1 / 13

HET PEDAGOGISCH IDEAAL Een visie voor GroenLinks

HET PEDAGOGISCH IDEAAL Een visie voor GroenLinks. Siebren Miedema. ASPECTEN VAN HET IDEAAL I. Het pedagogische doel van het onderwijs Weg met de verderflijke marktideologie ! Vragers en primaire dragers m.b.t. de school Scholen in context met relatieve autonomie

ivi
Download Presentation

HET PEDAGOGISCH IDEAAL Een visie voor GroenLinks

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. HET PEDAGOGISCH IDEAALEenvisievoorGroenLinks Siebren Miedema

  2. ASPECTEN VAN HET IDEAAL I • Het pedagogischedoel van het onderwijs • Weg met de verderflijkemarktideologie! • Vragers en primairedragers m.b.t. de school • Scholen in context met relatieveautonomie • Verantwoordingafleggen over het totaal & de rol van de Inspectievoor het Onderwijs • De kwaliteit van de leer-krachten, het opleidingsonderwijs (scholing, en na- en bijscholing), de kwantiteit, status

  3. ASPECTEN VAN HET IDEAAL II • Onderwijsstructuur in een post-verzuildesamenleving (duaalstelsel of alleonderwijsbijzonder?) • Coöperaties van scholen (b.v. DE Brede School) • Gevuldeburgerschapsvorming, dusinclusieflevensbeschouwelijkevorming • De rol van de overheid: politiek-pedagogischverantwoordelijkals facilitator

  4. HET DOEL • Het doel van het algemeenvormendonderwijs is bijtedragenaan de identiteitsontwikkeling of persoonvorming van kinderen en jongeren in bredezin (holistisch/integratief). • Meerderevormingsgebieden: cognitief, moreel, expressief, manueel, praktisch, levensbeschouwelijk, sociaal-emotioneel, burgerschap. • Het individuele & het sociale aspect bijeen • Zezoookvoorbereiden op eenplaats in de maatschappij

  5. DE MARKTIDEOLOGIE • Spreken in termen van onderwijsalsmarkt en de school alsbedrijf (start in de jaren 90; eerst de VVD en alrasook de PvdA – Netelenbos - en andere partijen; dat is funestomdatzo het eigene van het onderwijs, en van de school alsgemeenschapzoekraakt • Geenpedagogischedoelstelling , maarlouteraansluiting op de arbeidsmarkt; in overheids- en schoolbeleidzien we notiesals: consument, produkt, in de marktzetten, outputkwantifikatie, et cetera.

  6. KERNVAKKEN VERSUS VORMING? In het huidigebeleid van Minister Van Bijsterveldtstaatde kenniseconomiecentraal: • Nadruk op toetsen op meten • Actieplan: Beterpresteren; meernadruk in p.o. en v.o. op de kernvakkenNederlands, Engels, wiskunde en science • Geen 4 maar 2 profielen in de bovenbouw van havo/vwo (alfa en bètaweerterug) • Meer aandacht en gerichteondersteuning top 20% leerlingen met excellenteleerprestaties • PISA [vgl. van onderwijsprestaties in het v.o. van 15 jarigen]: cijfersvoorleesvaardigheid {10}, wiskunde {11}, natuurwetenschappen {11}

  7. VRAGERS EN DRAGERS • Ouders en/of leerlingen: schoolkeuze op basis van eenduidelijkbeeld van de (brede) identiteit van de school (organisatie, pedagogisch-didactische-, maatschappelijke -en levensbeschouwelijkevisie) • Primaireinhoudelijkedragers en verantwoordelijken van een school zijn de pedagogische professionals, het team leerkrachten met de schoolleider (de deskundigen) • Besturen, deel- of gemeenteraden, koepelorganisatiesfaciliterendhierbij versus eigen (machts)belangen

  8. SCHOLEN IN CONTEXT • Allescholenzijn in die zinbijzonder: eigennis (wijk, dorp/stad, regio), eigenbiografie, ditdocententeam • Relatief-autonome status tussengezin en overheid (in de interferentiezone, het socialedomein) • Binnen het overheidskaderzelfstandigevormgeving van deze en gene school alspedagogischinstituut en enalsvormingsgemeenschap

  9. VERANTWOORDING AFLEGGEN • Maatschappelijkeverantwoordingsplicht (immersbekostiging door de samenleving) • Over alleswater in de school plaatsvindt, ook op facultatieve basis • Dus: inclusief de godsdienstige of levensbeschouwelijkevorming, en ookindiendezebuiten de directepedagogischeverantwoordelijkheid van de school en de leerkrachtenvalt, zoals in het openbaaronderwijs (spanningspunt) • Bekostigingprimairnaar het primaire OW-proces!

  10. DE INSPECTIE • En kritisch-constructief tegenover met als oogmerk de gelegitimeerde keuzes van de school/het team te versterken, te verbeteren of – op basis van deskundige kind -, zaak - en samenlevingskennis ter zake van het betreffende onderwijstype - suggesties te doen voor verdere reflectie, methodenkeuze of praktijkvormgeving binnen de school/het team (spiegelfunctie en blikverruiming)

  11. LEERKRACHTEN:KWALI EN KWANTI • Empirisch aangetoond: de kwaliteit doet er zeer toe bij leer- en ontwikkelingsprocessen van leerlingen • De hoogste eisen stellen aan de opleiding (vgl. Finland, de Universitaire Pabo’s) • Geen onbekwamen, maar vooral ook geen onbevoegden meer voor de klas • Genoeg professionele leerkrachten en de bijpassende maatschappelijke waardering en betaling voor het beroep

  12. ONDERWIJSSTRUCTUUR EN -INHOUD • Postverzuilde samenleving • Nieuwe eisen aan het stelsel stellen? Sinds 1848 is dat duaal: openbaar en bijzonder. Nationaal, of alle onderwijs bijzonder? • Coöperaties van scholen stimuleren (niet de term ‘samenwerkingsscholen’ hanteren, is besmet geraakt in het verleden; vgl; DE Brede School in A’dam Z-O) • Brede invulling van burgerschapsvorming (incl. levensbeschouwelijke vorming in het curriculum als vak- en/of vormingsgebied)

  13. DE ROL VAN DE OVERHEID • Niet volstrekt weg gedereguleerd of louter neo-liberale marktideologie • Politiek-pedagogischefacilitator met een visie op onderwijs in onze liberaal-democratische samenleving in de 21ste eeuw • Inderdaad (cie Dijsselbloem) dienen overheid en politiek zich uitsluitend te richten op het ’wat’, en dan alleen op (onderwijs-)politieke hoofdlijnen, en niet op het ‘hoe’; daar zijn de scholen/de professionals zelf voor verantwoordelijk • Geen ondoordachte en theoretisch en empirisch niet onderbouwde nationale innovatieplannen lanceren • Niet ‘elke 4-jaar weer een geheel anders’-beleid: continuïteit en gerichte/doordachte veranderingen

More Related