1 / 23

LIDC Amsterdam Congress Question B The Netherlands

LIDC Amsterdam Congress Question B The Netherlands. “ Unfair Competition in the Netherlands” Auteurs: Bernardine W.M. Trompenaars, Ministerie van Economische Zaken, directie Marktwerking Minos van Joolingen, AKD Prinsen van Wijmen Rogier de Vrey, Van Doorne NV Assistentie:

vilmos
Download Presentation

LIDC Amsterdam Congress Question B The Netherlands

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. LIDC Amsterdam Congress Question B The Netherlands “Unfair Competition in the Netherlands” Auteurs: Bernardine W.M. Trompenaars, Ministerie van Economische Zaken, directie Marktwerking Minos van Joolingen, AKD Prinsen van Wijmen Rogier de Vrey, Van Doorne NV Assistentie: Cara Pronk, paralegal AKD Prinsen van Wijmen Cindy Meijer, Ministerie van Economische Zaken, directie Marktwerking

  2. Bespreking LIDC rapport ongeoorloofde mededinging in Nederland: Deel A • Behandeling van de vragen van het rapport Deel B • Discussie aan de hand van een aantal stellingen

  3. Deel AOngeoorloofde mededinging in Nederland • Definitie? • Structuur: geen uniforme wetgeving, maar verspreid over verschillende wetten en jurisprudentie

  4. Deel I: algemeenVraag 1: ongeoorloofde mededingingsbepalingen in Nederland? • Aan de orde komen: I Het kader van art. 6:162 BW II Specifieke wetten III Jurisprudentie (o.b.v. 6:162 BW)

  5. I: Artikel 6:162 BW • Jurisprudentie geldt als belangrijkste rechtsbron voor het rechtsgebied ongeoorloofde mededinging. • Om bepaald gedrag als oneerlijk aan te merken, moet er aan de voorwaarden van artikel 6:162 BW voldaan zijn.

  6. I: Artikel 6:162 BW • Bekende voorwaarden: onrechtmatig, toerekenbaar, schade, causaliteit en relativiteit. • Onrechtmatigheid: - inbreuk op een recht, of - doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht, of - doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.

  7. I: Onrechtmatigheid • inbreuk op een recht: oneerlijke mededinging ziet niet op inbreuk van een absoluut en exclusief recht. • strijd met wettelijke plicht: bv; art.6 Mw, art.24 Mw, art.6:194 BW, art.1a lid 2 Wet op de Kansspelen, Colportagewet. • strijd met ongeschreven recht: met name pure vermogensschade is van belang voor ongeoorloofde mededinging. (nader besproken onder III jurisprudentie)

  8. II: Specifieke wettelijke bepalingen m.b.t. ongeoorloofde mededinging • Misleidende en vergelijkende reclame: art.6:194 en 6:194a e.v. • Colportagewet • Electriciteitswet 1998 en Gaswet • Wet financiële dienstverlening

  9. III: Jurisprudentie • Leerstukken uit de rechtspraak gebaseerd op artikel 6:162 BW: • Slaafse nabootsing; • Verwarring omtrent onderscheidingsmiddelen; • Prestatiebescherming.

  10. Vraag 2: zwarte lijst van ongeoorloofde handelspraktijken? • In beginsel: nee • Maar wel in specifieke wetten: Electriciteitswet 1998 en Gaswet. • Implementatie Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken

  11. Deel II: inhoudelijke regelsVraag 1: Verschillende regels voor consumenten hetzij ondernemingen? • Uitgangspunt: zowel belangen van consument als van handelaar worden beschermd. • Uitzondering op basis van relativiteitsnorm, bijv.: WOK, Europees consumentenrecht zoals Colportage, Electriciteits- en Gaswet.

  12. Vraag 2: Verschillende criteria voor de beoordeling van ongeoorloofde handelspraktijken vanuit het perspectief van de consument of onderneming? • Bij artikel 6:162 BW zijn de criteria gelijk. • Bij toepassing wordt er doorgaans wel onderscheid gemaakt tussen de consument en de concurrent: de zwakkere partij krijgt meer bescherming.

  13. Vraag 3: Verschillende definities van consument/ niet-consument in de bepalingen van ongeoorloofde mededinging? • Nederlands recht definieert consument als de ‘redelijke consument’. • In overeenstemming met Europees recht.

  14. Deel III: Niet-economische aspectenVraag 1:spelen niet-economische aspecten een rol bij ongeoorloofde mededinging? • Niet-economische aspecten kunnen worden meegewogen door de rechter bij de beoordeling van ongeoorloofde mededinging. • Voorbeeld: Benetton reclame • Zelfregulering

  15. Deel IV: ProcedureelVraag 1: Verschillende sancties of procedures voor ongeoorloofde mededinging bij consumenten of ondernemingen? • Onderscheid tussen: - Publieke handhaving - Private handhaving

  16. Private handhaving: art.6:162 BW • Mogelijke sancties: - Schadevergoeding (art.6:162 jo. 6:95 BW) - Verklaring voor recht (art.3:302 BW) - Gebod/verbod (art.3:296 BW) - Rectificatie (art. 6:167 en 6:196 BW) • Relativiteit: art.6:163 BW. • Collectieve actie: art.3:305a BW. • Zelfregulering: Nederlandse Reclame Code/ Reclame Code Commissie.

  17. Publieke handhaving • Colportagewet: FIOD-ECD. Vanaf 01-01-2007: nieuwe ConsumentenAutoriteit (CA). • Electriciteits- en Gaswet: NMa. Wordt waarschijnlijk ook CA na implementatie Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken. • RL OHP: CA (wordt geregeld in nieuwe Wet handhaving consumentenbescherming. • Wet financiële dienstverlening: AFM.

  18. Deel V: MeningVraag 1 en 2: Verschillende regelgeving nodig op het gebied van ongeoorloofde mededinging ten aanzien van consumenten en ondernemingen? Verschillende belangen behartigen? • Uitgangspunt: wetgeving onder één noemer brengen. • Extra bescherming voor zwakkere partij indien nodig.

  19. Vraag 3: Verhouding van sancties van ongeoorloofde mededinging ten aanzien van de sancties uit Richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten? • Handhavingsrichtlijn gericht op exclusief rechthebbenden. Niet onverkort van toepassing op ongeoorloofde mededinging.

  20. Deel B: Discussie • Stelling 1: “Wetgeving inzake ongeoorloofde mededinging moet een onderscheid maken tussen de belangen van de consument én van de handelaar.”

  21. Discussie • Stelling 2: “ De Handhavingsrichtlijn moet niet onverkort van toepassing zijn op het ongeoorloofde mededingingsrecht. De rechtsmiddelen die geboden worden onder het commune onrechtmatige daadsrecht zijn voldoende.”

  22. Discussie • Stelling 3: “ De publieke handhaving door de ConsumentenAutoriteit vormt een welkome aanvulling op de huidige (grotendeels) private handhaving”

  23. Voor nadere informatie: - vrey@van-doorne.com - mvanjoolingen@akd.be - b.w.m.trompenaars@minez.nl

More Related