1 / 8

Lesplanning

Lesplanning. Binnenkomst Intro Nakijken 1.5 Uitleg 1.6 Zelfstandig werken, Afsluiting van de les. Lokaal verlaten. Reuzen en dwergen. http://www.ntr.nl/player?id=NPS_1197769. Wat bepaalt hoeveel je gaat verdienen?. Hoelang je voor iets geleerd hebt. Hoe goed je in iets bent (talent).

adolph
Download Presentation

Lesplanning

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Lesplanning • Binnenkomst • Intro • Nakijken 1.5 • Uitleg 1.6 • Zelfstandig werken, • Afsluiting van de les. • Lokaal verlaten.

  2. Reuzen en dwergen http://www.ntr.nl/player?id=NPS_1197769

  3. Wat bepaalt hoeveel je gaat verdienen? • Hoelang je voor iets geleerd hebt. • Hoe goed je in iets bent (talent). • Hoe zwaar een bepaald beroep is (stress, gevaarlijk, saai, vies, verantwoordelijkheid, enz.)

  4. Hoe ontstaan inkomensverschillen? 1. Verschillen in de beloning van werk. Een advocaat verdient meer dan een schoonmaker. 2. Verschillen in bezittingen. Als je veel bezit kun je daarmee veel verdienen (zoals rente, huur, pacht)

  5. Regels die, naast de normale regels, gelden tijdens het PW

  6. Andere regels bij economie Geldbedragen ronden wij af op centen. Bijvoorbeeld €2,99 -> dus twee decimalen. Andere aantallen rond je af op één decimaal. Tenzij anders wordt gevraagd. Geef altijd aan wat iets is, bijvoorbeeld: aantal auto’s, aantal ijsjes, aantal personen. Bij geld zet je er altijd een €-teken voor.

  7. Decimalen 1 decimaal = 1,5 dus 1 cijfer achter de komma.. 2 decimalen = 1,52 dus 2 cijfers achter de komma. 3 decimalen = 1,524 dus 3 cijfers achter de komma.

  8. Afronden van bedragen De cijfers 5,6,7,8 en 9 worden naar boven afgerond De cijfers 1,2,3,4 worden naar beneden afgerond. 11,4 wordt bij afronden op heel bedrag 11 11,5 wordt bij afronden op heel bedrag12 10,77 wordt bij afronden op één decimaal 10,8 20,348 wordt bij afronden op twee decimalen 20,35 31,3469 wordt bij afronden op drie decimalen 31,347

More Related