1 / 84

Basismodule psychiatrie en verslavingsproblematiek

Basismodule psychiatrie en verslavingsproblematiek. Atlantgroep Docenten : Joyce Landvreugd Psychiater , Novadic-Kentron Maurice van Egmond Sociaal psychiatrisch verpleegkundige , crisisdienst Novadic-Kentron. Introductie. Overzicht van de onderdelen

wallis
Download Presentation

Basismodule psychiatrie en verslavingsproblematiek

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Basismodulepsychiatrie en verslavingsproblematiek Atlantgroep Docenten: Joyce Landvreugd Psychiater,Novadic-Kentron Maurice van Egmond Sociaalpsychiatrischverpleegkundige, crisisdienst Novadic-Kentron

  2. Introductie • Overzicht van de onderdelen • Introductie, kennismaking, en achtergronden en ontwikkelingen van verslaving • Middelen • Verschijnselen van middelen intoxicatie en onthoudingsverschijnselen • Doorverwijzing

  3. Doelstelling training • Kennisvergroting met betrekking tot alcohol- en drugsgebruik • Gericht kunnen doorverwijzen

  4. Werkvormen Afwisseling van: • Theorie • Opdrachten • Media • Actieve rol van zowel deelnemers als docent

  5. Kennismaking • Korte ‘ronde’ waarin deelnemers en docent zich presenteren • Verwachtingen van de deelnemers

  6. Verslaving • Termen: verslaving of afhankelijkheid? • Afhankelijkheid: het gegeven dat het lichaam afhankelijk wordt van de stof om te kunnen functioneren. • Verschijnsel verslaving: keuze of chronische hersenziekte met destructieve leefstijl. • Wat vinden jullie? Hoe kijken jullie aan tegen de verslaving?

  7. Overzichthistorie • Vóór 19e eeuw:Morele modelverslaving werd gezien als morele zwakheid, gebrek aan wilskracht of zonde • Tot ca. 1950:Ziektemodelontstaan begrip ‘verslaving’ onderscheid genotmiddelen en geneesmiddelen, op zoek naar ‘behandeling’ van verslaving • V.a. ca. 1960:Verlichtingsmodel verslaving kan alleen worden ‘behandeld’ als verslaafde zich onderwerpt aan ‘hogere macht’, bijv. AA, TG’s • V.a. ca. 1970:Biopsychosociaal modelverslaving ontstaat door samenspel biologische, psychologische en sociale factoren

  8. Biopsychosociaal model Verslaving ontstaat wanneer zich een ongunstige combinatie voordoet van: • Biologische factoren: erfelijke belasting • Psychologische factoren: persoonlijkheid en conditionering • Sociaal culturele omstandigheden: gezinsproblemen, beschikbaarheid van een middel, verwachtingspatronen • Behandeling gericht op versterking van de gezonde aspecten in de sociale omgeving. • Eerst het biologische evenwicht herstellen • Verbetering tot stand brengen door psychologische interventies

  9. Werking van verslavendemiddelen • Stimulerend • Verdovend • Bewustzijnsveranderend • Gemengd effect Opdracht: • benoembij 1,2,3 twee bijbehorendemiddelen en 1 middelbij 4.

  10. Video’s mbt werking middelen

  11. Kenmerken van verslaving • Psychische afhankelijkheid • Lichamelijke afhankelijkheid • Controleverlies • Tolerantie • Onthoudingsverschijnselen

  12. Diagnostiek • Definities afhankelijkheid en misbruik volgens DSM-IV • As 1: ‘Aan een middel gebonden stoornissen’ Onderscheid: 1. Stoornissen in een middel 2. Stoornissen door een middel • Ad 1. a. Afhankelijkheid van een middel b. Misbruik van een middel • Ad 2. Onder meer: middel-intoxicatie, delirium door een middel, onthouding van een middel, psychotische stoornis / angststoornis / stemmingsstoornis / slaapstoornis door een middel

  13. Afhankelijkheid van een middelDSM-IV Patroon van onaangepast gebruik van een middel met significantie van beperkingen/lijden in de laatste twaalf maanden, zoals blijkt uit minstens drie kenmerken: • Tolerantie:toenemende behoefte en/of verminderd effect • Onthouding:optreden van voor het middel specifieke onthoudingssyndroom en/of gebruik van het middel om onthoudingsverschijnselen tegen te gaan • Grotere hoeveelheden of langduriger gebruik dan voorgenomen

  14. Vervolg criteria DSM-IV • Wens gebruik middel in de hand te houden • Veel tijd kwijt aan activiteiten rondomverwerving, gebruik of herstel effecten middel • Verminderen/stoppen sociale, beroepsmatigebezigheden en vrijetijdsbesteding • Continueren gebruik ondanks gebleken sociale, psychische, lichamelijke schade • Veel tijd kwijt aan activiteiten rondomverwerving, gebruik of herstel effecten middel • Verminderen/stoppen sociale, beroepsmatige bezigheden en vrijetijdsbesteding • Continueren gebruik ondanks gebleken sociale, psychische, lichamelijke schade

  15. Misbruik van eenmiddelDSM IV: Patroon van onaangepast gebruik van een middel met significantie van beperkingen/lijden in de laatste twaalf maanden, zoals blijkt uit minimaal één kenmerk: • Herhaaldelijk gebruik, waardoor niet kan worden voldaan aan verplichtingen op werk, school, thuis • Herhaaldelijk gebruik in situaties waarin het fysiek gevaarlijk is (bijv. autorijden) • Herhaaldelijk, in samenhang met gebruik, in aanraking komen met justitie • Voortdurend gebruik van het middel, ondanks aanhoudende of terugkerende problemen opsociaal gebied, veroorzaakt of verergerd dooreffecten van het middel

  16. Fasen van gebruik

  17. Motievenvoorgebruik • Wat zijn voor jezelf motieven (geweest) om een middel uit te proberen, of om te gebruiken? • Wat kunnen motieven voor cliënten zijn om te gebruiken? Vraag je in de anamnese ook naar die motieven?

  18. Waarom blijven mensen verslaafd?

  19. Behandeling • Stepped care • Evidence based • Ambulant of klinisch • Proces: • Aanmelding • Intake-assessment • Indicatiecommissie • Zorgplanondertekening • Evaluaties in MEB (voortgang, doelen bijstellen, afsluiten).

  20. C.R.A. CRA is een ‘evidence based’ behandeling die deels gebaseerd is op gedragstherapeutische methodieken.CRA gaat ervan uit dat afhankelijkheid van middelen in stand wordt gehouden door een overmaat aan drugsgerelateerde bekrachtigers en een gebrek aan alternatieve, niet-verslavingsgebonden bekrachtigers.Verslaafden blijken op een aantal levensgebieden minder actief te zijn en minder plezier te hebben in vergelijking met niet-verslaafden. Daarom richt CRA zich op het ontwikkelen van een nieuwe leefstijl, die meer belonend is dan middelengebruik.

  21. C.R.A. Afhankelijkheidblijftbestaanzolangbekrachtigersaanwezigblijven • Veranderen van leefstijl en vergroten van alternatievebekrachtigendeactiviteiten • Blootstellingaan en bekrachtigendewerking van het middelreduceren (weigeren, zelfcontrole, farmacotherapie).

  22. Juridischekaders • Vrijwillig • Gedwongen kaders • WGBO • Wet BOPZ

  23. Middelen Actuele cijfers: • Ruim 76.000 mensen met verslavingsprobleem in zorg. • 40% van de hulpvraag betreft meervoudige problematiek. • Aandeel nieuwe cliënten in de zorg constant circa 20%. • Gemiddelde leeftijd in verslavingszorg blijft toenemen; 41 jaar in 2010. • Alcoholhulpvraag met 36.000 personen de grootste groep. • Aantal 55-plussers met alcoholhulpvraag blijft stijgen. • Aantal hulpvragers met opiaten stabiliseert op 12.000.

  24. Actuelecijfers (vervolg): • Groep opiaathulpvragers wordt steeds ouder; Inmiddels 1.700 ouder dan 55 jaar. • Lichte daling hulpvraag cocaïne naar 9.400 personen. • Sterke stijging cannabis hulpvraag naar bijna 11.000 personen; aandeel stijgt naar 14%. • Cannabis belangrijkste problematiek onder jongeren in de verslavingszorg. 52% van de hulpvragers onder de 25 jaar heeft cannabis als primaire problematiek . • GHB hulpvraag stijgt naar ruim 500 in 2010.

  25. Drugs zijn alle stoffen die inwerken op het centraal zenuwstelsel en om die reden ook worden gebruikt • Verdovende werking • Stimulerende werking • Waarnemingsveranderende werking

  26. Werking • Noem bij elke werkingsvorm een aantal verschijnselen en een bijbehorend middel.

  27. Verdovend: • Verlaagde hartslag, ademhaling, lichaamstemperatuur • Verkleinde pupillen, vertraagde reflexen • Ontremming, verlaagd bewustzijn in verschillende gradaties • Verwardheid, desoriëntatie

  28. Stimulerend: • Verhoogde hartslag, lichaamstemperatuur, ademhaling, reflexen • Verminderd hongergevoel,vertraagde stofwisseling • Vergrote pupillen • Hartkloppingen • Risico op uitdroging, insulten, acute opwindingstoestand

  29. Waarnemingsveranderend: • Droge mond en keel, slikstoornis • Coördinatiestoornissen, desoriëntatie • Oogbalstuipingen • Derealisatie, depersonalisatie, wanen en hallucinaties • Afwisselend overmatig beweeglijk en dan weer stram en stijf • Overschatting van eigen vermogens, suïcidaal

  30. Alcohol • Alcohol ontstaat door gisting van granen of vruchtensuikers • In elk standaard glas zit evenveel pure alcohol, namelijk 10 gram • Alcohol is voor het lichaam een schadelijke stof.

  31. Risico’s van alcohol • Dingen doen waar je spijt van krijgt • Lichamelijke klachten: lever, maag, hersenen, hart en bloedvaten, zenuwstelsel en kanker • Gevaar bij verkeersdeelname • Geweld tijdens het uitgaan • Ongevallen thuis en op het werk • Lichamelijk en geestelijk verslavend

  32. Trends in alcoholgebruik • 85% van de bevolking van 16 jaar en ouder drinkt weleens alcohol • Toename van alcoholgebruik onder de 12 jaar • Jongeren onder 16 jaar kunnen zeer gemakkelijk alcohol kopen in horecagelegenheden • Zwaar drinken komt het meest voor bij jonge • mannen in de leeftijd van 20 tot 24 jaar, en in deze leeftijdsgroep komen alcoholgerelateerde • ongevallen ook het meest voor

  33. Heroïne • Heroïne is een opiaat afkomstig van de papaverplant • Heroïne werd begin 1900 op de markt gebracht als pijnstiller en als medicijn tegen astma en bronchitis • Heroïne kan men chinezen, snuiven of spuiten

  34. Effecten van heroïne • Demping van negatieve prikkels als pijn en verdriet • Lichte euforie • ‘Flash’ (bij spuiten) • Het werkt ongeveer 4 tot 6 uur

  35. Risico’s van heroïne • Overdosis • Verergering van klachten • Emotionele vervlakking • Zeer trage hartslag en ademhaling • De darmactiviteit neemt af • Uitblijven van menstruatie • Lichamelijk en geestelijk verslavend

  36. Methadon • Is, net als heroïne en morfine, een opiaat met dezelfde eigenschappen en chemische structuur • Het kan als vervangingsmiddel van heroïne gebruikt worden • Het is zuiver, betrouwbaar en goed doseerbaar

  37. Effecten van methadon • Methadon geeft geen flash • Het heeft een werkingsduur van 24 tot 32 uur • Het wordt een half uur na inname in het bloed opgenomen • Het geeft de mogelijkheid tot afbouw (wel met de nodige ontwenningsverschijnselen) • Bij de overgang van heroïne naar methadon komt de potentie en menstruatie vaak terug

  38. Risico’s en nadelen van methadon • Net zo verslavend als heroïne • Een overdosis is mogelijk, zeker in combinatie met andere middelen • 2 à 3 dagen na het staken of minderen van methadongebruik beginnen onthoudingsverschijnselen • Deze verschijnselen zijn het hevigst na 6 dagen en verdwijnen zeer geleidelijk vanaf de tiende dag. • Ter voorkoming van een terugval kan Naltrexon (Narolex) worden voorgeschreven, dit middel vermindert de zucht naar opiaten. Naltrexon kan gegeven worden als er geen opiaten meer in het lichaam aanwezig zijn.

  39. GHB • GHB - Geil Hemels Bronwater - Glas Heineken Bier • - Ge Hakt Balletje • Beginner heeft aan 1 à 2 ml genoeg. Werking roes kan enkele uren zijn. • Regelmatig in combinatie met andere middelen - XTC roes verlengen • - Te veel stimulerende middelen • (stijf staan) wat dempen

  40. GHB • GHB (Gamma-hydroxy-butyraat) komt van nature in het menselijk lichaam voor • GHB werd ooit gebruikt als inslaapmiddel voor narcose bij operaties. Vanwege ongewenste nawerkingen wordt GHB niet meer op deze manier gebruikt • GHB komt voor in vloeibare (flesjes), tablet- en in poedervorm, is geurloos en smaakt een beetje zoutig

  41. Effecten van GHB • Ontspannend • Bewustzijnsverlagend • Seksueel ontremmend en stimulerend • Effect afhankelijk van dosering

  42. Risico’s van GHB • Het belangrijkste risico is een overdosis • De combinatie GHB met alcohol vergroot de kans op een overdosis en kan al zeer snel dodelijk zijn • Omdat GHB vloeibaar is kan het onopgemerkt (in een drankje) worden toegediend • Geestelijk en lichamelijk verslavend

  43. Risico’s van GHB II • Ontwenningsverschijnselen: • Hartritme stoornissen • Jeuk • Branderig gevoel in het gezicht • Hoge bloeddruk • Epileptische aanval • Delier (psychose)

  44. Behandeling van GHB • Novadic – Kentron is in de behandeling van GHB cliënten landelijk gezien voorloper • Als iemand dagelijks gebruikt kan hij/zij na twee tot vier weken niet meer stoppen en heeft om de twee à drie uur een dosis nodig • Behandeling binnen N-K met medicinale GHB

  45. Ketamine • Ketamine is officieel een narcosemiddel • Het is op de markt te koop als pil, poeder of injectievloeistof • Het wordt in Nederland ook verkocht als XTC of cocaïne terwijl het effect nauwelijks vergelijkbaar is

  46. Effecten van ketamine • Het veroorzaakt hallucinaties • Derealisatie • Depersonalisatie (ook wel uittreden of trippen genoemd) • Een gevoel van tijdloosheid • De werking is 1 tot 2 uur

  47. Risico’s van ketamine • Overdosis (dosering komt zeer nauw) • Geestelijk verslavend • Verminderd coördinatievermogen • Duizelig, misselijk • Niet in staat te bewegen • Pijn wordt nauwelijks gevoeld

  48. Slaap- en kalmeringsmiddelen • Sinds 1956 is de werking van benzodiazepines ontdekt • Helpen bij onrust, angst en slaapproblemen • Staan op lijst II van de opiumwet • In principe op recept verkrijgbaar • Verkrijgbaar in tabletvorm of capsules • 1 miljoen Nederlanders slikken jaarlijks ca. 250 miljoen “benzo’s”

  49. Effecten van benzodiazepines • Werken remmend op hersenactiviteit • Omgeving lijkt rustiger te worden • Ze verdoezelen problemen, maar lossen ze niet op • Bijverschijnselen

  50. Risico’s van benzodiazepines • Lichamelijke afhankelijkheid • Geestelijke afhankelijkheid • Ontwenningsverschijnselen kunnen hevig zijn • Ophoping (bijverschijnselen) • Combinatie alcohol en benzodiazepines • Deelname verkeer • Tijdens zwangerschap en borstvoeding

More Related