1 / 34

Variatie in negatieve concordantie

Variatie in negatieve concordantie. Henri ëtte de Swart. NPIs en NC I. In veel gevallen lijken NPIs en NC hetzelfde te ‘doen’. Binnen één taal: Personne n’a rien dit à personne. Personne n’a dit quoi que ce soit à personne. Personne n’a rien dit à qui que ce soit. NPIs en NC II.

jaeger
Download Presentation

Variatie in negatieve concordantie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Variatie in negatieve concordantie Henriëtte de Swart

  2. NPIs en NC I • In veel gevallen lijken NPIs en NC hetzelfde te ‘doen’. • Binnen één taal: • Personne n’a rien dit à personne. • Personne n’a dit quoi que ce soit à personne. • Personne n’a rien dit à qui que ce soit.

  3. NPIs en NC II • Tussen talen heen: • Nobody said anything  • Personne n’a rien dit  • Mario non a parlato con nessuno (di niente) • Overeenstemming in waarheidscondities. • Is NPI licensing en NC hetzelfde proces?

  4. Vergelijkingen • In welk opzicht zijn NPIs en n-woorden hetzelfde? • In welk opzicht zijn NPIs en n-woorden verschillend?

  5. Overeenkomsten I • Overeenkomsten tussen NPIs en n-woorden. • Contekstafhankelijke interpretatie: relatie tussen verschillende elements in de zin. • Beide relevant in ‘negatieve’ conteksten, vaak met zinsnegatie. • Vaak dezelfde whc voor de zin, type: xy …

  6. Overeenkomsten II • Interventie effecten. • Personne n’a rien dit à personne. • Niemand heeft iets tegen iemand gezegd. • Personne n’a dit quoi que ce soit à personne. • ?Personne n’a tout dit à personne/qui ce ce soit.

  7. Overeenkomsten III • Soms lijken n-woorden ook als NPI op te treden (diachronische ontwikkeling). • Personne ne dit jamais rien. • Niemand zegt ooit iets. • Si jamais tu le vois, dis-lui de m’appeler. • Als je ‘m ooit ziet, zeg hem dan dat hij mij moet bellen. • As-tu jamais été à Paris? • Ben je ooit in Parijs geweest?

  8. Verschillen I • Verschillen tussen NPIs en n-woorden. • N-woorden hebben geen licenseerder nodig: ‘zelf’ licenserend. • Mario non ha visto nessuno. • Nessuno ha visto Mario. • Nessuno ha parlato con nessuno.

  9. Verschillen II • Zinnen kunnen vergelijkbare whc hebben, maar in elliptische conteksten hebben n-woorden een negatieve betekenis. • A: What did you see? • B: Nothing/*Anything. • A: Qué viste? B: Nada • A: Qu’est-ce que vous avez vu? • B: Rien/*Quoi que ce soit.

  10. Verschillen III • Geen lange afstands licensering voor n-woorden. NC is ‘clause bound’. • Personne n’a dit qu’il (n’)inviterait personne. xy/ *xy • Niemand heeft gezegd dat hij niemand zou uitnodigen. xy

  11. Verschillen IV • N-woorden alleen in anti-additieve conteksten, NPIs ook in mon en niet-veridicale conteksten. • Il ne dit jamais rien. • Hij zegt nooit iets. • Il dit rarement quoi que ce soit. • Hij zegt zelden ook maar iets. • #Il (ne) dit rarement rien.

  12. Verschillen V • Geen links/rechts of subject/object assymmetrie. • Personne n’a rien dit. • Niemand heeft iets gezegd. • Personne n’a dit quoi que ce soit. • *Qui que ce soit n’a rien dit.

  13. Links-rechts asymmetrie II • ‘Andere’ links-rechts asymmetrieën in Spaans: • Mario non ha visto nessuno. • Mario heeft niemand gezien. • * Mario ha visto nessuno. • Nessuno ha parlato con nessuno. • Niemand heeft met iemand gepraat.

  14. Samenvatting • Verschillen in rol als licensor:  versus  betekenis • Verschillen in licensee: anti-additief versus mon/niet-veridicaal. • Verschillen in licenseringsrelatie: verplicht contekst-afhankelijk of mogelijk zelf-licenserend; lange afstand of niet.

  15. Ladusaw (1992) • N-woorden zijn ‘zelf’ licenserende ‘sterke’ NPIs. • N-woorden betekenen x, maar dragen ook feature [neg] met zich mee. • [Neg] features worden ‘meegenomen’ naar boven in de boom; worden op zinsniveau geïnterpreteerd.

  16. Evaluatie • Wat zijn de sterke kanten van Ladusaw’s analyse? Motiveer! • Wat zijn de zwakke kanten van Ladusaw’s analyse? Motiveer!

  17. Sterke kanten • Verantwoording van overeenkomsten NPI en n-woorden: contekstafhankelijke interpretatie; whc xyz. • Verantwoording verschillen: ‘sterke’ NPI; ‘zelf’licenserend. • NC vs. DN: n-woorden versus negatieve kwantoren.

  18. Links-rechts asymmetrie • N-woord is NPI+[neg] feature. • Negatie moet bereik hebben over zin. • N-woord buiten VP: [neg] feature wijd bereik. • N-woord binnen VP: [neg] feature geen zinsbereik; zinsnegatie nodig voor zinsbereik.

  19. Zwakke kanten I • Spaans, Italiaans, Portugees: contrast tussen n-woord in pre-verbale en post-verbale positie: motiveert L’s analyse. • Zien we dat ook in andere Romaanse talen? • Zien we dat ook in niet-Romaanse talen?

  20. Verplichte negatie I • Negatie altijd verplicht in Roemeens, Grieks, Afrikaans, etc. • Nimeni nu a venit. [Roemeens] • Niemand niet is gekomen. • *Nimeni a venit. • Nu a venit nimeni. • *A venit nimeni.

  21. Verplichte negatie II • Jan het gehoop dat niks met hom sou gebeur nie. [Afrikaans] • Sy hou nooit op met werk nie.

  22. Verplichte negatie III • I Ilektra dhen enekrine kanena sxedhio. [Grieks] • Electra niet goedkeurde geen plan. • *I Ilektra enekrine kanena sxedhio. • Kanenan dhen idha. • Nobody not saw. • *Kanenan idha.

  23. Verplichte negatie IV • ‘ne’ verplicht in geschreven/formeel Frans. • Il a rien dit. [spreektaal] • Il n’a rien dit. [geschreven taal] • ‘Hij heeft niks gezegd’ • Wat is de status van ‘ne’?

  24. Drukt ‘ne’ negatie uit? • ‘Negatief ne’: savoir, pouvoir • Je ne saurais vous donner la réponse à votre question. Ik zou u niet het antwoord kunnen geven op uw vraag. • Verder: zonder pas of personne/rien, etc geen negatie. • *Il ne vient. Il ne vient pas. • Hij komt niet.

  25. Typologie • N-woorden verschillen tussen talen in hun combinatie met zinsnegatie. NPIs in principe cross-linguïstisch gelijk. • Zinsnegatie verplicht (Grieks, Roemeens). • Contrast preverbaal/postverbaal (Sp/It/Port). • Geen combinatie met zinsnegatie pas (Frans).

  26. Zwakke kanten II • Geen verklaring voor ambiguïteit DN/NC in Frans. • Personne n’a rien payé • = Niemand heeft iets betaald [NC] • = Niemand heeft niets betaald [DN] • Personne n’est le fils de personne • Niemand is de zoon van niemand

  27. Alternatieve analyse • Ladusaw: focus op vergelijkbaarheid met NPI en contrast met negatieve kwantor. • Alternatief: focus op vergelijkbaarheid met negatieve kwantor, en verschil met NPI.

  28. Varianten • Zanuttini (1991): negatieve absorptie •    • Déprez (2000): cumulatieve analyse van telwoorden. |AB| = 0 • De Swart & Sag (2002): resumptie. • Nox, Noy, Noz Nox,y,z

  29. Evaluatie • Overeenkomsten: in alle gevallen interpretatie van n-woord als negatief. • Verschillen: implementatie/techniek. • Sterke kanten? • Zwakke kanten?

  30. Sterke kanten • Verantwoording van elliptisch gebruik en ‘zelf’licenserend vermogen door inherent negatieve interpretatie. • Mogelijke verantwoording van DN en NC binnen één taal. • Niet alleen Frans, ook Welsh

  31. Welsh DN en NC • Welsh is NC taal, maar laat ook DN lezingen toe. • Doesneb yn caru neb. [Welsh] NEG.is no-one Prog love no-one. = No one loves anyone [NC] = No one loves no one [DN]

  32. Sterke kanten II • Licensering n-woord niet afhankelijk van negatie, dus minder gevoelig voor cross-linguïstische variatie. • Andere verklaring mogelijk voor pre-verbaal/post-verbaal contrast in Spaans, etc. versus verplichte negatie in Grieks, etc. • Rol van pas in varianten van het Frans.

  33. Zwakke kanten • Nadeel: niet-compositioneel (Zanuttini) • Of technisch complex (polyadische kwantificatie). • Geen verklaring voor gebruik n-woord als NPI (in vraagzinnen, conditionals, etc.), en voor diachronische ontwikkeling.

  34. Hoe verder? • Is het mogelijk om te kiezen tussen analyse in termen van NPI en analyse in termen van negatieve kwantor? Motivatie! • Hoe verantwoorden we typologie van negatie? OT analyse.

More Related