1 / 12

Doelstellingen Formuleren

Doelstellingen Formuleren. OSBJ. Waarom doelgericht hulpverlenen?. Doelstellingen formuleren = hulpmiddel Nt elke interactie = doelgericht Nt alles = maakbaar/planmatig: 45% toeval + n-beïnvloedbare factoren Hv = zelden lineair ≠ doel op zich Professionalisering ~ handelingsplannen

skip
Download Presentation

Doelstellingen Formuleren

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Doelstellingen Formuleren OSBJ

  2. Waarom doelgericht hulpverlenen? • Doelstellingen formuleren • = hulpmiddel • Nt elke interactie = doelgericht • Nt alles = maakbaar/planmatig: 45% toeval + n-beïnvloedbare factoren • Hv = zelden lineair • ≠ doel op zich • Professionalisering ~ handelingsplannen • vraaggericht hulpverlenen ~ klemtoon op participatie: vertaling hulpvragen en informatie uit begeleiding (sterktes en zwaktes) • // werkzame factoren • Goede kwaliteit relatie bgl – jongere ~ voorwaardelijke doelstellingen hv-relatie • Aansluiting motivatie jongere : bgldoelstn pas wanneer jongere actiebereid is • ! Motivationeel werken (moeten vs willen) • Goede structurering : heldere doelen/planning HV /fasering HV

  3. Een breder perspectief • Informatie begeleiding • Hulpvragen (jongere, IS, verwijzer) Participatie & Motivatie Plan van aanpak Voorbereidend werk Doelen onderhandeling

  4. Motivationeel werken (participatie) Extern Persoonlijke Aanvaarding (PA) Moeten = gecontroleerde motivatie Intern Motivatie Willen=autonome motivatie Persoonlijk belang Passie – intrinsiek belang interactie tussen jongere en omgeving intrinsiek

  5. Motivationeel Werken • Persoon: aangeboren kracht tot ontwikkeling • + en – effecten spelen hierop in • motivatie = resultaat van interactie tussen jongere en omgeving • Motivationeel werken = PA stimuleren door noodbevredigende context te voorzien Autonomie Hoe kan ik jongere ondersteunen om te willen? Wel willen van verandering is meerwaarde Uitdaging Aansluiting bij leefwereld, persoonlijke waarden, overtuigingen… Relationele Verbondenheid Competentie Verbondenheid Competentie

  6. Doelen • Hou rekening met wat in je bereik ligt • Bepaal steeds hoe je doelen evalueert • Formuleer consensusdoelen • Soorten • Voorwaardelijke doelstelling hvrelatie (=werkbare relatie) • Bv. “Ouders praten mee over de opvoedingssituatie” • Voorwaardelijke doelstelling begeleidingsdoelstelling • Bv. “Ik (mama) zoek samen met de begeleiding naar een manier om over stukken uit mijn verleden te praten” • Begeleidingsdoelstellingen

  7. Doelenhiërarchie Consensus? Algemeendoel Algemeen doel Specifiekdoel Tussendoel Beïnvloedbaar? Specifiekdoel Tussendoel Specifiek doel Tussendoel Opdelen Chronologisch

  8. Voorbeeld (1) • Algemeen doel: “Wij zijn beter in staat om onze kinderen op te voeden” • Spec 1: “Wij leren de kinderen wat mag en niet mag” • Spec 2: “Wij maken afspraken met elkaar over de opvoeding”

  9. Voorbeeld (2) • Alg.: “Ik doe in mijn vrije tijd iets met anderen wat ik leuk vind” • Tuss 1: “ik maak een lijstje van wat ik zou willen doen” • Tuss 2: “ik zoek informatie op” • Tuss 3: “ik probeer een activiteit”

  10. Criteria (1) • Beschrijf in eindtermen, als resultaat • Schrijf op in de taal van de ‘eigenaar’ “Als ik boos ben zeg ik dat normaal en begin niet te schelden of te slaan.” • KISS: keep it simple and stupid • Overzicht op 1 A4 • Chunk: 7 (+/-2) ~ item korte termijngeheugen

  11. Criteria (2) • SMART: • Specifiek: actief - concrete resultaten • Meetbaar: hoe resultaat nagaan (vnl alg. doelen) • Aanvaardbaar: voor alle partijen • Realistisch: veranderbaar – beïnvloedbaar - haalbaar • Tijdsgebonden: timing - fasering

  12. Bronnen • Van Yperen, T. & Van der Steege (2007), Voor het goede doel. Werken met hulpverleningsdoelen in de jeugdzorg, Amsterdam: SWP, 122. • Verstuyf, J. & Vansteenkiste, M. (2008), “Willen versus moeten. De invloed van motivatie op het therapeutische proces”, in Agora 24(1), 7-22.

More Related