1 / 40

les 4

A. F s ·cos 71,6°. B. 2 kN. D V. C. 280. F s. F s ·sin 71,6°. D H. 400. E. 740. Sterkteleer … dagelijkse kost !. les 4. Spanning en vervormingen bij buigbalken. vormen van belastingen.

eshana
Download Presentation

les 4

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. A Fs·cos 71,6° B 2 kN DV C 280 Fs Fs·sin 71,6° DH 400 E 740 Sterkteleer … dagelijkse kost ! les 4 Spanning en vervormingen bij buigbalken les 3

  2. vormen van belastingen Op de volgende slides staan gedachtenexperimenten om vast te stellen welke vormen van belastingen in een onderdeel werkzaam zijn. les 3

  3. vormen van belastingen trek of druk afschuiving P V V P (axiale belasting) buiging torsie T T M M Belasting op … les 3

  4. vormen van belastingen trek of druk afschuiving torsie buiging les 3

  5. vormen van belastingen het vaststellen van trek- of drukbelasting: het telescopische buis-experiment trek of druk afschuiving torsie buiging les 3

  6. vormen van belastingen trek of druk afschuiving torsie buiging het vaststellen van afschuiving: het experiment met de natte glasplaten olie les 3

  7. vormen van belastingen het vaststellen van buiging: het experiment met de vinger in de sleuf Auw!! trek of druk afschuiving torsie buiging les 3

  8. vormen van belastingen het vaststellen van torsie: het lichtlopende scharnier trek of druk afschuiving torsie buiging les 3

  9. vormen van belastingen trek of druk afschuiving torsie buiging • Oefening • bepaal welke vormen van belasting werken op de • boog • pees • arm van de schutter • pijl les 3

  10. vormen van belastingen • krachten die een staaf op trek of druk belasten noem je ook wel normaalkrachten. • krachten die een balk op afschuiving en buiging belasten noem je dwarskrachten. les 3

  11. Herhaling: spanning 32 N 32 N les 3

  12. Herhaling: spanning 32 N 4 mm 32 N 4 mm les 3

  13. Herhaling: spanning 32 N 8 N (4x) 2 mm 2 mm les 3

  14. Herhaling: spanning 32 N 2 N (16x) 1 mm 1 mm les 3

  15. Normaalspanning 32 N 2 N (16x) 1 mm 1 mm In een 2D-aanzicht teken je dit als: linkerdeel 2 MPa 32 N rechterdeel 32 N 2 MPa • Normaalspanning • Normaalspanning werkt loodrecht op het vlak van de doorsnede • In staven is normaalspanning de enige soort spanning die kan werken • Formule • formule: • heet “sigma” • eenheid van spanning: N/mm2 = MPa les 3

  16. Het berekenen van een spanning • Er bestaan in principe twee soorten spanningen: • normaalspanningen: deze werken loodrecht op het vlak van de doorsnede • schuifspanningen: deze werken in het vlak van de doorsnede les 3

  17. Herhaling: spanning 36 N les 3

  18. Schuifspanning 36 N 32 N 4 mm 4 mm les 3

  19. Schuifspanning 9 N (4x) 2 mm 2 mm les 3

  20. Schuifspanning 2,25 N (16x) 1 mm 1 mm les 3

  21. Schuifspanning 1 mm 1 mm In een 2D-aanzicht teken je dit als: linkerdeel 2,25 MPa 32 N 2,25 N (16x) rechterdeel 2,25 MPa • Schuifspanning • Schuifspanning werkt in het vlak van de doorsnede • In staven kan in een loodrechte doorsnede nooit een schuifspanning werken • In belaste balken werken altijd schuifspanningen • Formule • formule voor gemiddelde schuifspanning: • heet “tau” • eenheid van spanning: N/mm2 = MPa les 3

  22. Vergelijking normaal- en schuifspanning les 3

  23. Momenten werklijn van F F Arm van een kracht De arm r van een kracht F ten opzichte van een punt P is de loodrecht gemeten afstand (in mm) van de werklijn van F tot dat punt P. P r Eenheid van lengte In de sterkteleer gebruiken we altijd de millimeter als eenheid van lengte, tenzij anders vermeld. les 3

  24. Momenten werklijn van F F Moment Het moment van een kracht F ten opzichte van een punt P is gedfiniëerd als: MP=Fr P r Eenheid van moment kracht x arm dus: Newton·millimeter symbool: N·mm of Nmm les 3

  25. Momenten Positief / negatief moment Een kracht heeft een positief moment ten opzichte van een punt P wanneer die kracht een voorwerp linksom dat punt P wil laten draaien. + _ P Moment negatief Moment positief les 3

  26. Koppels en koppelmomenten Twee even grote, evenwijdige, tegengesteld gerichte krachten vormen een koppel. Koppels hebben de neiging voorwerpen aan het draaien te brengen. 3N 20 3N 20N 16 20N les 3

  27. Koppels en koppelmomenten les 3

  28. Koppels en koppelmomenten Het koppelmoment M t.o.v. punt A is de som van de momenten van beide krachten t.o.v. A. Omdat beide krachten even groot zijn geldt: F1=F2=F B 15 F1 F1 10 10 F2 F2 20 A les 3

  29. Koppels en koppelmomenten F1 Omdat beide krachten even groot zijn geldt: F1=F2=F A x a F2 Conclusie Voor de berekening van het koppelmoment is kennelijk alleen de onderlinge afstand a (in mm) van belang! Dus M=F·a. a noemen we de arm en wordt gemeten in mm. les 3

  30. Aanduiding van koppel met een cirkelpijl 3N wordt verkort geschreven als 20 60 Nmm 3N M = Fa = 60 Nmm les 3

  31. Let op! moment van een kracht t.o.v. een punt moment van een koppel 3N 3N 20 20 3N M = F·a = 60 Nmm M = F·a = 60 Nmm Maak niet de fout door te berekenen: M = 6·20 = 120 Nmm les 3

  32. Gebruik van de cirkelpijl voor het aanduiden van een koppel 10 N 20 N 20 N 10 N 40 80 Dit: 800 Nmm 40 kan bijvoorbeeld veroorzaakt worden door of les 3

  33. Oefening 1 784,8 N 784,8 N 0,3 m 0,3 m Gegeven: Een constructie van massieve stangen (diameter 30 mm) draagt twee kaartautomaten van 80 kg. Verwaarloos het gewicht van de stangen. Gevraagd: Bereken de normaalspanning en de gemiddelde schuifspanning in doorsnede S en in doorsnede Q. S 0,2 m Q les 3

  34. Oefening 1 784,8 N 784,8 N 0,3 m 0,3 m • In de doorsnede kunnen in principe werken: • een horizontale kracht • een verticale kracht • een koppel ∑ Fx=0 HQ=0 ∑ Fy=0 VQ – 784,8 – 784,8 = 0 dus VQ= 1569,6 N ∑ MQ=0 MQ – 0,3· 784,8 +0,3· 784,8 = 0 dus MQ=0 S Q HQ MQ VQ les 3

  35. Oefening 1 784,8 N 784,8 N 0,3 m 0,3 m • In de doorsnede kunnen in principe werken: • een horizontale kracht • een verticale kracht • een koppel ∑ Fx=0 HQ=0 ∑ Fy=0 VQ – 784,8 – 784,8 = 0 dus VQ= 1569,6 N ∑ MQ=0 MQ – 0,3· 784,8 +0,3· 784,8 = 0 dus MQ=0 S Q 1569,6 N les 3

  36. Oefening 1 784,8 N 784,8 N 0,3 m 0,3 m • In doorsnede Q werkt dus: • een verticale kracht: dit is een normaalkracht • geen horizontale kracht, dus geen dwarskracht • geen koppel • In Q werkt dus alleen een normaalspanning, die gelijkmatig verdeeld is over de doorsnede. S Q 2,22 MPa oppervlakte van de cirkelvormige doorsnede les 3

  37. Oefening 1 784,8 N 784,8 N • In doorsnede S werkt: • een verticale kracht: dit is een dwarskracht • geen horizontale kracht, dus geen normaalkracht • een koppel ∑ Fx=0 HS=0 ∑ Fy=0 VS – 784,8 = 0 dus VS= 784,8 N ∑ MS=0 MS – 0,2· 784,8 = 0 dus MS=156,96 Nm S 156,96 Nm 0,2 m les 3

  38. Oefening 1 784,8 N 784,8 N De dwarskracht in doorsnede S maakt dat er in de doorsnede een gemiddelde schuifspanning werkt van: S 156,96 Nm Het buigend koppel zorgt voor buigspanningen. Hoe we die moeten berekenen zien we later! 0,2 m les 3

  39. Oefening 1 784,8 N De dwarskracht in doorsnede S maakt dat er in de doorsnede een gemiddelde schuifspanning werkt van: 1,11 MPa Het buigend koppel zorgt voor buigspanningen. Hoe we die moeten berekenen zien we later! Ze zijn hier nog niet ingetekend. 0,2 m les 3

  40. Oefening 1 784,8 N De dwarskracht in doorsnede S maakt dat er in de doorsnede een gemiddelde schuifspanning werkt van: 1,11 MPa Het buigend koppel zorgt voor buigspanningen. Hoe we die moeten berekenen zien we later! Ze zijn hier nog niet ingetekend. 0,2 m les 3

More Related