1 / 14

Het Belgisch beleid inzake georganiseerde criminaliteit Een focus op Nederland

Het Belgisch beleid inzake georganiseerde criminaliteit Een focus op Nederland. Prof. Dr. Tom Vander Beken De nieuwe Nederlandse aanpak van georganiseerde misdaad, vanuit een internationaal perspectief gewikt en gewogen Centre for Information and Research on Organised Crime (CIROC)

shawn
Download Presentation

Het Belgisch beleid inzake georganiseerde criminaliteit Een focus op Nederland

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Het Belgisch beleid inzake georganiseerde criminaliteitEen focus op Nederland Prof. Dr. Tom Vander Beken De nieuwe Nederlandse aanpak van georganiseerde misdaad, vanuit een internationaal perspectief gewikt en gewogen Centre for Information and Research on Organised Crime (CIROC) Amsterdam, 23 februari 2005

  2. Overzicht I. Het Belgisch beleid inzake georganiseerde criminaliteit A. De beeldvorming B. De beleidsprioriteiten II. Nederland(ers) en georganiseerde criminaliteit in België A. Nederland(ers) in de Belgische beeldvorming B. Nederland en het Belgisch beleid III. Besluit

  3. I. Belgisch beleid inzake georganiseerde criminaliteit A. De beeldvorming 1. Beeldvorming als belangrijk beleidsinstrument 2. De (jaar)rapporten en hun methodologie 3. Rapport 2004: een overzicht

  4. 1. Beeldvorming als beleidsinstrument Actieplan van de Regering inzake georganiseerde criminaliteit (1996): jaarrapport op initiatief van de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie Parlementaire onderzoekscommissie georganiseerde criminaliteit (1996-1998): volwaardige strategische analyse als beleidsdocument – dreigingsanalyse Federaal Veiligheids- en Detentieplan (2000): strategische analyse met inbegrip van omgevingsanalyse en kwetsbaarheidsanalyses van sectoren (Belgisch) Actieplan van de Europese Unie (2001): threat assessment benadering op basis van IRCP-studie (criminele groepen, contra-strategiëen, legale sectoren, illegale markten). Kadernota Integrale Veiligheid (2004): verdere implementatie methodologie en uitbouw tot efficiënt “optisch” instrument.

  5. 2. De (jaar)rapporten en hun methodologie Korte termijn: Voornamelijk politiële informatie (en info van de staatsveiligheid) op basis van meldingsformulieren Lange termijn: Uitbreiding van informatiebronnen en meer toekomst- en dreigingsgericht (IRCP-methodologie)

  6. 3a. Rapport 2004: groepen 292 van hiërarchisch tot flexibele platte cellulaire organisaties met wisselende samenwerkingsverbanden. Vaak etnische band, maar groepen zelf nauwelijks onderling verbonden. Meer Italianen en Albanezen. Beperkte internationale samenwerking. Nieuwe trends: hormonen, Baltische groeperingen (Litouwen: voertuigenzwendel, valsemunterij, sigarettenfraude en prostitutie; Estland: gewapende overvallen), Tsjetsjeense groeperingen (afpersing, diefstallen), criminele motorbendes (opbouw geweld), georganiseerde criminaliteit uit de Balkan-Albanië (mensenhandel, diefstal woningen/voertuigen, drugs – fysiek geweld)

  7. 3b. Rapport 2004: contra-strategieën Defensieve strategieën: Commerciële structuren(71,2%)voornamelijk via bestaande legale structuren, met medewerking van een of meer in het bedrijf werkende personen Technische afschermingsmaatregelen: betaalkaarten Offensieve strategieën: Geweld of intimidatie (60,9%), vooral naar leden zelf en dan naar bedrijven en particulieren Beïnvloeding (17,4%), vooral naar bedrijven en particulieren, dan naar politie en politiek Andere: poging identificatie informanten, contra-observatie, intimidatie politie en getuigen

  8. 3c. Rapport 2004: illegale markten Vooral drugs, witwassen, diefstal met geweld en autozwendel Drugs: heroïne (doorvoer naar Britse markt, meer samenwerking Albanese en Turkse groeperingen), cocaïne (doorvoerland naar Nederland, kleinere ladingen), toename fabricatie synthetische drugs, uitbreiding cannabis(teelt) Toenemende polidrugshandel. witwassers met verscheiden etnische oorsprong vaak met geweld/bedreiging georganiseerde BTW-fraude voertuigenzwendel meer (geprofessionaliseerde) mensensmokkel en –handel georganiseerde diefstallen in woningen door “rondtrekkende bendes” en ramkraken professionalisering hormonencriminaliteit leefmilieucriminaliteit (?)

  9. 3d. Rapport 2004: economische sectoren Sectoren uit meldingsdossiers: invoer/uitvoer: 15,1%, vervoer (8,8%), horeca (7,2%), vastgoed (6,5%), elektronica (6,3%) Enkele kwalitatieve « voorbeelden »: energiesector, diamant, vastgoed, telecom en farmaceutica

  10. B. De beleidsprioriteiten (kadernota 2004) Algemeen kader Beeldvorming Preventieve aanpak: samenwerking private en publieke sector Repressieve aanpak: gewapend bestuursrecht, evaluatie en bijsturing wetgeving (BOM-wet, proactieve opsporing), praktische inpassing bestaande instrumenten (getuigenbescherming, …), uitbreiding wetgeving (telefoontap, verbetering (internationale) samenwerking

  11. B. De beleidsprioriteiten (kadernota 2004) Fenomeengericht Eigendomsdelicten gepleegd door rondtrekkende dadergroepen: grote materiële maar ook ernstige psychologische schade. Arrondissementsoverschrijdend optreden (federaal parket) Mensenhandel en -smokkel Drugsproductie- en handel: synthetische drugs, handel in cocaïne en heroïne en handel en teelt in cannabis Voertuigcriminaliteit: daling voertuigdiefstallen, stijging diefstal uit voertuig. Wapenhandel: wetgeving aanpassen (witteboordencriminaliteit niet bij georganiseerde criminaliteit)

  12. II. Nederland(ers) en georganiseerde criminaliteit in België • Nederland(ers) in de Belgische beeldvorming Algemeen: “38,2% van de verdachten heeft de Belgische nationaliteit, maar ook daders met Nederlandse (8,2%), Italiaanse en Marokkaanse (5,9%) en Albanese (5,1%) … nationaliteit werden geregistreerd”. “Het aantal Nederlandse onderdanen daalt…” “De internationale contacten situeren zich qua geografische spreiding hoofdzakelijk in Nederland, …” Drugs: “Afgaande op de harde cijfers is de aanmaak van synthetische drugs in België voornamelijk een zaak van Nederlanders.” “De teelt van cannabisplanten op grote schaal is, ondanks de lagere straatwaarde, eveneens een miljoenenbusiness en lijkt uitbreiding te vinden onder impuls van Nederlandse beroepskwekers.” “Volgens sommige bronnen zouden Turkse criminele groeperingen sinds 2000 hun activiteiten met betrekking tot stockage en herverpakking (van heroïne) verplaatst hebben van Nederland naar België” “De cocaïne die via Antwerpen wordt ingevoerd gaat vaak – volgens sommige politiedeskundigen “altijd” – onmiddellijk naar Nederland voor verpakking en distributie binnen Europa.”

  13. II. Nederland(ers) en georganiseerde criminaliteit in België B. Nederland en het Belgisch beleid «De politionele informatie-uitwisseling met Nederland inzake personen die in beide landen gesignaleerd worden in het XTC–milieu moet op punt worden gezet. Het grensoverschrijdend gerechtelijk overleg wordt versterkt, in het bijzonder tussen de overheden van de Belgische en Nederlandse arrondissementen die palen aan de grens. » « De fenomeenspecifieke internationale samenwerking(inzake witwassen) consolideren en verder uitbouwen, zowel bilateraal als multilateraal, door de intentieverklaring met het BLOM in Nederland (Bureau van de Landelijk Officier- MOT) voort te zetten en opnieuw te formaliseren. » “De nodige initiatieven dienen genomen om de wettelijke obstakels die onder meer een informatie-uitwisseling tussen gerechtelijke diensten en het openbaar bestuur onmogelijk maken, uit de weg te ruimen (cfr. BIBOB-wetgeving in Nederland).”

  14. III. Besluit Het Belgisch beleid heeft toenemende aandacht voor beeldvorming en richt zich (op basis daarvan?) specifiek op een aantal fenomenen (b.v. rondtrekkende dadergroepen – mobiel banditisme) Keuze voor een preventieve en repressieve aanpak (integrale en geïntegreerde aanpak en ketenbeheer) Nederland vooral in de Belgische beeldvorming via « nationaliteit leden groep » en drugs (XTC) Nederland in het Belgisch beleid m.b.t. (politiële) samenwerking en gewapend bestuursrechtmodel

More Related