1 / 18

Verbaalstam en tijdstam

Verbaalstam en tijdstam. Verbaalstam en tijdstam. in de oefeningen tot nu toe waren verbaalstam en tijdstam gelijk… nu leren we bij: verbaalstam = als het ware het DNA van het Griekse werkwoord, de oer-betekenisdrager tijdstam = verbaalstam + …. praesens imperfectum verbaalstam + s.

elyse
Download Presentation

Verbaalstam en tijdstam

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Verbaalstam en tijdstam

  2. Verbaalstam en tijdstam • in de oefeningen tot nu toe waren verbaalstam en tijdstam gelijk… • nu leren we bij: • verbaalstam = als het ware het DNA van het Griekse werkwoord, de oer-betekenisdrager • tijdstam = verbaalstam + …

  3. praesens imperfectum verbaalstam + s • praesensstam • aoriststam =

  4. oefening 10.3 a (G. p. 11) • Vertaal: • imperfectum met OVT (ik riep) • aorist met VTT (ik heb geroepen)

  5. a1. deiknuvasin pres.: ze tonen ejvdeixan aorist: ze hebben getoond 2. ejdeivknumen imperf.: wij toonden ejdeivxamen aorist: wij hebben getoond 3. ejklevyate : aorist: jullie hebben gestolen ejklevptete: imperf.: jullie stalen 4. ejvsthsa: aorist: ik heb opgesteld iJsthmi: pres.: ik stel op

  6. 5. sw/vzete : jullie redden (pres.) ejswvsate: jullie hebben gered 6. ejnovmisan: ze hebben gemeend nomivzousin: ze menen 7. ajpovllumen: wij doden ajpwlevsamen: wij hebben gedood 8. tavttousin: ze stellen op ejvtaxan: ze hebben opgesteld

  7. oef. 10.3 b (G. p. 11) 1. deiknu- nu 2. deiknu- 3. klept- pt 4. iJvsth i 5. i subscriptum en z 6. z 7. o en l, u 8. tag- tt

  8. 1. hij vindt 2. jullie hadden 3. ze menen 4. ze kozen/grepen 5. ik zag geen uitweg/ze… 6. ze doden g) 1. euJrisk- 2. ejc- 3. oij- 4. aiJre- 5. ajpore- 6. ajpollu- rest: nummeren: thuis maken.

  9. 7. Ze geven 8. Jij bewaakt 9. Ze praten 10. Zij plaatsen 11. Ik onderzoek 12. Wij worden g) 7. dido- 8. fulatt- 9. dialeg- 10. tiqe- 11. skept- 12. gign-

  10. d) 1. ik heb gezonden 2. hij heeft ontvangen 3. hij heeft getoond 4. wij hebben gered 5. ze hebben een veldtocht ondernomen 6. jullie hebben losgemaakt d) 1. pemy 2. dex 3. deix 4. sws 5. strateus 6. lus

  11. Kader p. 12 verbaalstam sw- presensstam aoriststam sw/z- sws- presens imperfectum aorist swv/zomenejswv/zomen ejswvsamen

  12. 10.4 oefeningen bij kenmerken presensstam (p. 15) • a) • 1. deiknunai presensstam: deiknu- • 2. decesqai presensstam: dec- • 3. ojllunai presensstam: ojllu- • 4. iJstanai presensstam: iJsta- • 5. bohqei:n presensstam: bohqe- • 6. boa:n presensstam: boa-

  13. g)

  14. g) lange verbaalstam

  15. d) • 1. ej-peira-e-to imperf. hij probeerde • 2. ej-crh-s-a-to aor. hij heeft gebruikt • 3. ej-qea-o-meqa imperf. wij keken • 4. hjdike-o-meqa imperf. wij leden onrecht • 5. hJgh-s-a-sqe aor. jullie hebben geleid/gemeend/…

  16. d) • rest: 6-20 als extra oef.

  17. De vertaling van de ind. aorist p. 15 • verleden feit: “hebben / zijn” • verhaal: “ik riep” (ovt) • bijzin: “hadden/waren”

  18. 10.5 Over Prometheus en Epimetheus p. 16 Titanen: Oceanos x Thetis Kronos Japetos Klumene Zeus Klumene en Japetos: 4 kinderen Atlas Menoitios Prometheus Epimetheus

More Related