1 / 16

Basis oplieding ta karmaster STAF oktober 2013

Basis oplieding ta karmaster STAF oktober 2013. Mise-en-scène en tempo & ritme Gudrun Beckmann. Definitie Mise-en-scène.

verdi
Download Presentation

Basis oplieding ta karmaster STAF oktober 2013

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Basis oplieding ta karmaster STAFoktober 2013 Mise-en-scène en tempo & ritme Gudrun Beckmann

  2. Definitie Mise-en-scène “Mise-en-scène is de choreografie van de beweging op het toneel. […] Mise-en-scène zou beweging op toneel moeten stimuleren, gedachten en acties benadrukken en verhelderen, relaties verstevigen en conflicten onderstrepen.” (vrij naar Spolin)

  3. Mise-en-scene • Het spelvlak – velden, plannen, hoogten • Compositie van spelers binnen het toneelbeeld • Focus en kijkrichtingen • Beweging op het toneel • Opkomst en afgang • Verandering van de afstanden tussen de spelers • Handelingen • Spel in en met de ruimte

  4. Het spelvlak • Het spelvlak is driedimensionaal: vlak, diepte en hoogte • Vlak; je kan het spelvlak in de volgende velden onderverdelen: rechts voor de speler Publiek links voor de speler

  5. Compositie van spelers – kijkrichtingen en focus Aandachtspunten • wie zijn de belangrijke personages • wie heeft de actie • zichtlijnen • stabiliteit en dynamiek op het spelvlak • voor de spelers • Kijkrichting – naar wie kijk ik en door wie wordt ik bekeken? • Focus – waar is de focus? Hoe neem en geef ik de focus?

  6. Beweging op het toneel • sterke bewegingen • diagonale van achteren – (je hebt tijd en ruimte) • in de richting van het centrum lopen • stappen voorwaarts – (actie) • zich oprichten, zich openen • van links naar rechts op het toneel lopen • zwakke bewegingen • naar achteren lopen • gaan zitten, inzakken in houding • wiebelen • van rechts naar links lopen op het toneel

  7. Beweging op het toneel • Iedere beweging komt voort uit de handeling of werkt ernaar toe. • De beweging op het spelvlak zou ook zonder tekst de inhoud en de betekenis van de scene duidelijk moeten kunnen maken. • De beweging is vormgegeven inhoud.

  8. Uitspraken over de kwaliteit van mise-en-scene

  9. Oefening mise-en-scène In subgroepen van 3 personen • Bedenk de mise-en-scène voor een kort tekstfragment • Speel/teken de mise-en-scène • Het publiek geeft feedback op de kwaliteit van de mise-en-scène

  10. Definitie Tempo • Afkomstig van het Latijnse woord ‘tempus’, de tijd of de tijdsruimte • Betrekkelijke snelheid van handelingen of gebeurtenissen • Bepaalde snelheid in de muziek; tijdswaarde, maat

  11. Tempo in een toneelvoorstelling • Wanneer heeft een toneelvoorstelling tempo? • Opkomsten en afgangen; veranderingen in personageconstellatie op het toneel • Spanning van de handeling; handeling met steeds nieuwe spanningsvragen (doet die ‘t of doet die ’t niet) • Tempo in de dialogen; directe actie-reactie zonder het laten vallen van witjes; snelle ‘tekstaansluiting’. • Tempo in de taal; korte zinnen; snelle wissel van clausen. • Tempo is een relatief begrip; als alles eenvormig en traag is, kan een kleine versnelling al tot tempo leiden. • Het maken van tempo betekent vaak een versnelling; verandering van tempo is ritme. (zie verder)

  12. Tempo in een toneelvoorstelling • Wanneer is een toneelvoorstelling (niet bedoeld) traag? • De spelers laten na elke claus een ‘witje’ vallen. • De spelers zijn niet alert; reageren ‘te laat’ op elkaar. • Geen concentratie en spanning in lijf en stem

  13. Definitie van Ritme • De natuurlijke beweging van een zin, hoofdzakelijk expressief gemaakt door de wisselende intensiteit van het temporeel (vlug-langzaam, bijvoorbeeld in de klassieke talen), het dynamisch (sterk-zwak, bijvoorbeeld in de Germaanse talen) en het melodisch (hoog-laag, bijvoorbeeld in de Chinese talen) accent. Ritme ontstaat dus door afwisseling in accent, toonhoogte, kleur, volheid en duur van klanken. (definitie vanuit de retorica)

  14. Ritme in een toneelvoorstelling • Waardoor ontstaat ritme in een voorstelling? • Afwisseling van • lange en korte zinnen en lange en korte clausen • tempo in de tekstbehandeling • opstapeling van acties • afwisseling van opkomsten en afgangen • dynamiek in beweging • montage van de overgangen • gebruik van muziek in de voorstelling • Herhaling van • bewegingen • teksten • mise-en-scène

  15. Uitspraken over de kwaliteit van tempo&ritme

  16. Opdrachten • Bedenk met z’n drieën voorbeelden van goed en slecht ‘ritme’ bij overgangen of opkomsten. • Bedenk met z’n drieën ‘Wat kan je als regisseur doen om een voorstelling ritmisch te maken?

More Related