1 / 18

Externe verslaggeving

Externe verslaggeving. Leseenheid 3. Balans: actiefzijde. Vast: Immaterieel Materieel Financieel (leseenheid 6) Vlottend: Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen. Structuur. Vijf aspecten: Definitie (Stramien alinea 49 en volgende)

joanna
Download Presentation

Externe verslaggeving

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Externe verslaggeving Leseenheid 3

  2. Balans: actiefzijde • Vast: • Immaterieel • Materieel • Financieel (leseenheid 6) • Vlottend: • Voorraden • Vorderingen • Effecten • Liquide middelen

  3. Structuur Vijf aspecten: • Definitie (Stramien alinea 49 en volgende) • Verwerking (Stramien alinea 83 en volgende) • Presentatie • Waardering (Stramien alinea 100 en volgende) • Toelichting

  4. Immateriële vaste activa: definitie Definitie van een actief, volgens Stramien van Richtlijnen voor de jaarverslaggeving (RJ 930) alinea 49 sub a: “Een actief is een uit gebeurtenissen in het verleden voortgekomen middel, waarover de onderneming de beschikkingsmacht heeft en waaruit in de toekomst naar verwachting economische voordelen naar de onderneming zullen vloeien.” Definitie van een Immateriële vaste activa, volgens RJ 210.104: “Een immaterieel vast actief is een identificeerbaar niet-monetair actief zonder fysieke gedaante dat wordt gebruikt voor productie, aflevering van goederen of diensten, voor verhuur aan derden of voor administratieve doeleinden.”

  5. Immateriële vaste activa: verwerking Verwerkingscriteria, volgens Stramien alinea 83: “Een post die aan de definitie van een element voldoet, moet worden verwerkt indien: • het waarschijnlijk is dat enig aan die post verbonden toekomstig economisch voordeel naar of uit de onderneming zal vloeien, en • de post een kostprijs of waarde heeft waarvan de omateriële vaste activang met betrouwbaarheid kan worden vastgesteld.”

  6. Immateriële vaste activa: presentatie • Uitsplitsing in categorieën: • Oprichting en emissie • Onderzoek en ontwikkeling • Van derden verworven rechten • Van derden verkregen goodwill • Vooruitbetalingen op immateriële vaste activa

  7. Immateriële vaste activa: waardering • Historische kosten al dan niet verminderd met afschrijvingen • Reële waarde (fair value) • Bijzondere waardevermindering (impairment) • Wettelijke reserve

  8. Immateriële vaste activa: prijsgrondslag • Prijsgrondslag (Titel 9 Boek 2 BW, artikel 384 lid 1): • “… Als grondslag komen in aanmerking de verkrijgings- of • vervaardigingsprijs en de actuele waarde.” • Besluit actuele waarde, artikel 6: • “Een immaterieel vast actief kan slechts tegen de actuele waarde • worden gewaardeerd, indien: • het actief vanaf het moment van verkrijgen op de balans was opgenomen tegen kostprijs; en • voor het actief een liquide markt bestaat.”

  9. Immateriële vaste activa: afschrijving Wet: • Immateriële vaste activa met beperkte gebruiksduur: afschrijven naar gelang van de verwachte gebruiksduur (art. 386.4) • geactiveerde kosten van Oprichting en uitgifte van aandelen: afschrijven in maximaal 5 jaar • geactiveerde kosten van Onderzoek en ontwikkeling: naar gelang van de verwachte gebruiksduur (art. 386.3) • geactiveerde kosten van Goodwill: naar gelang van de verwachte gebruiksduur; indien (aanzienlijk) langer dan 5 jaar, toelichten (art. 386.3) RJ : • afschrijving op basis van geschatte economische levensduur; weerlegbaar vermoeden dat levensduur Immateriële vaste activa maximaal 20 jaar vanaf beschikbaar voor gebruik (RJ 210.401) IASB (IAS 38, alinea 72) keuze voor waardering op basis van: • cost model: • levensduur is eindig en vastgesteld: afschrijving op basis van levensduur (alinea 97) • levensduur eindig maar niet vast te stellen: geen afschrijving maar jaarlijks impairment. test (alinea 107) • revaluation model

  10. Immateriële vaste activa: impairment (1) • Bijzondere waardeverminderingen van Immateriële vaste activa (impairment): • realiseerbare waarde lager dan boekwaarde • Zijn er aanwijzingen dat er sprake is van impairment? • in principe per actief • zonodig per kasstroomgenererende eenheid • Zo ja: bepaal de realiseerbare waarde (hoogste van opbrengstwaarde en bedrijfswaarde) • Indien realiseerbare waarde lager dan boekwaarde: afboeken

  11. Immateriële vaste activa: impairment (2) • Duurzaamheid bijzondere waardevermindering? • Na een impairment: • Jaarlijks nagaan of er aanwijzingen zijn dat het verlies is verminderd • Zo ja: bepaal opnieuw realiseerbare waarde • Indien realiseerbare waarde hoger dan boekwaarde (door wijzigingen in schattingen/veronderstellingen): terugneming van waardevermindering (tot maximaal het bedrag dat de boekwaarde nu zou zijn geweest indien er geen impairment was geweest)

  12. Immateriële vaste activa: wettelijke reserve • Geactiveerde kosten van oprichting of emissie van aandelen • Geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling

  13. Immateriële vaste activa: toelichting • Waarderingsgrondslag • Prijsgrondslag • Afschrijving: • Methode • Gebruiksduur • Oorspronkelijke kostprijs en som van afschrijvingen, • Eventueel herwaarderingen en bijzondere waardeverminderingen • Mutatieoverzicht • Overige toelichtingen • Immateriële vaste activa met afschrijvingstermijn langer dan 20 jaar • Individuele Immateriële vaste activa die van groot belang zijn • Immateriële vaste activa met beperkte eigendomsrechten of die als zekerheid zijn gesteld • Verplichtingen uit hoofde van verwerving immateriële vaste activa • Ten laste van de winst- en verliesrekening gebrachte kosten van Onderzoek en ontwikkeling

  14. Materiële vaste activa (1) • Verwerking • Definitie actief • Juridische of economische eigendom? • Verwerkingscriteria • Te activeren kosten (initieel en later) • Tijdstip van activeren (bij bestelling of bij levering?) • Presentatie te onderscheiden naar • Bedrijfsgebouwen en –terreinen • Machines en installaties • Andere vaste bedrijfsmiddelen • Materiële vaste activa in uitvoering/vooruitbetalingen op materiële vaste activa • Niet in productieproces gebruikte materiële vaste activa

  15. Materiële vaste activa (2) • Waardering • Prijsgrondslag (Historische kostprijs of Actuele waarde) • Afschrijving • Onafhankelijk van het resultaat • Op basis van geschatte gebruiksduur en geschatte restwaarde • Lineair/degressief/progressief/naar rato van verbruik • Componentenbenadering met betrekking tot onderhoud • Levensduurherziening (jaarlijks; verschil (+/-) toerekenen resterende gebruiksduur) • Impairmenttest (individueel, dan wel per kasstroomgenererende eenheid) • Toelichting • Waarderingsgrondslag • Mutatieoverzicht • Som van afschrijvingen, eventuele herwaarderingen en waardeverminderingen • Eventuele beperking van rechten (financiële lease, hypotheek)

  16. Leasing • Voorbeeld van Substance over form • Soorten leasing (discussie: vervalt in de toekomst) • Operationele Lease ( huur) • Geen economisch risico voor lessee (huurder) • Off balance sheet verwerken (eventueel toelichting Niet in de balans opgenomen verplichting) • Financiële Lease ( koop + financiering) • Economisch risico voor lessee, bijvoorbeeld: • Leaseperiode dekt groot deel van geschatte gebruiksduur • Contante waarde minimale leasebetalingen bijna gelijk aan reële waarde object • Voordelige koop- of verlengingsoptie op/vanaf zeker moment • Lease-object is alleen geschikt voor gebruik door lessee • Lessee verwerkt • In balans: lease-object en daarmee samenhangende schuld tegen laagste van reële waarde en contante waarde minimale leasebetalingen • In winst- en verliesrekening: afschrijvings- en rentekosten

  17. Voorraden • Presentatie te onderscheiden naar • Grond- en hulpstoffen • Onderhanden werk • Gereed product en handelsgoederen • Waardering • Prijsgrondslag • Verkrijgings- of vervaardigingsprijs (met product matching voor zover mogelijk) • Actuele waarde • Goederenstroomveronderstelling (FIFO/LIFO/GGP (GGP: Gewogen Gemiddelde Prijs)) • Is LIFO toegestaan? IAS 2: Nee; art. 385.2: Ja; RJ 220.317: Ja, mits voldoende toegelicht, maar FIFO /GGP wordt aanbevolen • Eventuele waardecorrectie in verband met incourante voorraden • Minimumwaarderingsregel (afwaarderen indien verkoopwaarde < boekwaarde) • Waardering langlopende projecten • Percentage of completion-methode verplicht mits voldoende betrouwbaar • Anders completed contract-methode

  18. Vorderingen/effecten/liquide middelen • Vorderingen • Waardering tegen geamortiseerde kostprijs • Waardering langlopende vorderingen tegen contante waarde? • Waardecorrectie vorderingen voor risico oninbaarheid • Off balance sheet financiering (factoring/securitisatie): • Draagt onderneming nog economisch risico? • Effecten • Waardering tegen marktwaarde • Indien behorend tot handelsportefeuille: Ongerealiseerde resultaten in winst- en verliesrekening. • Anders: Ongerealiseerde resultaten in herwaarderingsreserve. • Waardering van langlopende beleggingen in obligaties (tot einde looptijd aangehouden) tegen geamortiseerde kostprijs • Waardering tegen kostprijs of lagere marktwaarde • Liquide middelen • Waardering tegen nominale waarde

More Related