1 / 30

2. De tranquillitate animi 10.1-4 (deel 1, blz. 18-19)

2. De tranquillitate animi 10.1-4 (deel 1, blz. 18-19). De tranquillitate animi = Over de rust van de geest (  gemoedsrust) . In vorm een dialoog , feitelijk geen echt gesprek Vraag van Serenus aan Seneca om hulp bij het volgen van de weg van soberheid en eenvoud

cicily
Download Presentation

2. De tranquillitate animi 10.1-4 (deel 1, blz. 18-19)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. 2. De tranquillitate animi 10.1-4(deel 1, blz. 18-19)

  2. De tranquillitate animi = Over de rust van de geest (gemoedsrust) • In vorm een dialoog, feitelijk geen echt gesprek • Vraag van Serenus aan Seneca om hulp bij het volgen van de weg van soberheid en eenvoud • Dit zijn nl. dingen die de Stoa vraagt: de filosofische stroming waartoe Seneca behoort • Wat zijn de voordelen van een dialoog? • Levendiger; net alsof je wordt toegesproken  wat voor Serenus geldt, geldt ook voor jou als lezer • Prettiger lezen: korte stukken door vraag en antwoord; niet een heel filosofisch handboek

  3. 2 Gebruik bij tegenspoed je verstand!47-48At in aliquod genus vitae difficile incidisti et tibi ignoranti vel publica fortuna vel privatalaqueuminpegitquem nec solvere possis nec rumpere: • persoonsvorm onderwerp lijdend voorwerp • andere kleuren voor bijvoorbeeld woorden die bij elkaar horen • genus, generis: groep 3, onzijdig • aliquod – onz van aliquis  hoort dus bij genus • difficile: welke vorm? • acc. enk. Onzijdig  hoort dus ook bij genus • (difficilis, difficile; zoals fortis, forte) • incidisti/possis: wie is het onderwerp? • Serenus

  4. 47-48At in aliquod genus vitae difficile incidisti et tibi ignoranti vel publica fortuna vel privatalaqueuminpegitquem nec solvere possis nec rumpere:Maar je bent op een of ander moeilijk punt in je leven terechtgekomen. En zonder dat je het wist hebben of de omstandigheden van de staat of privéomstandighedenjeeen strop om de nek gelegd, dieje noch kunt losmaken noch (kunt ) stuktrekken (breken); • laqueum = beeldspraak (metafoor). Staat voor ….? • iets wat je heel veel moeilijkheden kan bezorgen, je einde kan betekenen • Geef een voorbeeld van • omstandigheden van de staat • oorlog • economische neergang • privéomstandigheden • ziekte • ballingschap

  5. 48-49cogitacompeditos primo aegre ferreonera et inpedimentacrurum; • compeditos…ferre: welke constructie? • AcI

  6. 48-49cogitacompeditos primo aegre ferreonera et inpedimentacrurum;bedenkdat mensen die in de voetboeien zijn geslagen eerst hun lasten en (of nl.) debelemmeringenaan hun voeten met moeite dragen; • Wat voor mensen zijn compeditos ? • gevangenen • Waarom gaat Seneca hier ineens over praten? • Soort vergelijking / voorbeeld . Seneca gebruikt vaak vb. uit de dagelijkse praktijk om zijn filosofische ideeën / adviezen toe te lichten.

  7. 49-51deinde, ubi non indignari illa sed pati proposuerunt, necessitasfortiter ferre docet, consuetudo facile. • Wie is het ond. van proposuerunt? • de compeditos • proposuerunt … illa non indignari • …sed illa pati • Wat is het geslacht van illa? • onz mv. • Dus hoe vertaal je illa? • die dingen, dit

  8. 49-51deinde, ubi non indignari illa sed pati proposuerunt, necessitasfortiter ferre docet, consuetudo facile.vervolgens, wanneer ze besloten hebben daarover niet verontwaardigd te zijn, maar ze te dulden (accepteren), leertdenoodzaak [hen ze] dapper te dragen, de gewenning [ze] gemakkelijk [te dragen]. • Wie/wat wordt bedoeld met illa? Citeer (LA)! • onera et inpedimenta crurum • Voor deinde staat geen voegwoord. Je zou ‘maar’ kunnen aanvullen. Hoe heet dat ook alweer? • Adversatief asyndeton • Bij consuetudo hebben we een ellips: het ww. docet is niet (nog een keer) uitgedrukt.

  9. 51-53Invenies in quolibet genere vitae oblectamenta et remissiones et voluptates, si volueris mala putare levia potius quam invidiosa facere. • invenies: welke tijd? • futurum • (mk-stam/i-stam: stam + a (ik) /e (andere vormen) + uitgang) • volueris: welke vorm? • indicativus futurum exactum van velle • levia – onz mv van levis - licht • potius: comparativus (van potis) = adv. (bijwoord)

  10. 51-53Invenies in quolibet genere vitae oblectamenta et remissiones et voluptates, si volueris mala putare levia potius quam invidiosa facere.Je zult op ieder punt van je leven genoegensvinden en ontspanningenen genietingen, als je maar bereid bent (zult zijn geweest) ellende als licht (iets lichts) te beschouwen liever dan het te maken tot gehaat (iets wat je met haat vervult). • Welke stijlfiguren zie je? • - trikolon: oblectamenta et remissiones et voluptates • - chiasme: putare levia invidiosa facere. • Belangrijke les van Seneca: het gaat er niet om, wat je • overkomt, maar hoe je er mee om gaat.

  11. 53-55Nullo melius nomine de nobis naturameruit, quae, cum sciretquibus aerumnis nasceremur, calamitatium mollimentum consuetudineminvenit, cito in familiaritatem gravissima adducens. • melius: comparativus, adv. (bene, melius, optime) • cum sciret: dus cum +….? • coniunctivus • nadat, omdat, hoewel • + indicativus: wanneer • nasceremur: welke vorm? • coniunctivus • obliquus: in bijzin afhankelijk van zin met coniunctivus

  12. 53-55Nullo melius nomine de nobis naturameruit, quae, cum sciretquibus aerumnis nasceremur, calamitatium mollimentum consuetudineminvenit, cito in familiaritatem gravissima adducens.In geen enkel opzicht heeftde natuur zich meer verdienstelijk jegens ons gemaakt, die, daar ze wist met wat voor moeiten (moeilijke dingen, narigheid) wij geboren werden, als verzachting voor (de) rampen de gewenning heeft uitgevonden, de ergste (zwaarste) dingen snel tot iets vertrouwds makend. • Over welk kernpunt van de Stoïsche filosofie heeft Seneca het hier? • Het woord natura in deze zin is gelijk te stellen aan het woord ratio binnen de Stoische filosofie: deze heeft alles in de wereld voorzien en is ook goed. Je moet niet aan ‘het grote plan’ twijfelen. Zo ook hier: je krijgt erge dingen te verdragen, maar de ratio heeft ook voor iets gezorgd dat daarbij helpt: gewenning

  13. 55-56Nemoduraret, si rerum adversarum eandem vimadsiduitashaberet quam primus ictus. • Duraret / haberet: welke vorm en waarom? • coniunctivus • irrealis (van het heden) • Eandem – welke vorm waarvan? • acc ev V van idem

  14. 55-56Nemoduraret, si rerum adversarum eandem vimadsiduitashaberet quam primus ictus. Niemandzou het uithouden, wanneer het voortduren van tegenspoed dezelfde kracht zou hebben als de eerste slag had.

  15. 56-58Omnes cum fortuna copulati sumus: aliorum aurea catenaest, laxa, aliorum arta et sordida, sed quid refert?Allen zijn wij verbonden met het lot: van sommigen is de ketting van goud, slap, van anderen strak en vuil, maar wat maakt dat uit? • Catena – ketting van bv een voetboei (niet een halssierraad dus!) • Chiasme : aurea … laxa … arta … sordida • Welke metafoor wordt hier gebruikt? • catena – ketting / keten • Staat voor het (ongunstige) lot dat je overkomt. • Kortere ketting: meer ellende (want je kunt je • nauwelijks bewegen) • Waarin klopt deze metafoor niet helemaal? • Er zijn eigenlijk geen gouden ketenen.

  16. 58-60Eadem custodia universos circumdedit alligatique sunt etiam quialligaverunt, nisi forte tu leviorem in sinistra catenam putas. • universos: nl. homines

  17. 58-60Eadem custodia universos circumdedit alligatique sunt etiam qui alligaverunt, nisi forte tu leviorem in sinistra catenam putas.Dezelfde gevangenschap heeft allen omsingeld en vastgebonden zijn ook diegenen die [een ander] vastgebonden hebben, tenzij jij misschien de ketting aan de linkerarm als lichter beschouwt. • 58 eadem – op te vatten als ‘één en dezelfde’ (dus niet: dezelfde als een andere persoon) • Quialligaverunt- de gevangenisbewakers: zij zijn letterlijk vastgebonden (nl. met de linkerarm aan de gevangene). Maar Seneca bedoelt het ook figuurlijk: gebonden door het lot / de ratio.

  18. 60-61Aliumhonores, aliumopesvinciunt; quosdamnobilitas, quosdamhumilitas premit; • 60-61 • Let goed op de parallelle zinsbouw: steeds eerst acc (lijd vw), dan nom (ond). Dit is niet gebruikelijk voor het Latijn. Waarom doet Seneca dit? • zo krijgen de accusativi meer nadruk: die geven de verschillende groepen mensen aan • 60 quosdam – acc mv van quidam (wordt verbogen als qui + dam) • qui qui quidam quidam zelfst: iemand. iets • cuius quorum cuiusdam quorundam mv: sommigen, enkelen • cui quibus cuidam quibusdam bijv: een (of andere), • quem quos quendam quosdam mv: sommige, enkele • quo quibus quodam quibusdam

  19. 60-61Alium honores, alium opes vinciunt; quosdam nobilitas, quosdam humilitas premit;Ereambten binden de een vast, rijkdom de ander; sommigen drukt hun hoge positie terneer, anderen hun nederige positie; • Wat valt op in de voorbeelden die Seneca hier kiest? • Van de 4 dingen die worden genoemd, zijn er 3 die • normaal juist als positief worden beschouwd. Maar • ook daar geldt: dit is door de ratio opgelegd: je ‘zit • er aan vast’. • Welke woorden geven hier de metafoor aan? • vinciunt (niet v. vincere, maar v. vincire–vastbinden!) • premit • Nobilitas -humilitas: antithese (tegenstelling)

  20. 61-62quibusdam aliena supra caput imperiasunt, quibusdam sua; • 62 sua: vul aan… • imperia • Deze stijlfiguur heet een ellips. • Door het veelvuldig gebruik van de ellips, bereikt Seneca brevitas: een korte en bondige manier van formuleren. • sua vormt een antithese (tegenstelling) met aliena

  21. 61-62quibusdam aliena supra caput imperia sunt, quibusdam sua;sommigen hangen andermans verantwoordelijkheden boven het hoofd, anderen die van henzelf; • Oftewel: iedereen moet wel ergens naar luisteren / heeft last van een verantwoordelijkheid!

  22. 62-63quosdamexilia uno loco tenent, quosdamsacerdotia: omnis vita servitium est.sommigen houdt ballingschap (lett. ballingschappen) op één plek, anderen priesterambten: het gehele leven is slavernij. • Seneca noemt hier dus een voorbeeld dat normaal als negatief wordt beschouwd (ballingschap) en een positief voorbeeld (priesterschap). Volgens hem is tussen beiden weinig verschil: je zit eraan vast (servitium); maak er wat van! • 62 sacerdotia – hoorde in de • Romeinse tijd bij de hoge, zeer • gewilde ambten (was gewone ‘baan’, • geen celibaat: je kon gewoon getrouwd zijn en • het evt. combineren met andere baantjes) Boven: een Romeinse priester brengt een offer. Links: Ovidius, de Romeinse dichter die in ballingschap moest.

  23. 63-64Adsuescendum est itaque condicioni suae et quam minimum de illa querendum et quidquid habet circa se commodi adprendendum: • 63-64 • adsuescendum/querendum/adprendendum: welke -nd-vorm? • gerundivum • met vorm van esse: dus van verplichting  moeten worden …! • hier onpersoonlijk gebruikt: er moet …, men moet … • condicio: situatie • quam + superlativus = zo … mogelijk • illa: wat wordt bedoeld? Citeer! • condicio

  24. 63-64Adsuescendum est itaque condicioni suae et quam minimum de illa querendum et quidquid habet circa se commodi adprendendum: Men moet dus wennen aan zijn eigen situatie en daarover zo min mogelijk klagen en al wat men aan voordeel om zich heen heeft gretig aangrijpen: • Welke stijlfiguur zie je hier? • trikolon: adsuescendum, querendum, adprendendum • Uit welk woord (LA) blijkt, dat Seneca hier aan een soort • afronding / conclusie toekomt? • itaque • Welk deel van zijn conclusie was al genoemd in zijn voorafgaande betoog? (LA) • adsuescendum est (condicioni suae)  je went eraan • De rest is dus een nieuwe stap in zijn betoog: er kan ook iets positiefs te vinden zijn.

  25. 65nihil tam acerbum est in quo non aequus animus solaciuminveniat. • 65 inveniat: welke vorm? • coniunctivus praes • Wordt veroorzaakt door de uitdrukking tam … in quo • (≈ tam … ut) – zodanig … dat daarin • De coni daarin is een explicativus (geeft soort / uitleg aan) of een • consecutivus (gevolg)

  26. 65nihil tam acerbum est in quo non aequus animus solacium inveniat.niets is zo bitter dat daarin een gelijkmatige geest geen troost vindt. • 65 acerbum: = • bitter van smaak • vervelend, naar • Wanneer heb je een aequus animus? • Als je je niet (emotioneel) laat beïnvloeden door wat er gebeurt. • Typisch kenmerk voor de sapiens van de Stoa: gebeurtenissen zijn slechts indifferentia(dingen die je onverschillig moeten laten). In alles zit wat goeds, want de Ratio is goed. •  ataraxia, tranquilitasanimi!

  27. 66-67Exiguae saepe areae in multos usus discribentis arte patuerunt et quamvis angustum pedem dispositiofecit habitabilem. • 66 Hoe kan multos bij usus horen? • usus is van de 4e verbuigingsgroep (manus) – acc. mv op –us) • di-scribentis – ppa in genit. Gesubstantiveerd. • van degene die indeelt  van de landschapsarchitect • Is een bepaling bij ….? • arte

  28. 66-67Exiguae saepe areae in multos usus discribentis arte patuerunt et quamvis angustum pedem dispositio fecit habitabilem.Zeer kleine stukjes grond hebben dikwijls door de kunst van de landschapsarchitect vele gebruiksmogelijkheden geboden en de indeling heeft [dikwijls] een lapje grond, hoe klein ook, bewoonbaar gemaakt. • Waarmee moet de lezer zich in deze redenering gelijk stellen? • discribentis: je moet zelf iets van je leven maken

  29. 67-68Adhibe rationem difficultatibus: possunt et dura molliri et angustalaxari et gravia scite ferentes minus premere. • 68 dura – onz mv van durus, gesuvstantiveerd. Hoe vertaal je dus dura? • harde (nare) dingen • Idem bij angusta / gravia • molliri, laxari – welke vorm? • infin praes pass • scite – welke woordsoort? • uitgang –e: bijwoord (bij ferentes)

  30. 67-68Adhibe rationem difficultatibus: possunt et dura molliri et angusta laxari et gravia scite ferentes minus premere.Gebruik je verstand bij moeilijkheden: harde (nare) dingen kunnen zacht gemaakt worden en strakke dingen los gemaakt en zware dingen kunnen degenen die ze op verstandige wijze dragen minder drukken. • 67 ratio- hier met een kleine R  dus het verstand in je. • Welke stijfiguren zie je? • anafora, repetitio: et .. et … et • trikolon: dura mollire, angusta laxari, gravia premere • explicatief asyndeton tussen difficultatibus en possunt

More Related