse parlement geen fan van Jacobus. Hij verving veel protestantse bestuurders voor katholieke. Dit ging veel parlementsleden te ver. Zij gingen naar Willem en vroegen hem zijn schoonvader te verjagen (1688). • Sein op groen • Willem verzamelde een invasievloot. Na de landing braken er overal antikatholieke rellen uit. De weg naar London lag open.

  28. Invasie vloot

  29. 4.3 Stadhouder-koning Willem III- William and Mary De macht in Engeland en de Republiek • In 1689 werden Willem en Maria uitgeroepen tot koning en koning. • Zijn schoonvader liet Willem naar Frankrijk ontsnappen. • Engeland werd door het aannemen van de Bill of Rightseen parlementaire democratie, waarin de volksvertegenwoordiging het laatste woord had. • Engeland en de Republiek werden in een personele unie verenigd. Willem en Maria uitgeroepen tot koning en koning.

  30. 4.3 Stadhouder-koning Willem III- Coalitieoorlogen • Van 1688 tot 1697 werd Frankrijk van alle zijden aangevallen • Spanje, Oostenrijk, Engeland en de Republiek leverden strijd tegen Frankrijk. • Bij de Vrede van Rijswijk verloor Frankrijk Luxemburg en haar veroveringen in de Zuidelijke Nederlanden. • De Republiek mocht in de Zuidelijke Nederlanden troepen legeren • In 1701 brak er opnieuw oorlog uit • De Republiek, Oostenrijk en Engeland vochten tegen Frankrijk. • Het strijdtoneel in de Zuidelijke Nederlanden – het slachtveld van Europa – stopte in 1713. • Willems missie was geslaagd, ook al maakte hij zelf het einde van de laatste oorlog niet mee. Frankrijk’s macht in Europa was ingeperkt.

  31. De Republiek verliest haar voorsprong § 4.4

  32. 4.4 Het einde van de Gouden Eeuw- Economische teruggang • Het Rampjaar 1672 maakte duidelijk waar de Republiek stond. Absoluut bleef de economie goed draaien, maar de concurrenten Engeland en Frankrijk haalden de Republiek in. • De Republiek ondervond grote hinder van mercantilistische maatregelen: • Acte van Navigatie (1651) • Invoerheffingen door Lodewijk XIV • Denemarken (lees: Noorwegen) en Zweden voorboden de export van onbewerkt hout • Daarnaast nam de internationale handel van andere landen (ten koste van de Hollandse handelaren) ook toe. • Hetgeen ook gold voor de opkomende visserij van de Schotten en Scandinaviërs.

  33. 4.4 Het einde van de Gouden Eeuw- Economische teruggang • Sommige bedrijfstakken gingen snel ten onder. • Het probleem van een vermindering van de handel is dat dit een sneeuwbaleffect kent binnen allerlei bedrijfstakken. • Minder handel is minder nijverheid! • Niet alle bedrijfstakken gingen achteruit: • VOC bleef groeien, ondanks sterke concurrentie BIC (Britten)

  34. 4.4 Het einde van de Gouden Eeuw- Ondraagbare schuldenlast • Het voeren van de vele oorlogen kostte enorm veel geld • Om dit te dekken gaf de staat obligaties uit • En hief zij hoge belastingen • Hiervan profiteerden de elite, die de obligaties opkochten en veel jaarrente vingen • De gewone bevolking betaalde de rekening • In 1715 kon de staat echter de lasten niet meer dragen en werden de rentebetalingen gestopt. De Republiek was feitelijk failliet. De elite bleef echter onverminderd zeer rijk

  35. 4.4 Het einde van de Gouden Eeuw- Het Bestuur • Na de dood van Willem III werd wederom geen stadhouder benoemd, het Tweede Stadhouderloze Tijdperk (45 jaar lang). • De Staten Generaal kromp het leger en de vloot in. Toch slaagde zij er niet in de schuldenlast naar beneden te brengen. Oorzaak: • De machthebbers (regenten) profiteerden juist van staatsschuld (bezit obligaties). • De Republiek werd onmachtig, en wel zodanig dat zij midden 18e eeuw een neutraliteitspolitiek ging voeren • In de 18e eeuw kreeg de Republiek dan ook een aantal maal met een invasie van buitenlandse troepen te maken. Zij bepaalde niet meer haar eigen internationale koers

More Related