110 likes | 297 Views
Ruimte. Opdracht 4. Beeld - Tekening. Een beeld heeft een bepaalde hoogte, breedte en diepte. Je kunt om het beeld heen lopen, het is 3d. Een tekening heeft allen een bepaalde hoogte en breedte. Geen diepte! Een tekening is zo plat als een dubbeltje, het is 2d.
E N D
Ruimte Opdracht 4
Beeld - Tekening • Een beeld heeft een bepaalde hoogte, breedte en diepte. • Je kunt om het beeld heen lopen, het is 3d. • Een tekening heeft allen een bepaalde hoogte en breedte. Geen diepte! • Een tekening is zo plat als een dubbeltje, het is 2d.
Ruimte suggestie • Je kunt op verschillende manieren ruimte suggestie krijgen in een tekening. • Verkleining • Afsnijding • Kleurperspectief • Vervaging • Lijnperspectief • Overlapping
Verkleining • De vormen worden vooraan in de tekening groot getekend, richting de horizon worden de vormen kleiner
Afsnijding • Als de randen van je tekening de objecten afsnijdt, suggereer je ruimte door middel van afsnijding. • Het lijkt nu alsof je kader het venster is waar je doorheen kijkt en waarbuiten je tekening is.
Kleurenperspectief • Donkere kleuren komen naar voren en lichte kleuren gaan richting de horizon.
Kleurenperspectief • Warme kleuren komen naar voren, koude kleuren gaan richting de horizon.
Vervaging • Bij vervaging ontstaat ruimte doordat alles op de voorgrond gedetailleerd is weergeven. • Er is in dit schilderij een duidelijk verschil te zien tussen de voor- en achtergrond.
Lijnenperspectief • Alle objecten lopen naar een punt toe waardoor alles steeds kleiner wordt. • Hierdoor ontstaat er ruimte in de tekening.
Overlapping • Er staan verschillende objecten in je tekening voor elkaar. Waardoor je sommige objecten niet helemaal ziet. • Zo suggereer je dat de objecten in een driedimensionale ruimte staan.