1 / 57

Fotografie

Fotografie. Samenstelling Roland Demaerschalk. Principe van het fototoestel. Definitie. Fotograferen betekent letterlijk "schrijven met licht". Een fototoestel legt dus licht vast. Indeling. Volgens de beelddrager. Analoog Digitaal. Digitaal.

milt
Download Presentation

Fotografie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Fotografie Samenstelling Roland Demaerschalk

  2. Principe van het fototoestel Definitie Fotograferen betekent letterlijk "schrijven met licht". Een fototoestel legt dus licht vast.

  3. Indeling Volgens de beelddrager Analoog Digitaal

  4. Digitaal Beeld wordt samengesteld uit puntjes (pixels) waarvan de eigenschappen (plaats, kleur, lichtsterkte,.... worden bijgehouden in een computer bestand) Hoe meer pixels op eenzelfde oppervlakte. Hoe duidelijker de foto !

  5. Gebruiks technisch is digitaal en analoog fotograferen identiek !!!! Digitale voordelen: Resultaat onmiddellijk beschikbaar Drager is spotgoedkoop en herbruikbaar Bijwerken van het beeld is binnen het bereik van de meeste fotografen Professionele fotoboeken binnen ieders bereik Uitwisselen wereldwijd via internet mogelijk

  6. Digitale fototoestellen Soorten : Spiegelreflex SLR Hybride Compact Mini Smartphone

  7. Beeldkwaliteit Sluitersnelheid Diafragma Gevoeligheid Scherptediepte Zoom Belichting Focus (autofocus) Witbalans Zoeker Flits Onderwerpen

  8. Beeldkwaliteit De dichtheid van de pixels (dpi) bepaalt de kwaliteit van de foto. In te stellen door het totaal aantal pixels waaruit de foto gaat bestaan Bv. 6 Megapixels, 3 Megapixels, 12 Mpix,........ 2000 x 3000 1500 x 2000 3000 x 4000 Mogelijke instellingen zijn afhankelijk van het gebruikte toestel

  9. Beeldkwaliteit Welke instelling ??? Gebruik van photoshop of Gimp Gebruik het maximum van het toestel Papierafdrukken Gebruik het maximum van het toestel (druk je echter zelf, neem dan de kwaliteit van de printer) Fotoshows of powerpoint presentaties Gebruik de kwaliteit van de projector of het TV scherm Bij twijfel gebruik de grootst mogelijke dichtheid !!!

  10. Beeldkwaliteit Nadelen van grote dichtheid Minder foto’s op een geheugen kaart Gebruik van meer ruimte op de computer Moeilijker te transporteren via e mail Maar !!! Het aantal pixels (grootte van de foto) kan steeds verkleind worden, maar nooit vergroot zonder kwaliteitsverlies.

  11. Sluitersnelheid Is de tijd waarmee de lens opent en sluit en hoelang we onze sensor gaan blootstellen aan invallend licht. Te weinig licht betekent dat je detail verliest (verdwijnt in zwart), te veel licht ook (verdwijnt in wit). De sluitertijd van de camera bepaalt hoeveel detail je in een foto ziet. Maar ook hoe scherp of onscherp de foto er uit komt te zien. Wordt aangegeven in delen van een seconde Bv. 1/8 1/15 1/40 1/50 1/60 1/125 1/500 1/1000

  12. Onderwerp Fototoestel Bv. 1/8 1/15 1/40 1/50 1/60 1/125 1/500 1/1000 Statief Sluitersnelheid Keuze van de snelheid is afhankelijk van het onderwerp en het aanwezige licht. Tevens is de eventuele beweging van het fototoestel belangrijker dan de beweging van het onderwerp.

  13. 1/50 1/800

  14. 1.4 2 2.8 4 5.6 8 11 16 22 Iedere waarde is een verdubbeling of halvering van de hoeveelheid licht ten opzichte van de vorige of volgende waarde. Sommige toestellen hebben ook tussenliggende waarden De meeste compact toestellen hebben diafragma’s vanaf 2.8 ter beschikking Diafragma Een diafragma is een systeem met lamellen dat een regelbare opening voorziet voor onze objectieven met als doel de hoeveelheid invallend licht te kontroleren. Bij de kleinste waarde van het diafragma van een toestel is de lens volledig open. Bij de grootste waarde is de lens bijna volledig gesloten.

  15. Gevoeligheid De gevoeligheid van de sensor van onze digitale camera bepaalt de hoeveelheid licht nodig. Wordt uitgedrukt in ISO of ASA Hoe groter de gevoeligheid hoe minder licht hebben we nodig, maar hiervoor betalen we een prijs. Toename van ruis. Lage gevoeligheid: weinig ruis! Hoge gevoeligheid: matige tot sterke ruis (afhankelijk van de camera).

  16. Gevoeligheid • Extra lage gevoeligheid 25 en 50 ISO • Lage gevoeligheid 100 ISO • Gemiddelde gevoeligheid 200 en 400 ISO • Hoge gevoeligheid 800, 1600, 3200 ISO

  17. Scherptediepte Scherptediepte Wanneer een lens op een bepaald voorwerp scherpgesteld is, zijn ook voorwerpen binnen een bepaalde grens voor en achter het voorwerp in kwestie aanvaardbaar scherp. Dat totale bereik is de scherptediepte

  18. Scherptediepte Afhankelijk van • Brandpuntafstand van de lens • Afstand van onderwerp • Diafragma

  19. Scherptediepte

  20. 8 2.8

  21. Grote hoek Tele Zoom Optische zoom Zoomen laat toe de brandpuntsafstand en zodoende de openingshoek van de lens aan te passen Gewoonlijk uitgedrukt in mm Bv. 35 mm, 200 mm..... 35 mm geeft weer wat wij zien 50 mm geeft weer wat wij willen zien Meer dan 50 mm wat wij willen laten zien Digitale zoom Op elektronische wijze wordt een selectie uit het beeld uitvergroot om zo het onderwerp “dichterbij” te halen. Een aantal beeldpixels worden kunstmatig bijgemaakt waardoor detail verloren gaat.

  22. Belichtingsparameters • Sluitersnelheid • Diafragma • Gevoeligheid Gemeten licht Belichting De hoeveelheid licht nodig voor het vastleggen van het onderwerp op de sensor van het fototoestel. Gemeten door een lichtmeter. Is in de huidige toestellen ingebouwd en vraagt geen tussenkomst van de gebruiker.

  23. Belichtingsdriehoek

  24. Automatisch Half automatisch Manueel Mogelijkheden Toestel kiest de gevoeligheid, het diafragma en de sluitersnelheid. Kies de gevoeligheid en het toestel kiest het diafragma en de sluitersnelheid (P) Kies de gevoeligheid en de sluitersnelheid en het toestel kiest het diafragma (S) Kies de gevoeligheid en het diafragma en het toestel kiest de sluitersnelheid (A) Kies de gevoeligheid, het diafragma en de sluitersnelheid (M)

  25. Manueel Door verdraaien van de afstandsring van de lens. Splitprisma’s helpen voor het bepalen van de juiste stand Focus (Autofocus) Focus is het scherpstellen van een camera op een bepaald onderwerp wat zich in het beeld bevindt.

  26. Automatisch Bij half indrukken van de ontspanknop gaat het toestel scherpstellen op het gedeelte van het onderwerp dat in de zoeker gewoonlijk door een groen punt of rechthoek(en) aangegeven wordt.

  27. Naargelang het toestel kan het focuspunt verplaatst worden. Kan dynamisch insteld worden. Na focussen op een deel van het onderwerp, blijft het dit volgen tijdens zijn eventuele beweging.

  28. Witbalans Aandacht voor witbalans geeft betere foto's Met de witbalans kun je ervoor zorgen dat de kleuren in je foto's met de werkelijkheid overeenstemmen. Of de kleuren in balans zijn, zie je het makkelijkst aan wit. Neutraal wit moet neutraal wit zijn, niet koel wit of warm wit. Camera's zijn redelijk goed in staat deze balans zelf te vinden. (witbalansstand op auto) Bij kunstlicht is het helemáál gewenst om aan de camera op te geven om welke lichtbron het gaat. Je hebt huiskamergloeilampen, halogeenlicht, TL-buizen, PL-spaarlampen, led-verlichting, allemaal met hun eigen karakteristiek.

  29. Witbalans Mogelijke keuzes: Automatisch Blauwe lucht Bewolkte lucht (regen) Schaduw Zonlicht Wit fluorescerend licht Gloeilamp Zonsopgang en ondergang Kaarslicht Instellen volgens kleurtemperatuur

  30. Zoeker Doorzichtzoeker: een simpel lenssysteem die in een rechte lijn het voorwerp waarneemt, soms met een ingespiegeld kader. Spiegelreflexzoeker: door middel van een ingebouwde spiegel en prisma's wordt via het objectief een exact beeld verkregen van het te fotograferen voorwerp. Lcd scherm: kleurenschermpje in afmeting van 1" tot 3", al of niet beweegbaar voor kadering foto en aflezen andere gegevens. Dit schermpje wordt ook gebruikt voor de zgn. Live View weergave bij een digitale spiegelreflexcamera of hybride. Electronic view finder: hetzelfde als boven, maar dan via oculair afleesbaar. (hybride toestellen)

  31. Beeldstabilisator Analiseert de beweging van de camera en tracht deze te compenseren • Digitaal • Werkt in op sluitersnelheid en gevoeligheid. • (af te raden) • Optisch • Een mechanisme in de lens dat de trillingen van de camera analyseert en compenseert door een lenselement of de sensor in de tegenstelde richting te bewegen. Zo blijft het beeld stabiel.

  32. Flitser • Externe flitser • Alleen met aangepaste camera • Ingebouwde flitser Die is bedoeld voor gebruik in kleine ruimtes zoals thuis of voor buiten bijflitsen op korte afstand. Men ziet die flitsjes ook automatisch afgaan in gigantische kathedralen of sportarena’s. Daar haalt dat druppeltje licht natuurlijk niets uit, maar het veroorzaakt zelfs sterke onderbelichting omdat de sluiter van de camera automatisch op 1/60 s wordt gezet Regel Zet flits steeds uit. Zet de flits alleen aan voor opnames in gesloten ruimtes en onderwerpen tot max. 4-5 m.

  33. Tips Sta zo dicht als mogelijk bij je onderwerp Kontroleer de sluitersnelheid Stel scherp op je hoofdonderwerp Vermijdt tegenlicht

  34. Nog meer vragen ?

  35. Fotograferen..... Natuur Macro Actie

  36. Kaders

  37. Oneven

More Related