1 / 22

Hoofdstuk 6: QUIZ!

Hoofdstuk 6: QUIZ!. 30 seconden de tijd!. Vraag 1. Wat is geen stofeigenschap? A: geur B: vorm C: dichtheid D: smeltpunt E: oplosbaarheid. 30 seconden de tijd!. Vraag 2. Wat is diffusie? A: 2 vloeistoffen verspreiden zich regelmatig door elkaar heen.

tamber
Download Presentation

Hoofdstuk 6: QUIZ!

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoofdstuk 6: QUIZ!

  2. 30 seconden de tijd! Vraag 1 • Wat is geen stofeigenschap? • A: geur • B: vorm • C: dichtheid • D: smeltpunt • E: oplosbaarheid

  3. 30 seconden de tijd! Vraag 2 • Wat is diffusie? • A: 2 vloeistoffen verspreiden zich regelmatig door elkaar heen. • B: 2 vloeistoffen verspreiden zich onregelmatig door elkaar geen. • C: 2 vloeistoffen mengen niet. • D: 2 vloeistoffen mengen goed.

  4. Vraag 3 • Welke eigenschappen moeten moleculen hebben om de proefjes met diffusie en het oplossen te kunnen begrijpen? • A: Moleculen zijn rond • B: Moleculen zitten in een suikerklontje vaster dan in siroop • C: Moleculen bewegen • D: Moleculen verschillen • 20 seconden de tijd!

  5. 20 seconden de tijd! Vraag 4 • Suiker wordt opgelost in water. Deze mix van stoffen is een: • Mengsel • Oplossing • Zuivere stof • Mengsel en Oplossing • Mengsel en zuiver stof • Oplossing en zuivere stof • Mengsel, oplossing en zuivere stof

  6. 30 seconden de tijd! Vraag 5 • Een vloeistof wordt verwarmd en zet daardoor uit. • Leg uit wat er gebeurt met de afstand tussen de moleculen • Neemt af • Blijft het zelfde • Neemt toe

  7. 30 seconden de tijd! Vraag 6 • Welke van de gemaakte veronderstellingen in het molecuulmodel heb je nodig om het volgende te verklaren? • - Parfum verspreidt zich snel door de lucht • Moleculen: • bewegen op een zelfde plaats • bewegen harder als T toeneemt • bewegen • trekken elkaar aan

  8. 30 seconden de tijd! Vraag 7 • Welke van de gemaakte veronderstellingen in het molecuulmodel heb je nodig om het volgende te verklaren? • - Een zeepbel blijft bestaan. • Moleculen: • bewegen op een zelfde plaats • bewegen harder als T toeneemt • bewegen • trekken elkaar aan

  9. 30 seconden de tijd! Vraag 8 • In het vriesvak zit vaak een witte aanslag aan de zijkanten. Door welke faseovergang zijn deze ijskristallen ontstaan? • Smelten • Stollen • Verdampen • Condenseren • Rijpen • Sublimeren

  10. 1 minuut de tijd Vraag 9 • Een hoeveelheid ether heeft een temperatuur van 175 K. • Is de ether dan een: • Vast (s) • vloeistof (l) • gas (g) • Tip: gebruik binas tabel 15 of 16

  11. 2 minuut de tijd Vraag 10 • De oppervlaktetemperatuur van Pluto is 220 graden Celsius (493 K). • - Stikstof heeft een kookpunt van 77K en een smeltpunt van 63K. • - Zuurstof heeft een kookpunt van 90K en een smeltpunt van 55K • In welke fase bevinden de 2 stoffen zich op Pluto? • Vast (s) • vloeistof (l) • gas (g)

  12. PAUZE • De tussenstand…

  13. 20 seconden de tijd! Vraag 11 • Hoeveel gram is 0,68 kg? • 6,8 g • 68 g • 680 g • 0,068 g • 0,00068 g

  14. 20 seconden de tijd! Vraag 12 • Hoeveel cm3 is 10 mL? • 1 cm3 • 10 cm3 • 100 cm3 • 1.000 cm3 • 10.000 cm3

  15. 1 minuut de tijd! Vraag 13 • Welke van onderstaande stoffen heeft de grootste dichtheid? • Goud, • koper, • Lood, • zilver • Tip: gebruik Binas tabel 15

  16. 2 minuut de tijd! Vraag 14 • Een maatglas heeft een massa van 0,235 kg. • Bereken het totale volume van het maatglas • (Tip: gebruik BINAS tabel 15)

  17. Vraag 14 • Een maatglas heeft een massa van 0,235 kg. • Bereken het totale volume van het maatglas • m = 0,235 kg = 235 gram! • ρ = 2,6 g/cm3 • V = ? • V = m/ρ • V = 235 / 2,6 = 90,38 cm3

  18. Vraag 15 • Pim heeft een stukje ebbenhout (dichtheid = 1,26 g/cm3) in zijn handen. Als hij het stukje hout in een maatcilinder met water laat zakken, zinkt het. • Het niveau in de maatcilinder steeg van 60 mL tot 85 mL. • Bereken de massa van het blokje eikenhout • 2 minuut de tijd

  19. Vraag 15 • Pim heeft een stukje ebbenhout (dichtheid = 1,26 g/cm3) in zijn handen. • Het niveau in de maatcilinder steeg van 60 mL tot 85 mL. • ρ = 1,26 g/cm3 • V = 85 – 60 = 25 mL • m = ? • m = V * ρ • m = 25 * 1,26 = 31,5 gram

  20. 3 minuut de tijd! Vraag 16 • Een hoeveelheid kwik met en volume van 40,74 cm3 wordt in een cilindrisch maatglas • gegoten. • Een cilindrisch maatglas heeft een • Diameter (d) van 6,0 cm. • Bereken hoe hoog de vloeistof in • het maatglas staat. • (Tip: - gebruik BINAS tabel 4 en 5)

  21. Vraag 16 • V =40,74 cm3 • d = 6,0 cm (diameter cirkel). • Volume = Opp x hoogte • Opp = 0,25π x d2 = 0,25π x 62 = 28,27 cm² • 40,74 cm³ = 28,27 cm² x hoogte • Hoogte = 40,74 cm³ / 28,27 cm² = 1,44 cm

  22. En de winnaars zijn…

More Related