1 / 19

Jan Peeters Transnationaal coördinator ECCE AMA-project (Equal-Europees Sociaal Fonds)

Beroepen voor jonge kinderen in Vlaanderen, een Europees perspectief. Jan Peeters Transnationaal coördinator ECCE AMA-project (Equal-Europees Sociaal Fonds) VBJK-Universiteit Gent. Professionaliteit in de Vlaamse kinderopvang

aran
Download Presentation

Jan Peeters Transnationaal coördinator ECCE AMA-project (Equal-Europees Sociaal Fonds)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Beroepen voor jonge kinderen in Vlaanderen,een Europees perspectief Jan Peeters Transnationaal coördinator ECCE AMA-project (Equal-Europees Sociaal Fonds) VBJK-Universiteit Gent

  2. Professionaliteit in de Vlaamse kinderopvang • Overzicht van evoluties in ons omringende landen: naar een bredere invulling van professionaliteit • Inspirerende voorbeelden (Engeland, Frankrijk, Denemarken en Nieuw-Zeeland) • Wat kunnen landen met lage professionaliteit hieruit leren?

  3. Professionaliteit: meer dan hogere opleiding, beter statuut, meer loon. Procesmatige benadering van professionaliteit: Professionalisering is een sociale praktijk die het gevolg is van een wisselwerking tussen enerzijds maatschappelijke evoluties, beleidsmaatregelen en nieuwe wetenschappelijke inzichten, en anderzijds de onderzoekers, de medewerkers kinderopvang en de gebruikers: de ouders en de kinderen.

  4. Een beleidsparadox m.b.t. professionaliteit in de Vlaamse kinderopvang: • eisen die aan het beroep gesteld worden zijn sterk toegenomen, • de toegang tot het beroep wordt steeds minder gestuurd via diploma’s of getuigschriften • eind jaren zeventig was voor alle jobs diploma vereist, nu nog voor slechts 20% van kindplaatsen

  5. Tabel 1 : Stijging van het aantal opvangplaatsen (1990 – 2006) • Aantal opvangplaatsen 0 tot 3jaar • 1990 2005 2006 Toename • Erkende kinderdagverblijven 10.219 14.815 15.159 +4.940 • Erkende diensten voor opvanggezinnen 14.199 30.560 30.812 +16.613 • Totaal erkende opvang 24.41845.375 45971 +21.553 • Zelfstandige onthaalouders 5.800 6.846 7.021 +1.221 • Minicrèches en zelfstandige kdv. 5.569 18.724 20.917 +15.348 • Minicrèches 13.612 • Zelfstandige kinderdagverblijven 7.305 • Totaal zelfstandige opvang 11.369 25.570 27. 938 +16.569 Bron: Kind en Gezin, 2006, 2007 • Diploma (beroepsonderwijs) slechts nodig voor 15.159 van de 73.909 plaatsen,(20,5%) percentage zal nog dalen door uitbreiding zelfstandige sector

  6. Consensus binnen wetenschappelijke wereld en internationale organisaties: • kwalitatieve opvang in de eerste levensjaren: sterk positief effect op latere leerresultaten van kansarme kinderen • kwalificaties medewerkers sleutel tot kwaliteitsvolle voorziening • Gespecialiseerde opleiding: meer stimulerende, ondersteunende interacties met de kinderen . Starting Strong II (OECD, 2006) overzicht studies (Andersson, 1992; French National Survey, 1992; Succes for all studies, 2002; The Chicago Child-Parent Centres Study, 2002; The longitudinal New Zealand survey, 1992; The United States National Evaluation of Early Head Start, 2003; Longitudinal British EPPE, 1997-2007). (CQCO Study Team, 1995; NICHD, 1997; Phillipsen et al. 1997).

  7. Europese landen: naar een bredere invulling van professionaliteit in zorgberoepen voor jonge kinderen: zorg geïntegreerd in breder geheel van sociaal-agogisch handelen • Binnen splitsystems: evolutie naar sociaal pedagoog/opvoeder voor de jongste kinderen (Frankrijk, Luxemburg) • Binnen geïntegreerde systemen: • Integratie beroep in breder sociaal welzijnsysteem: de sociaal pedagoog/opvoeder voor alle leeftijden (Finland, Denemarken) • Integratie beroep in onderwijs: teacher (England, Schotland, Spanje, Zweden, Nieuw-Zeeland)

  8. Engeland: • Competentieverhoging is beleidsprioriteit : ‘Building a world-class workforce for children’ • (NVQ-VQ): mogelijkheden voor laaggeschoolden om kwalificatie te behalen • Common Core: gemeenschappelijk profiel van competenties op bachelorniveau voor alle beroepen met kinderen ( vergroot horizontale mobiliteit) • Een geïntegreerd kwalificatiekader waar alle beroepen plaats krijgen en die verticale mobiliteit toelaat (cfr. EQF) • Binnen National Qualification Framework kunnen medewerkers met lagere kwalificatie opklimmen tot bachelor niveau: Early Years Professional • Invulling van professionaliteit: blijft eerder technisch; inhoudelijke vernieuwing nodig.

  9. Frankrijk: • Medisch-hygiënische invulling wordt vervangen door sociaal-pedagogische via ‘éducateur jeunes enfants’ • Analyse de pratiques: vanuit theoretisch kader reflecteren over praktijk • Contracts de qualification: verkort leerpad voor kortgeschoolde medewerkers naar auxiliare (secondair) of éducateur jeunes enfants • Nieuwe bacheloropleiding éducateur jeunes enfants (2005) -horizontale mobiliteit naar andere sociale beroepen -begeleidsters met diploma beroepsonderwijs kunnen in één derde tijd éducateur jeunes enfants worden -verticale mobiliteit: doorstromen naar directiefunctie - sociale functie als onderdeel beroepsprofiel - begeleiden van kortgeschoolden in opleiding op de werkvloer

  10. Nieuw-Zeeland • 1986: alle voorzieningen voor kinderen van 0 tot 5 jaar onder education • Curriculum gebaseerd op diversiteit Te Wharikii • Code of ethics • Tien jaar strategisch plan: 2002-2012 verhoging van de kwalificaties tot bachelorniveau ook voor 0 tot 3 jaar speciale beurzen voor Maori en Pacifica speciale opleidingen voor onthaalouders, maar geen bachelor nodig

  11. Denemarken:Eenheid van zorg, opvoeden en lerenHervorming1992: ‘pedagog’ wordt ingezet in breed werkveld (0 tot drie jaar, kleuters, buitenschoolse, kinderen met handicap en bejaarden)Professionaliteit gebaseerd op -persoonlijke competenties -bewustzijn van eigen normen en waarden -integratie theoretische en praktische kennis over kinderen en hun leefwereld -pedagogiek sterk geïntegreerd in dagelijks leven -holistisch kindbeeld, competente kind - -childhood-logic: kinderen zelf gekozen ervaringen en ontdekkingen laten opdoen

  12. Besluit internationaal overzicht -Lage graad van professionaliteit typisch voor splitsystemenwaarbij kleuterschool en kinderopvang gescheiden zijn .laagste professionaliteit bij commerciële kinderopvang en onthaalouders .door ondersteuning van overheid kan professionaliteit in commerciële sector verhoogd worden (Nieuw- Zeeland, Nederland) .Uitzondering op regel hoge graad van professionaliteit mogelijk in splitsysteem: Frankrijk EJE-Integratie van kinderopvang in groter geheel (onderwijs of sociaal pedagogisch welzijnssysteem) geeft aanleiding tot proces van professionaliseren, maakt beroep aantrekkelijk en voorkomt tekorten op arbeidsmarkt-

  13. Besluit internationaal overzicht -Medewerkers met bacheloropleiding werken met de jongste kinderen in Spanje, UK, Luxemburg, Zweden, Denemarken, Frankrijk en Nieuw-Zeelandrecent: Duitsland, Italië - Nederland en België: secundair onderwijs, alleen bachelor voor leidinggevende functie, -Vlaanderen enige land in proces van deprofessionalisering: verlaten van diploma vereisten en arbeidsomstandigheden verslechteren

  14. Waarom heeft Vlaanderen Europese tendens tot professionalisering (OECD, 1997, 2001,2006) niet gevolgd ? -Opleiding kan onvoldoende meerwaarde bieden Sinds ‘75 kritiek op opleiding: te technisch, geen ‘reflective practitioner’ hervorming van 1997 ging niet ver genoeg-Opkomst van KO zonder kwalificatie-eisen’80: grote uitbreiding Diensten voor Opvanggezinnen: wel pedagogische begeleiding, maar geen vooropleiding gevraagd. ’90: buitenschoolse opvang via tewerkstellingsprojecten voor kortgeschoolden2001: mini-créches: geen opleidingsvereisten; onderscheid met gesubsidieerde kdv onduidelijk Tewerkstellingsprojecten volgen elkaar in snel tempo op-Geen beleidsprioriteit om competenties te verhogenSystemen van EVC onvoldoende uitgewerktVolwassenenonderwijs functioneert goed maar beleid geeft weinig incentives

  15. Gevaren van deprofessionalisering • Combinatie van lage lonen, ontbreken van elementaire rechten als werknemer groot verloop personeel, geringe bereidheid tot levenslang leren is sterke indicator voor lage kwaliteit (OECD, 2006; Sylva, 2004, Cameron, Moss, 2007) • Vlaanderen gaat in tegen richtlijnen EU : pleidooi voor Quality of Employment (EC, 2005) door creëren van jobs van lage kwaliteit : • slecht imago sector zal instroom arbeidskrachten hypothekeren en zal vrouwelijke tewerkstelling in periode van vergrijzing negatief beïnvloeden

  16. Nood aan tien jaar strategie om professionaliteit te verhogen • Beroep moet gelinkt worden met andere sociaal-pedagogische beroepen: • Onderwijs (cfr. Steden Gent, Antwerpen) • Breder sociaal-pedagogisch domein • 2. Bacheloropleiding voor kindbegeleiders (1/3) • -sociaal-pedagogisch geïnspireerd, vertrekkend van holistisch competent kindbeeld (cfr. recent initiatief van de Hogeschool Gent) • -sterke link theorie-praktijk: ‘reflective practitioner’ • - begeleiden van leren op de werkvloer van kortgeschoolden, doelgroepmedewerkers en onthaalouders

  17. Nood aan tien jaar strategie om professionaliteit te verhogen • 5. Sociale functie: belangrijk onderdeel beroepsprofiel bachelor • 6. Coherent beleid van competentieverhoging van huidige medewerkers • Korter opleidingspad voor werkende begeleiders en onthaalouders naar kinderzorg en bachelor • Erkennen van competenties van actors of change (practitioner-researcher) • 6. Werkomstandigheden in zelfstandige sector en onthaalouders verbeteren • 7. Verticale en horizontale mobiliteit vergroten • 8. Gendersegregatie doorbreken

  18. ecce ama! Is een EQUAL project van ESF: bijdragen tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid door het bevorderen van inzetbaarheid, ondernemerschap,aanpasbaarheid en gelijke kansen, en door het investeren in menselijke hulpbronnen.

More Related