1 / 15

Zegenen is wederzijds

ah. voor kinderen van Abr am. Shalom!. Zegenen is wederzijds. André H. Roosma. Drachten. 30. 2011. Mayaan Yeshua. juli. ‘Hebreeuws’. Babylon. ballingschap. Adam & Eva. Noach Sem ,. Abraham. Mozes & volk Israël ‘van de overkant’ = ‘ibhri. t i j d l i j n ( B C ).

bina
Download Presentation

Zegenen is wederzijds

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. ah voor kinderen van Abr am Shalom! Zegenen is wederzijds André H. Roosma Drachten 30 2011 Mayaan Yeshua juli

  2. ‘Hebreeuws’ Babylon. ballingschap Adam & Eva Noach Sem, Abraham Mozes & volk Israël ‘van de overkant’ = ‘ibhri t i j d l i j n ( B C ) Joden = Judah ? ‘Hebreeuwse ‘Vierkant schrift’’ ‘Proto- Semitisch’ ‘Paleo- Hebreeuws’ Mayaan Yeshua, Drachten

  3. eerste, sterke tent, huis, lichaam voet, kameel deur, beweging aanbidding, ontzag tent-haring, zekerh. zeis, mes, oogsten hek, grens, huid aardewerk mand hand/arm, gevend geheven hand staf; herder/leider water, veel, meer zaadje, nageslacht dadelpalm (+ & –) oog, (toe)zien (op) open mond, rand plant (papyrus) opgaan(de zon) de (hogere) ander borsten, eten, bron teken, afronding Het oudste ‘Hebreeuwse’ aleph-beth Mayaan Yeshua, Drachten

  4. De eerste van het huis = vader ging op zijn voeten staan en kwam in beweging; hij aanbad God, Die sloot met hem een verbond: hij besneed de grens/huid van z’n bedekking; legde zijn hand/arm in de zegenende Hand van de grote Herder; Die beloofde heel veel nageslacht en vruchtbaarheid; Hij toonde hem een open plek met planten/schaduw; hij ging dagelijks op naar de Ander zijn Bron. En zo was ’t! / Amen! Het aleph-beth: Verhaal van Abraham Mayaan Yeshua, Drachten

  5. De heerlijke Naam van God = J aH U aH Hij geeft vreugdevolle aanbidding zekerheid & verbondenheid vreugdevolle aanbidding Mayaan Yeshua, Drachten

  6. God zegent – o.a. ‘vader’ Abraham 1JaHUaH zei tegen Abram: „Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat Ik je zal wijzen. 2 Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, Ik zal je aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn.3Ik zalzegenen wie jouzegenen, wie jou bespot, zal Ik vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.” Genesis 12: 1-3 Mayaan Yeshua, Drachten

  7. De zegen van JaHUaH aan Abraham 1 Toen Abram negenennegentig jaar was, ver-scheen JaHUaH aan hem en zei: ‘Ik ben God, de Ontzagwekkende. Leef in verbondenheid met Mij, leid een onberispelijk leven. 2 Ik wil met jou een verbond aangaan en ik zal je veel, heel veel nakomelingen geven.’ 3 Abram boog zich diep neer en God sprak: Genesis 17: 1-17 Mayaan Yeshua, Drachten

  8. a-bh : 1e v.h. huis = vader r-ah : ander die aanbidt -am : “als water” = veel De zegen van JaHUaH aan Abraham en God sprak: 4 ‘Ik doe jou deze belofte: je zult de stamvader worden van een menigte volken. 5 Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want Ik maak je de vader van vele volken.6 Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Genesis 17 • Abraham = vader van veel anderen die aanbidden Mayaan Yeshua, Drachten

  9. De zegen van JaHUaH aan Abraham 6b Er zullen veel volken uit je voortkomen en on-der je nazaten zullen koningen zijn. 7 Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen, met alle komende generaties, een eeuwigdurend verbond: Ik zal jouw God zijn en Die van je nakomelingen. 8 Heel Kanaän, het land waar je nu als vreemde-ling woont, zal Ik jou en je nakomelingen voor altijd in bezit geven, en Ik zal hun God zijn.’ 9 Ook zei God tegen Abraham: ‘Jij moet je houden aan dit verbond met Mij, evenals je nakomelingen, generatie na generatie. Genesis 17 15 Verder zei God tegen Abraham: ‘Wat je vrouw Sarai betreft, voortaan moet je haar niet Sarai noemen maar Sarah. 16 Ik zal haar zegenen en jou bij haar een zoon geven. Ik zal haar zo rijk zegenen dat er volken uit haar zullen voortkomen en er koningen van haar zullen afstammen.’ 17 Abraham boog zich diep neer, maar lachte en dacht: Hoe zou iemand van honderd nog een kind kunnen krijgen? En Sara, zou zij op haar negentigste nog een kind ter wereld kunnen brengen? 18 En hij antwoordde God: ‘Ik zou al gelukkig zijn als Ismaël onder uw bescherming mocht staan.’ 19 Maar God zei: ‘Nee, je vrouw Sara zal je een zoon baren, die je Isaak moet noemen, en met hem zal ik mijn verbond voortzetten. Het zal een eeuwigdurend verbond zijn, dat ook voor zijn nakomelingen zal gelden. 20 En wat Ismaël betreft, ik verhoor je: ik zal hem zegenen, hem vruchtbaar maken en hem veel, heel veel nakomelingen geven. Twaalf stamvorsten zal hij verwekken en er zal een groot volk uit hem voortkomen. 21 Maar mijn verbond zal ik voortzetten met Isaak, de zoon die Sara je volgend jaar omstreeks deze tijd zal baren.’ 22 Nadat God zo met hem gesproken had, ging hij bij Abraham vandaan. 23 Nog diezelfde dag besneed Abraham zijn zoon Ismaël, allen die in zijn huis geboren waren en allen die hij gekocht had, kortom al zijn mannelijke huisgenoten, zoals God hem had opgedragen. 24 Abraham was negenennegentig jaar toen hij besneden werd, 25 en zijn zoon Ismaël was dertien. 26 Zo werden op een en dezelfde dag Abraham en zijn zoon Ismaël besneden 27 en ook al Abrahams huisgenoten, zowel zij die in zijn huis geboren waren als zij die van vreemdelingen waren gekocht. Genesis 17 Mayaan Yeshua, Drachten

  10. De zegen van JaHUaH aan Abraham 15 Verder zei God tegen Abraham: ‘Wat je vrouw Sarai betreft, voortaan moet je haar niet Sarai noemen maar Sarah. 16 Ik zal haar zegenen en jou bij haar een zoon geven. Ik zal haar zo rijk zegenen dat er volken uit haar zullen voortkomen en er koningen van haar zullen afstammen.’ 17 Abraham boog zich diep neer, maar lachte en dacht: Hoe zou iemand van honderd nog een kind kunnen krijgen? En Sarah, zou zij op haar negen-tigste nog een kind ter wereld kunnen brengen? Genesis 17 Mayaan Yeshua, Drachten

  11. Abraham & Sarahaanbaden God = J aH U aH • Ze kregen er een letter Ha(aH) bij • In het oudste Hebreeuws: = aanbidden, vieren, je verwonderen onderdeel van de heerlijke Naam van God • Hillul / halal = loven, aanbidden, roemen in; • ook:Barakh = loven, prijzen , zegenen Mayaan Yeshua, Drachten

  12. Zegenen is niet éénrichtingsverkeer! 18 En Malkhitsedek, de koning van Shalém, liet brood en wijn brengen. Hij was een priester van God, de Allerhoogste, 19 en sprak een zegen over Abram uit: ‘Gezegend zij Abram door God, de Allerhoogste, Schepper van hemel en aarde. 20Gezegend zij God, de Allerhoogste: uw vijanden leverde Hij aan u uit.’Genesis 14: 18-20 Mayaan Yeshua, Drachten

  13. Advies van Petrus 8Tot slot vraag ik u: Wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn. 9 Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ont-vangt, want daartoe bent u geroepen.1 Petrus 2: 8-9 • ‘zegenen’: eulogeo - ‘goede woorden spreken’ Mayaan Yeshua, Drachten

  14. - wat zegt de Bijbel? • Ik wil dan, dat de mannen bidden in alle plaatsen, opheffende heilige handen, zonder wrok of onenigheid.1 Timotheus 2: 8 • Ga binnen, laten wij buigen in aan-bidding, knielen voor JaHUaH, onze maker. Psalm 95: 6 Mayaan Yeshua, Drachten

  15. ah voor kinderen van Abr am Shalom! Zegenen is wederzijds André H. Roosma www.Hallelu-JaH.nl 30 2011 Mayaan Yeshua juli

More Related