1 / 21

Hoe passen stepped care en collaborative care binnen het patiëntenperspectief?

Hoe passen stepped care en collaborative care binnen het patiëntenperspectief?. Peter F M Verhaak. Angst en depressie: Voorkomen en behandeling. 12-mnd Prevalentie 1 : Depressie 7,6% Angst 12,4% Contact met een hulpverlener 2 : Depressie 69% 1e lijn 60% 2 e lijns GGZ 20%

gibson
Download Presentation

Hoe passen stepped care en collaborative care binnen het patiëntenperspectief?

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoe passen stepped care en collaborative care binnen het patiëntenperspectief? Peter F M Verhaak

  2. Angst en depressie: Voorkomen en behandeling • 12-mnd Prevalentie1: • Depressie 7,6% • Angst 12,4% • Contact met een hulpverlener2: • Depressie 69% • 1e lijn 60% • 2e lijns GGZ 20% • Angst 55% • 1e lijn 47% • 2e lijns GGZ 14% 1Bron: Nemesis 1997 2Bron: NESDA 2005

  3. Wat gaat er mis? • Niet iedereen zoekt hulp • Niet iedere stoornis wordt gesignaleerd bij hulp zoeken • Niet iedere patiënt ontvangt gepaste behandeling • Niet iedere patiënt die behandeling krijgt, is therapietrouw

  4. Niet iedereen zoekt hulp Ideeën over angst en depressie • Oorzaak: niet organisch maar psychologisch of door omgeving bepaald • Deel van respondenten ziet hun depressie als stabiel persoonlijkheidskenmerk • Geprefereerde behandeling: psychologisch, geen psychofarmaca • “gezonden” staan afwijzender tegenover medisch-biologische benadering dan mensen die een depressie of angststoornis hebben meegemaakt Bron: Prins e.a. 2008

  5. Niet iedereen zoekt hulp Respondenten NESDA-1e lijn (N=743) met angst of depressie: behandeling in 6 mnd Bron: van Beljouw e.a. submitted

  6. Niet iedereen zoekt hulp Zorgbehoeften van mensen met angst of depressie die geen hulp kregen, maar wel wilden, in 6 mnd.

  7. Niet iedereen zoekt hulp Reden waarom mensen met angst of depressie, én een zorgbehoefte, geen hulp zochten in 6 mnd.

  8. Niet iedereen zoekt hulp Ernst van angst (BAI), depressie (IDS) en disfunctioneren (WHODAS) bij 3 groepen onbehandelden en bij behandelden

  9. Niet iedereen zoekt hulp Kenmerken van persoon met angst of depressie met onvervulde zorgbehoefte • Relatief vaak niet in Nederland geboren • Relatief eenzaam • Minder groot sociaal netwerk

  10. 57% van de mensen met angst of depressie krijgen een behandeling

  11. Niet iedere stoornis wordt gesignaleerd % Mensen met angst en/of depressie van wie de diagnose geregistreerd was in het HIS (N=275) (N=148) (N=298) Bron: Smolders et al. submitted

  12. Niet iedere patiënt ontvangt gepaste behandeling % mensen met angst en/of depressie dat conform de richtlijn behandeld werd (N=275) (N=148) (N=298) Bron: Smolders et al. submitted

  13. Niet iedere patiënt ontvangt gepaste behandeling Patiëntfactoren die de kans op gepaste zorg beïnvloeden • Behoeften van de patiënt • Psychisch probleem zelf als zodanig ervaren • Behoefte aan info, medicatie, counseling, verwijzing • Vertrouwen van de patiënt in professionele hulp • Positieve ervaringen met hulpverlener • emotionele steun, patiëntgerichtheid • Klinische factoren • Comorbiditeit van angst en depressie • Bij dysthymia, MDD single, GAD • Negatief bij uitsluitend angststoornis • Algemeen disfunctioneren

  14. Niet iedere patiënt ontvangt gepaste behandeling Kenmerken van arts- en praktijk-organisatie die het geven van gepaste zorg beïnvloeden • Positieve houding t.a.v. opsporen van depressie • Optimistische houding t.a.v. hindernissen die een arts ontmoet bij het implementeren van nieuwe richtlijnen • Samenwerking met AMW of ELP of SPV

  15. Niet iedere patiënt is therapietrouw Behoeften van behandelde patiënten en verkregen behandeling (N=423) Bron: Prins et al. in press

  16. Niet iedereen zoekt hulp De helft van degenen die geen hulp zoeken, vinden dat zelf niet nodig Gezien de relatief geringe ernst van hun symptomen, voelen ze de meesten dat goed aan De helft die geen hulp zoekt maar wel een zorgbehoefte heeft, is relatief vaak eenzaam en buitenlander Wat gaat er mis vanuit de optiek van de cliënt (I)

  17. Niet iedere stoornis wordt gesignaleerd bij hulp zoeken De meest ernstige stoornissen worden wel gesignaleerd Wat gaat er mis vanuit de optiek van de cliënt (II)

  18. Niet iedere patiënt ontvangt gepaste behandeling De meest ernstige stoornissen ontvangen wel gepaste behandeling Patiënten met vertrouwen in GGZ en hun huisarts ontvangen eerder gepaste zorg Patiënten die in zijn voor medicatie etc. ontvangen gepast zorg Samenwerking met andere eerstelijns GGZ bevordert gepaste behandeling Wat gaat er mis vanuit de optiek van de cliënt (III)

  19. Niet iedere patiënt die behandeling krijgt, is therapie-trouw Patiënten krijgen in het kader van gepaste zorg niet altijd aangeboden wat ze prefereren: counseling en informatie, in mindere mate verwijzing en vaardigheden Het enige wat ze meer krijgen dan ze willen: medicatie Wat gaat er mis vanuit de optiek van de cliënt (IV)

  20. Wat zijn zinnige verbeteringen? • Een genuanceerde vorm van opsporing van mensen met een behandelwens • Een aanbod dat het eenzijdig farmacologische overstijgt • Een bewustmaking van de cliënt van noodzaak en mogelijkheden van behandeling • Betere patiëntenvoorlichting • Een systeem van “watchful monitoring” • Investeer in patiëntenvertrouwen

  21. Hoe krijgen dergelijke verbeteringen gestalte? • Gerichte opsporing in huisartspraktijk • Mogelijkheid voor één of twee explorerende gesprekken, b.v. met POH-GGZ, ten behoeve van probleemverheldering, voorlichting • Mogelijkheid voor motiverende benadering • Mogelijkheid voor counseling en andere kortdurende psychologische interventies in de huisartspraktijk (door POH-GGZ, SPV, AMW of ELP) • Een goede dossierbewaking (EPD) • Een goede achterwacht (liaison psychiatrie, afspraken met 2e lijns GGZ

More Related