1 / 70

LIFE IN SLOW-MOTION Dokter, waarom blijf ik zo moe?

LIFE IN SLOW-MOTION Dokter, waarom blijf ik zo moe?. Greta Moorkens Algemeen Inwendige Ziekten UZ Antwerpen. Moe anno 2006. SITUATIESCHETS OORZAKEN MOEHEID EN CHRONISCHE MOEHEID WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK WAT IS NIEUW INTERNISTISCHE AANPAK. Moe anno 2006.

valdemar
Download Presentation

LIFE IN SLOW-MOTION Dokter, waarom blijf ik zo moe?

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. LIFE IN SLOW-MOTIONDokter, waarom blijf ik zo moe? Greta Moorkens Algemeen Inwendige Ziekten UZ Antwerpen

  2. Moe anno 2006 • SITUATIESCHETS • OORZAKEN MOEHEID EN CHRONISCHE MOEHEID • WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK • WAT IS NIEUW • INTERNISTISCHE AANPAK

  3. Moe anno 2006 Hoe vaak hoort de huisarts de klacht (chronische) moeheid?

  4. Moe anno 2006 Moeheid (acuut, langdurig, chronisch): derde plaats in de lijst van de meest gerapporteerde klachten bij de huisarts. Vaak heeft patiënt een eigen verklaring door zijn attributies:

  5. Moe anno 2006 • Attributies: • Lichamelijke oorzaken • Omgevingsfactoren • Chronisch vermoeidheidssyndroom en aanverwanten • Psychosociale factoren • Psychische factoren (angst – depressie)

  6. Moe anno 2006 • Vrouwen melden moeheid 2 x zo vaak als mannen. • chronisch moe = HEART-SINKER voor hulpverleners

  7. Moe anno 2006 • Wat zijn de oorzaken ? • Welk diagnostisch landschap is van toepassing ?

  8. State of the Art ZES JAAR GELEDEN • Repertorisatie • 12 hoofdstukken • 3 domeinen • Evaluatie • Management

  9. State of the Art neuro Evaluatie endocrino psychiatrie 3 domeinen immuno psycho -interne - neuro - psy slaap - kine infectie pijn metabool toxico spier cardio

  10. Moe anno 2006 Oorzaken moeheid (1) • fysiologisch: onvoldoende rust, zwangerschap enz. • gebruik geneesmiddelen, alcohol enz. • infecties • metabole aandoeningen • endocriene aandoeningen • autoimmuun aandoeningen • cardiorespiratoire aandoeningen

  11. Moe anno 2006 Oorzaken moeheid (2) • hematologische aandoeningen • occulte maligniteit • gastro – intestinale aandoeningen • nieraandoeningen • neurologische aandoeningen • huidaandoeningen • somnopathologie / psychiatrische ziektebeelden • genetische aandoeningen

  12. Moe anno 2006 Oorzaken CHRONISCHE moeheid • > 50% psychiatrische comorbiditeit • somatisch onderliggend lijden (bvb. cancer-related fatigue) • chronisch vermoeidheidssyndroom (CFS) • CFS verwante klinische beelden zoals fibromyalgie, autonome dysfunctie of spasmofilie (Swaninck et al., 1991; Lloyd A., 1998)

  13. Moe anno 2006 Belang van CRITERIA Chronisch Vermoeidheidssyndroom (CFS): CDC Criteria Fukuda 1994 1. Klinisch geëvalueerde chronische vermoeidheid die onverklaarbaaris, persisteert of recidiveert, en die nieuwis of een duidelijk begin heeft ( die niet het hele leven al aanwezig is ); die niet het gevolg is van voortdurende inspanning; die niet aanzienlijk vermindert door rust; en die een aanzienlijke vermindering van het vroegere activiteitenniveau op het gebied van werk, studie, sociale of persoonlijke activiteiten tot gevolg heeft; én

  14. Moe anno 2006 vervolg CDC Criteria Fukuda 1994 2. het tegelijkertijd voorkomen van tenminste vier van de volgende symptomen. Deze symptomen moeten allemaal een periode van tenminste 6 achtereenvolgende maanden aanhouden of gedurende deze periode steeds weer terugkeren. Ze mogen niet reeds hebben bestaan voor de vermoeidheid begon.

  15. Moe anno 2006 vervolg CDC Criteria Fukuda 1994 • verslechtering korttermijn geheugen of concentratievermogen, met aanzienlijke vermindering van vroegere activiteitenniveau tot gevolg • keelpijn • gevoelige cervicale of axillaire lymfklieren • spierpijn • hoofdpijn die qua vorm, patroon, en ernst nieuw is • slaap waar de patiënt niet van uitrust • malaisegevoel na inspanning( langer dan 24 U aanhoudend) • pijn in verschillende gewrichten zonder zwelling of roodheid

  16. Moe anno 2006 Uitsluitingscriteria • elke actieve medische conditie • elke vroeger gediagnosticeerde medische conditie waarvan herstel niet buiten twijfel staat • ernstige depressie recent ontstaan, psychotische verschijnselen • alcohol of medicatie abusus binnen 2 jaar voor ontstaan vermoeidheidsproblematiek • obesitas BMI>45 kg/m²

  17. Moe anno 2006

  18. Moe anno 2006 Voor het stellen van de diagnose CVS moeten 4 vragenworden beantwoord: • Is er sprake van ernstige vermoeidheid? • Is een somatische verklaring voor de klachten uitgesloten? • Gaan de klachten gepaard met ernstige beperkingen in het beroepsmatig, sociaal en/of persoonlijk functioneren? • Bestaan de klachten en beperkingen tenminste zes maanden? Antwoord 4x ja: CVS te overwegen

  19. Moe anno 2006 Probleem PIJN + MOEHEID:  denk aan FIBROMYALGIE (FM) Definitie American College of Rheumatology 1990 1. veralgemeende pijn: pijn aan linker-en rechterzijde van het lichaam, pijn boven en onder de lenden. Bovendien aanwezigheid van axiale botpijnen( cervicale, thoracale, dorsale of lumbale pijn ). In de definitie worden schouderpijn en pijn thv de heup per aangetast lichaamshelft geëvalueerd. Lage rugpijn wordt beschouwd als pijn onder de lenden. Pijn is minstens 3 maanden aanwezig

  20. Moe anno 2006 Vervolg FIBROMYALGIE 2. Pijn op minstens 11 van de 18 drukpunten bij palpatie met de vinger (kracht ± 4 kg)

  21. Moe anno 2006 • Pijnpunten • Occipitale, suboccipitale spierinserties • Laag cervicaal, anterior intertransversale ruimten C5-C7 • Trapezius, bilateraal middelpunt van de bovengrens • Supraspinatus, bilateraal aan de oorsprong boven de scapulapunt dichtbij de mediane grens

  22. Moe anno 2006 • Pijnpunten (vervolg) • Tweede rib, bilateraal t.h.v. de costochondrale juncties • Laterale epicondyl, 2 cm distaal • Gluteaal, buitenste bovenste quadrant • Trochanter major, posterior • Knieën, bilateraal mediale vetkwab

  23. Moe anno 2006 • Denk aan SPASMOFILIE en autonome dysfunctie !!! (Medline 1363 referenties) • onverklaarde somatische klachten vaak beschouwd als hyperventilatie • !! zelden hyperventilatie aanwezig epifenomeen • fruste associatie hyperventilatie - CFS

  24. Moe anno 2006 SUBJECTIEVE BEVINDINGEN BIJ SPASMOFILIE ochtendmoeheid - asthenie - slaapproblemen - verminderde eetlust - geheugen en concentratieproblemen - spierkrampen - acroparesthesieen - oorsuizen -periorbitale paresthesieën - rugpijn - hoofdpijn - vertigo - vermoeidheid t.h.v. de ogen - precordialgie - slikmoeilijkheden - epigastrische krampen - spastisch colon - pijnlijke mictie - dysmenorree - pms

  25. Moe anno 2006 OBJECTIEVE BEVINDINGEN BIJ SPASMOFILIE • dominantie orthosympaticus • neuromusculaire bevindingen: • tremor, Chvostek, Trousseau • vasomotorische bevindingen: • syncopale neiging, Raynaud, orthostatisme • cardiovasculaire bevindingen: • extrasystoles, tachycardie • gastrointestinale bevindingen: • ructus • pulmonaire bevindingen: • zuchten, hyperventilatie

  26. Moeheid bij jongeren • Opgepast met de term CVS • Vaak onderliggend psychiatrische problematiek • Doel van de behandeling • Hervatten specifieke ontwikkelingstaken • Hervatten schoolactiviteit • Deelname sociale activiteiten

  27. Moe anno 2006 Wetenschappelijk onderzoek Wat is nieuw?

  28. Moe anno 2006 Biologische basis van moeheid • onderzoek in oncologie • onderzoek in psychiatrie • onderzoek i.v.m. chronisch vermoeidheidssyndroom

  29. Moe anno 2006 Cancer-related fatigue Inducerende factorenBetrokken cytokines - Anemie IL-1, IL-6, TNF, interferon gamma - Gewichtsverlies IL-1, IL-6, TNF, interferon, leukemia inhibitory factor - Koorts IL-1, IL-6, TNF - Infectie IL-1, IL-6, IL-10

  30. Moe anno 2006 Biologische basis van moeheid • onderzoek in oncologie • onderzoek in psychiatrie • onderzoek i.v.m. chronisch vermoeidheidssyndroom

  31. Vermoeidheid: oorzaken Schema van diverse aspecten van functioneren toegeschreven aan noradrenaline, serotonine en dopamine • angst/prikkelbaarheid • NoradrenalineSerotonine • waakzaamheidprikkelbaarheid • humeureetlust • motivatieontroeringlibido • waarnemingaggressie • Dopamine • drijfkracht

  32. Chronisch moe Etiologie CFS - Infectieus model - Immunologisch model - Neuro-endocrien model - Neuro-moleculair model

  33. Chronisch moe

  34. Vermoeidheid: oorzaken Belang Research in neuroanatomie met focus op neurotransmitters HPA as dysfunctie: oorzaak of gevolg ?

  35. Chronisch moe Problemen van onderzoekers m.b.t. chronische moeheid: • moeheid is een gedrag / perceptie • diermodellen ontbreken Problemen van patiënten m.b.t. chronische moeheid: • chronisch moe is weinig zichtbaar voor derden • chronisch moe heeft invloed op heel de familie

  36. Chronisch moe Meten van moeheid

  37. Chronisch moe Evaluatie cardiovasculaire inspanningscapaciteit is niet zinvol indien geen hart- of longpatholgie. Spiro-ergometrie: resultaten zijn afhankelijk van de lichamelijke inspanningen voordien uitgevoerd.

  38. Chronisch moe Aanbevolen meetinstrumenten i.v.m. moeheid (Katholieke Universiteit Nijmegen) Vragenlijsten: - checklist Individual Strength (CIS), Vercoulen 1994 en 1998 - verkorte vermoeidheidsvragenlijst (VVV), Alberts 1997

  39. Chronisch moe Aanbevolen meetinstrumenten i.v.m. functionele beperkingen (Katholieke Universiteit Nijmegen) Vragenlijsten: - SF-36 - Sickness Impact Profile (Jacobs, 1990) - Karnofsky Performance Scale

  40. Chronisch moe Ook aanbevolen vragenlijsten i.v.m. • Psychisch welbevinden • Attributies over vermoeidheid • Activiteit • Slaapkwaliteit • Pijn • Omgaan met vermoeidheid

  41. Chronisch moe Therapeutisch landschap

  42. Chronisch moe INTERNISTISCHE AANPAK • Veel aandacht voor anamnese • Belang van klinisch onderzoek • Labo • EKG • RX thorax

  43. Chronisch moe THERAPIE CFS JAMA, sept 2001, vol 286(11), 1360-1368 - gegevens van 2801 patiënten • good clinical care - geen langdurige bedrust • bewegingstherapie • cognitieve gedragstherapie • medicatie ?

  44. Chronisch moe Onvoldoende wetenschappelijke argumenten • voor langdurige antibioticatherapie • voor diagnostische testen uitgevoerd in het buitenland • voor strenge dieetmaatregelen

  45. Behandelingsmogelijkheden CVS – Whiting et al, 2001

  46. Referentiecentrum CVS Antwerpen Achtergrond: • Onduidelijkheid omtrent prevalentie in België • Onduidelijkheid omtrent aangeboden therapieën, zeer veel aandacht voor het probleem in de populaire media

  47. Referentiecentrum CVS Antwerpen Opzet van het RIZIV: • Bevestigen van de diagnose CVS door artsen verbonden aan een universitair ziekenhuis • Multidisciplinaire therapie aanbieden, financieel draagbaar voor de patiënt

  48. Doelgroep Referentiecentrum • Patiënten moeten voldoen aan de Fukuda-criteria • Patiënten moeten Nederlands kennen • R.I.Z.I.V.- verzekerden • Patiënten jonger dan 18 jaar worden opgevolgd in de door Dr. Lampo, V.U.B., opgerichtte dienst kindergeneeskunde, UZ Jette, Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel

  49. Referentiecentrum CVS Bilan Revalidatieprogramma: • aktieve kinesitherapie • cognitieve gedragstherapie

  50. CFS: visie kinesitherapeut Samenvatting: pro-actieve revalidatie: • Beperkingen  mogelijkheden • Passief deelnemen  actief deelnemen • Hulpverlener verantwoordelijk  gedeelde verantwoordelijkheid • Iets/iemand is verantwoordelijk  eigen invloed op herstel • Therapie- afhankelijk  zelfzorg • Behandeling (1%)  leerproces (99%) • Palliatief •  preventie, gezondheidsbevordering

More Related