1 / 28

Toepassingen op de stelling van Pythagoras

Toepassingen op de stelling van Pythagoras. De zijde van een vierkant is 7 cm. Bereken de diagonaal. d = 14 cm. d = 9,9 cm. De zijde van een vierkant is 7 cm. Bereken de diagonaal. d is de schuine zijde in een rechthoekige driehoek met beide rechthoekszijden 7.

osgood
Download Presentation

Toepassingen op de stelling van Pythagoras

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Toepassingen op de stelling van Pythagoras

  2. De zijde van een vierkant is 7 cm.Bereken de diagonaal. d = 14 cm d = 9,9 cm

  3. De zijde van een vierkant is 7 cm.Bereken de diagonaal. d is de schuine zijde in een rechthoekige driehoek met beide rechthoekszijden 7

  4. De oppervlakte van een vierkant is 36 cm².Bereken de diagonaal. We zoeken eerst de zijde zijde = 6 cm zijde = 9 cm

  5. De oppervlakte van een vierkant is 36 cm².Bereken de diagonaal. Oppervlakte vierkant = z² z =

  6. De oppervlakte van een vierkant is 36 cm².Bereken de diagonaal. zijde = 6 cm d = 12 cm d = 8,5 cm

  7. De oppervlakte van een vierkant is 36 cm².Bereken de diagonaal d is de schuine zijde in een rechthoekige driehoek met beide rechthoekszijden 6

  8. De omtrek van een vierkant is 25 cm.Bereken de diagonaal. We zoeken eerst de zijde zijde = 5 cm zijde = 6,25 cm

  9. De omtrek van een vierkant is 25 cm.Bereken de diagonaal. Omtrek vierkant = 4z z = omtrek : 4 = 25 cm : 4

  10. De omtrek van een vierkant is 25 cm.Bereken de diagonaal. zijde = 6,25 cm d = 8,8 cm d = 12,5 cm

  11. De omtrek van een vierkant is 25 cm.Bereken de diagonaal. d is de schuine zijde in een rechthoekige driehoek met beide rechthoekszijden 6,25

  12. Een schrijnwerker wil uit een cirkelvormige houten plaat het grootste vierkant zagen.De diameter is 1,7 m.Bereken de zijde van het vierkant r = 3,4 m r = 0,85 m

  13. Een schrijnwerker wil uit een cirkelvormige houten plaat het grootste vierkant zagen.De diameter is 1,7 m.Bereken de zijde van het vierkant Straal = de helft van de diameter

  14. Een schrijnwerker wil uit een cirkelvormige houten plaat het grootste vierkant zagen.De diameter is 1,7 m.Bereken de zijde van het vierkant r = 0,85 m z = 1,2 m z = 1,6 m

  15. Een schrijnwerker wil uit een cirkelvormige houten plaat het grootste vierkant zagen.De diameter is 1,7 m.Bereken de zijde van het vierkant r = 0,85 m z = m

  16. In een gelijkbenig trapezium is de kleine basis 12 cm en de grote basis 16 cm. De hoogte is 3 cm. Bereken de diagonaal. = 4 cm = 2 cm

  17. In een gelijkbenig trapezium is de kleine basis 12 cm en de grote basis 16 cm. De hoogte is 3 cm. Bereken de diagonaal. = 2 cm

  18. In een gelijkbenig trapezium is de kleine basis 12 cm en de grote basis 16 cm. De hoogte is 3 cm. Bereken de diagonaal. = 2 cm = 14 cm = 12 cm

  19. In een gelijkbenig trapezium is de kleine basis 12 cm en de grote basis 16 cm. De hoogte is 3 cm. Bereken de diagonaal. = 2 cm = 14 cm

  20. In een gelijkbenig trapezium is de kleine basis 12 cm en de grote basis 16 cm. De hoogte is 3 cm. Bereken de diagonaal. = 2 cm = 14 cm = 3 cm = = =11,5 =14,3

  21. In een gelijkbenig trapezium is de kleine basis 12 cm en de grote basis 16 cm. De hoogte is 3 cm. Bereken de diagonaal. = 14 cm = 3 cm [AC] is de schuine zijde

  22. In een rechthoekig trapezium is de kleine basis 20 cm en de grote basis 30 cm. De hoogte is 6 cm. Bereken de omtrek. = 10 cm en = 20 cm = 50 cm en = 12 cm = 5 cm en = 6 cm = 10 cm en = 6 cm

  23. In een rechthoekig trapezium is de kleine basis 20 cm en de grote basis 30 cm. De hoogte is 6 cm. Bereken de omtrek. = 10 cm en = 6 cm

  24. In een rechthoekig trapezium is de kleine basis 20 cm en de grote basis 30 cm. De hoogte is 6 cm. Bereken de omtrek. = 10 cm = 6 cm = cm = 9,54 cm = cm = 10,44 cm

  25. In een rechthoekig trapezium is de kleine basis 20 cm en de grote basis 30 cm. De hoogte is 6 cm. Bereken de omtrek. = 10 cm = 6 cm [CB] is de schuine zijde

  26. In een rechthoekig trapezium is de kleine basis 20 cm en de grote basis 30 cm. De hoogte is 6 cm. Bereken de omtrek. = 6 cm = 10,44 cm Omtrek = 66,44 cm Omtrek = 32,88 cm

  27. In een rechthoekig trapezium is de kleine basis 20 cm en de grote basis 30 cm. De hoogte is 6 cm. Bereken de omtrek. = 6 cm = 10,44 cm Omtrek = (20 + 6 + 30 + 10,44) cm

  28. Heb je alle resultaten genoteerd? Einde

More Related