1 / 10

Verbindingen

Verbindingen. Klas 4. Roosters. Kristalrooster : regelmatig patroon van deeltjes in een vaste stof Metalen – Alleen metalen Zouten – Metaal met een niet metaal Moleculaire stoffen – Alleen niet-metalen. Metalen.

davin
Download Presentation

Verbindingen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Verbindingen Klas4

  2. Roosters • Kristalrooster: regelmatig patroon van deeltjes in eenvastestof • Metalen – Alleenmetalen • Zouten – Metaal met eennietmetaal • Moleculairestoffen – Alleenniet-metalen

  3. Metalen • Metaalbinding: Binding waarbij de positieve metaalionen bij elkaar gehouden worden door de vrije, negatieve, elektronen  behoorlijk sterk • Door de vrije elektronen geleiden metalen stroom • Metaalrooster: regelmatige rang- schikking van metaalatomen. Kunnen over elkaarschuivenzonder tebreken vervormbaarheid

  4. Ionen • Ionrooster: regelmatigerangschikking van positieve (metaal) ionen en negatieve (nietmetaal) ionen. • Kristalrooster van eenzout • In vastevormgeenvrijeelektronen geengeleiding • + en – trektelkaaraan  zeer sterke binding • Hoogsmeltpunt

  5. Moleculairestoffen • Molecuulbinding (vanderwaals krachten): Binding TUSSEN moleculen. • Zeerzwak laagsmeltpunt • Ontstaat door aantrekkingskracht • Hoe groter het molecuul, hoe hoger de massa, hoe hoger de aantrekkingskracht, hoe hoger het smeltpunt • Molecuulrooster: regelmatigerangschikking van niet-metalen. Zeerzwakkebindingen, dussmeltensnel.

  6. Atoombinding • Binding IN moleculen, dus TUSSEN atomen • Bestaatuiteengemeenschappelijkelektronenpaar • Covalentie hoeveelelektronenpareneenstofheeft

  7. Delta min en Delta plus • δ- en δ+ • Als de enestof harder aan de elektronentrektdan de anderestof • Verschillendeelektronegativiteit  Binas 40 A • Polaire binding = binding waarbijereenverschil is in elektronegativiteit sterkere binding  hogersmeltpunt • Dipoolmolecuul: Molecuul met eenδ- en δ+kant

  8. Polair en A-polair • Dipoolmolecuul: Molecuul met eenδ- en δ+kant • Afhankelijk van de ruimtelijkestructuur! • Polairestof moleculenzijndipolen • Apolairestof  moleculenzijngeendipolen

  9. Polairebindingen • Dipool-dipoolbinding: extra krachttussendipoolmoleculen • Extra binding  hogersmeltpunt • Dipool-ionbinding: binding tusseneen ion en eendipoolmolecuul • Oplossen van eenzout in water hydratatie

  10. Invloed op het kook/smeltpunt • Ionbinding = zeersterk, hoogstesmeltpunt • Metaalbinding = redelijksterk, hoogsmeltpunt • Vanderwaalsbinding = zwak, laagsmeltpunt • Groteremassa hogersmeltpunt • Dipool  extra binding  hogersmeltpunt • Atoombinding = redelijksterk • Polarieatoombinding= sterker  hogersmeltpunt

More Related